16/09/1628

 
English | Nederlands

16 - 09 - 1628

Presentielijst:

Resoluties:

1 HHM resumeren het op 26 aug. genomen besluit in de zaak van Simonides Ritz.
De tussenkomst van Culenborch ten gunste van Ritz in aanmerking genomen, besluiten HHM dat deze wordt vrijgelaten, mits hij 10.000 in plaats van 15.000 gld. en de gevangeniskosten betaalt. Verder moet Ritz de graaf volledig tevredenstellen, zoals hij heeft beloofd te zullen doen. De 10.000 gld. moeten worden betaald aan ontvanger Houffyser te Amsterdam.
De heren van Groningen stemmen niet in met dit besluit, omdat het in strijd is met de opdracht van hun lastgevers .

2 Advocaat Laurens Rostock compareert en dient krachtens geloofsbrieven d.d. 13 juli namens de burgemeesters en raad van Stralsund een propositie in.1

3 Burgemeester Schonenborch en syndicus Winshemius van de stad Groningen compareren en dienen namens hun lastgevers een verzoek in.
2 Op 26 juli hebben de gedeputeerden van de Ommelanden een geschrift tegen de stad Groningen ingediend, bestaande uit twintig verschillende eisen. Enkele daarvan bevatten weer verschillende eisen, zodat het feitelijk 38 verschillende punten zijn. HHM hebben bepaald dat die van de stad daarop binnen zes weken zouden moeten antwoorden, welke termijn vandaag is verstreken. Hoewel de lasthebbers liever deze onenigheid zouden oplossen, zoals zij vorig jaar hebben bewezen, hebben zij nog geen antwoord kunnen opstellen. Na de insinuatie en de beschikking van HHM is immers de Landdag van Groningen geweest, waardoor de lastgevers tot op de dag van het vertrek van Schonenborch en Winshemius bezig zijn geweest. Zij verzoeken de termijn met zes maanden na heden te verlengen en beloven dan een antwoord gereed te hebben. Deze extra tijd hebben zij nodig om de 38 eisen en nog veertien à vijftien punten van de stad zelf te behandelen. Als voor elk van deze in totaal ruim vijftig punten slechts drie dagen wordt uitgetrokken, dan kost dat vijf maanden. Vanwege het belang van de kwesties kan er niet overhaast gewerkt worden.
Verder berichten de afgevaardigden dat er bij de uitvoering van het in het voorjaar genomen besluit inzake de belastingen conflicten zijn gerezen tussen stad en Ommelanden. Dit betreft met name de voet en manier waarop de huizen op het platteland moeten worden verpond, het opstellen van de lijst van de rondemaat en de begunstiging van de heffing op het gemaal. Hierover moet nodig een besluit worden genomen zodat de provincie Groningen in staat zal zijn haar consenten op te brengen. De afgevaardigden verzoeken om een datum vast te stellen waarop over de geschillen zal worden besloten of om hiertoe gecommitteerden te sturen.
Voordat HHM hierover besluiten, worden de retroacta over deze kwestie nagekeken.

4 In een ongedateerde brief met bijlagen bericht de heer van Dyden vanuit Emmerik [Emmerich] dat daar de gecommitteerden van de vorsten van Trier, Saksen, Hessen en van de graaf van Mark zonder paspoort zijn aangekomen en worden vastgehouden. Zij hebben verteld als bijgezant naar Huissen zijn gezonden om daar in opdracht van de keizer de archieven van het vorstendom Kleef te visiteren.
HHM stellen een besluit hierover uit totdat de kwestie is besproken met Z.Exc. en de RvS.

5 Jacob de Brauw bericht d.d. Londen 3 sept. dat de Engelse luitenant Feilth een dag eerder in Portsmouth de hertog van Buckingham met een mes in het hart heeft gestoken. Hierdoor is de hertog overleden.
HHM nemen geen besluit hierover.

