07 - 01 - 1628

Presentielijst:

Resoluties:

1 Resident Vosbergen komt binnen en stelt enkele punten voor.
HHM verzoeken hem deze schriftelijk in te leveren.

2 Z.Exc. heeft een brief ter sprake gebracht van Didem, gouverneur van Emmerik. Deze meldt de afgedankte ruiterij uit de compagnie van overste Gent en ritmeester Soppenbroeck naar wens van Z.Exc. te hebben aangehouden op een rijksdaalder per week. Didem verzoekt HHM om hun te betalen.
HHM schrijven de Kleefse raden dat het voor de Republiek en de keurvorst niet nuttig is om in deze tijden volk af te danken en dat dat ook niet had mogen gebeuren zonder hun toestemming. Bovendien heeft men vernomen dat meer dan de twee genoemde compagnieën uit de contributies onderhouden kunnen worden. HHM willen daarom de compagnieën het afgesproken onderhoud laten krijgen en in dienst doen handhaven, totdat zij het onderzoek naar de rekening hebben voltooid en met gemeen advies eventueel anders besluiten. Een kopie van deze brief gaat naar Didem, zodat hij weet dat de Republiek het volk niet zal onderhouden.

3 De administrator van Maagdenburg vraagt opnieuw om betaling van 16.850 rijksdaalder, die HHM op zijn verzoek door Simon van der Does aan Lenert van Sorgen in Hamburg hebben laten overmaken.
HHM ontbieden Van der Does, zodat hij hierover kan berichten.

4 Ter vergadering zijn enkele Poolse munten gebracht, die voor een rijksoord worden uitgegeven. Generaal Beveren zal deze laten essayeren.

5 De RvS heeft de hem op 3 jan. ter hand gestelde kwitanties van de ambassadeur van Frankrijk goed bevonden, zodat de ontvanger-generaal ze nu zal accepteren.

6 De thesaurier-generaal rapporteert over de declaratie van agent Brederode, zowel van zijn gewone residentie als van bijkomende onkosten van 31 maart 1626 tot en met 31 maart 1627. Hij vond deze conform de vorige declaratie, behalve dat er 10 gld. meer was gedeclareerd vanwege reparatie van de koets.
HHM accepteren de declaratie van 3.778 gld. zoals die er ligt.

7 De kerkenraad van de Franse kerk in 's- Gravenhage verzoekt ordonnantie van 400 gld. voor een jaartraktement vanaf eind 1627 ten behoeve van de Franse predikant D'Espaigne.
HHM nemen hierover nog geen beslissing.

8 Thesaurier-generaal De Bie rapporteert dat Marcq de Bie, commandant van Loevestein, wekelijks 2 gld. is toegekend ten behoeve van Abraham Wouters voor het sluiten en openen van de gevangenissen, predikantenkamer en anderszins. Wouters deed dit zestig weken, tussen 18 juli 1626 en 18 sept. 1627, en zou daarvoor 120 gld. moeten ontvangen.
HHM verlenen de ordonnantie.

9 Het verzoek namens de afgedankte Engelse officiers om betaling voor drie maanden, tijdens het aan hen toegezegde verlof, wordt voor advies voorgelegd aan de RvS.

10 Reijnhart Onckel, tegenwoordig ontvanger van de contributies van Brandenburg, verzoekt terugbetaling van de 709 rijksdaalder, die hij tijdens de belegering van Papenmuts aan reiskosten heeft uitgegeven.
HHM vragen hierover advies aan de RvS.

11 HHM nemen geen besluit over een brief van Languerack d.d. 26 dec. 1627.

12 De weduwe van Jan Verschore uit Middelburg vraagt om betaling van 177 gld. 15 st., die Lenert Reij, gewezen soldaat op de vloot van L'Eremite, nog tegoed had. Haar zoon heeft deze schuld overgenomen.
HHM vragen informatie hierover aan commies Van der Haer.

13 Joost Brasser overhandigt een staat met vivres en wapens die hij naar aanleiding van de resolutie van 7 dec. 1627 heeft geleverd om naar Glückstadt gezonden te worden. Brasser vraagt om betaling van 36.096 gld. 3 st. en 8 d. en op 7 maart aanstaande in banco betaling van 25.490 gld. 12 st. en 8 d. vanwege de eerste wisselbrief van 10.000 rijksdaalder.
HHM gelasten de ontvanger deze bedragen gereed te houden. Zij zullen de staat nader onderzoeken.

14 Hendricq Hondius overhandigt de afbeelding van de koningin-moeder van Frankrijk1 die hij in koper heeft gesneden.
HHM verlenen hem toestemming om dit met privilege uit te geven.