6 Naar aanleiding van de door de heren van Holland op 31 aug. ingediende punten verplichten HHM alle rekenplichtige personen die het leger volgen een nauwkeurig overzicht van hun administratie in te leveren. Indien nodig zouden de provincies daarvan een kopie kunnen maken zodat zij eventueel teveel betaalde legerkosten met iemand kunnen verrekenen. De rekenplichtigen en de in de staatse garnizoenen verblijvende personen moeten jaarlijks hun beheer verantwoorden om achteruitgang van de financiën te voorkomen.

7 HHM bespreken de verzochte terugbetaling van de quoten in de door Holland namens de Generaliteit voorgeschoten 600.000 gld. Dit betreft de betaling aan Mansfeld, conform de door Carleton daarvan verstrekte obligaties.
HHM verzoeken de heren van Holland nog enig uitstel van betaling te verlenen, terwijl de provincies beloven het bedrag terug te betalen.

8 HHM zullen de defroyementen van de ambassadeurs van koningen en andere machthebbers even verantwoord besteden als deze in hun eigen land ten aanzien van de ambassades doen. Daarnaast verzoeken de heren van Holland ernstig het met Mortainge gesloten contract inzake het gebruik van een duur huis en bijbehorende meubelen te beëindigen.
HHM lezen het verzoek van Mortaigne om ordonnantie te krijgen van een jaar rente tegen 4 ¼ procent voor de kosten van deze meubelen, alsmede het contract waarop hij zich beroept. De overige provincies menen dat men geen recht heeft om het contract te mogen verbreken tegen Mortangies wil.
HHM laten agent Valckenburch de meubelen in zijn aanwezigheid taxeren door deskundigen en daarover berichten aan De Bye, Noortwyck en Rode. De heren van Holland hebben een andere last inzake Mortaigne en zijn het hiermee niet eens. Zij zullen dit melden aan hun lastgevers .

9 Vanwege de buitensporige declaraties van de generaals van de Munt laten HHM hun slechts daggeld betalen wanneer zij schriftelijk kunnen bewijzen in hun opdracht te zijn ingezet.

10 HHM schrijven de Admiraliteitscolleges om hun ontvangers hun rekeningen te laten brengen naar de Generaliteitsrekenkamer . Daartoe mogen zij geen raden aanstellen of deze in 's- Gravenhage laten wachten tot de afrekening is geschied. De Rekenkamer zal de loquaturs op de rekeningen aan de Colleges sturen. Indien nodig worden enkele raden naar de Kamers gezonden om deze te zuiveren.

11 HHM vragen de RvS advies inzake deze punten:
I Het vaststellen van een daggeld voor de dienstreizen van de raden van State. Dit om opspraak over buitensporigheden te voorkomen.
II Het opstellen van een nauwkeurig overzicht van de inkomsten uit de in vijandelijk gebied geïnde contributies, alsmede van het zegel en de paspoorten. Ook moet worden aangegeven waaraan dit geld wordt besteed, opdat alle argwaan bij de regenten wordt weggenomen.
III Er moet uiterlijk iedere maand worden gemonsterd, waarbij de resolutie van 7 april 1627 dient te worden nageleefd.

12 Secretaris Huigens compareert en bericht namens de RvS dat de aannemers van de langs de Veluwezoom aanbestede verdedigingswerken de Raad ernstig verzoeken om hiervoor te betalen. Aangezien de werken voor contant geld zijn aanbesteed verzoekt de Raad Gelderland , Holland , Utrecht en Overijssel onderling een verdeling te maken om dit geld conform eerdere resoluties op kosten van de Generaliteit voor te schieten.
Ten tweede verzoekt de Raad HHM om verder te spreken over de voorstellen inzake het verlichten van de klachten van de aannemers.
HHM nemen over beide punten geen besluit.

1 De in het Duits gestelde propositie is geïnsereerd in S.G. 3187 en in vertaling gedrukt in: Aitzema, S. & O. kwarto II, 462-465/folio I, 701-702.
2 Het verzoek is geïnsereerd in S.G. 3187.