10 - 10 - 1628
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Daniel Roelandt, koopman te Amsterdam, verzoekt een wisselbrief van 10.300
rijksdaalder d.d. 17 sept.
op de vervaldag in bankgeld in
Amsterdam te laten betalen. Deze is door
resident
Aissma getrokken ten laste van
ontvanger
Reael en door hem aangenomen.
HHM machtigen ontvanger-generaal
Doublet de wisselbrief aan te nemen. Zij verzoeken de heren van
Holland
de brief exact op de
vervaldag te betalen in aftrek van hun aandeel in de 100.000 gld.
subsidie voor het onderhoud van het garnizoen in
Glückstadt. Zij beloven dit te doen.
2
Antonis Piscator, voormalig predikant van de familie van orateur
Haga in Constantinopel,
verzoekt:
I De gage voor zijn laatste dienstjaar te betalen, te vervallen op 26 november.
II Terugbetaling van de vanwege zijn reis over land naar de Republiek gemaakte onkosten.
III Vergoeding van de jaarlijks betaalde wisselkosten vanwege het overmaken van zijn gage.
IV Terugbetaling van de door hem gemaakte transportkosten van zijn bagage en boeken van
Constantinopel
[Istanbul] naar de Republiek, uitgezonderd het risico van de zee.
V Enig onderhoud totdat hij een nieuwe betrekking heeft gekregen.
HHM geven de suppliant voor al zijn aanspraken eenmalig 1.200 gld., waarvan zij ordonnantie laten depêcheren. Hiervan wordt afgetrokken wat hij reeds aan gage over het laatste jaar heeft ontvangen.
3
Essen en de andere afgevaardigden naar de bespreking met de
extraordinaris gecommitteerden van
Holland
inzake de nadere beveiliging van de zee
berichten enkele belangrijke punten te hebben uitgelicht:
I Uit ervaring is gebleken dat de voor de blokkade van de kust van
Vlaanderen bestemde negentien schepen, vijf fregatten en een jacht deze
taak niet kunnen volbrengen. Hierdoor zou het nuttig zijn het
aantal
met
vier schepen minder toe te voegen aan de eskaders
kruisers.
II Er is gebleken dat de scheepskapiteins vanwege de geringe gage van matrozen het verplichte aantal bemanningsleden vaak met jongens moeten aanvullen. De extraordinaris gedeputeerden menen dat deze gages redelijk mogen worden verhoogd.
III De vier compagnieën soldaten van de kapiteins in vaste dienst zouden voortdurend op de zeeschepen kunnen dienen zodat zij bestand tegen zeeziekte en ervaren vaarders zijn geworden.
IV De Admiraliteitscolleges moeten alsnog worden gemaand alle op hen gerepartieerde oorlogsschepen zonder onderscheid van riemen te voorzien.
V Om verschillende redenen zouden de schepen in
Hellevoetsluis in plaats van
Vlissingen moeten worden
bevoorraad.
VI Het is onnodig dat schepen zo vaak de havens van
Engeland en elders binnenvaren om te worden schoongemaakt. Dit kan
immers elke acht of veertien dagen op zee gebeuren. Van de kiel
tot de
voorstevenknie kan het schip worden verkeend en daarvandaan kan het
met
loeten tot boven water worden schoongemaakt.
VII De kapiteins van de oorlogsschepen op zee die binnenvaren om te bevoorraden zouden hiervoor acht tot tien
dagen moeten krijgen. Wanneer deze termijn wordt overschreden en
kapiteins zonder noodzaak aan land of op een rede blijven liggen,
kan men hen straffen door hun geen gage en hun matrozen geen
kostgeld te betalen tijdens de overige tijd aan land, terwijl zij
wel
proviand moeten verschaffen.
VIII Het tussen
Texel en de
Maas kruisende eskader van het
Noorderkwartier
en het tussen
Het Vlie en het
Rif van Skagen
kruisende eskader van
Amsterdam
zouden 's winters niet onder de vlag naar de kust van Vlaanderen
moeten
varen, maar zich moeten terugtrekken naar hun
Admiraliteiten. Daar kunnen zij de bevelen van deze Colleges
afwachten.
HHM zullen deze punten bespreken met Z.Exc. en de afgevaardigden van de Admiraliteiten en erover berichten.
4
In een remonstrantie meldt de magistraat van
Aken
[Aachen], welke stad neutraal is tegenover de Republiek, voor de
RvS een proces te hebben lopen tegen korporaal
Geurt van Aecken c.s., ruiters te
Nijmegen.
Deze zaak zou al zes maanden kunnen zijn afgehandeld. De magistraat
verzoekt HHM om de Raad te gelasten deze zaak onmiddellijk en
voorgoed
af te ronden.
HHM verzoeken de RvS de suppliant een spoedige rechtsbedeling te geven.
5
Op verzoek van
Phillips Eduwart verlenen HHM hem na onderzoek van de
Raad van
Vlaanderen
aanstellingsbrieven om in
Vlaanderen het notarisambt te mogen
uitoefenen.
6
Kapitein
Joris van Cats verzoekt betaling van 112 gld. 15 st. 12 p. omdat hij in
1624
drie dagen honderd man van voedsel heeft voorzien. Deze moesten de
voorbijtrekkende artillerie begeleiden.
HHM geven het rekest aan de RvS om erover te beslissen.
7
Naar aanleiding van het verzoek van
Otto Gilveradt geven HHM hem uit medelijden 12 gld. Kamerbewaarder
Herdersum zal dit bedrag
uitbetalen.
8
Naar aanleiding van het verzoek van
Boudewyn de Man c.s. verlenen HHM hun mandement van revisie en wordt het
in hun nadeel gewezen vonnis van de
Admiraliteit te Rotterdam
vier maanden
opgeschort. De zaak wordt toegewezen aan het Rotterdamse
College.
9
HHM laten de door
Joost Brasser verzochte terugbetaling van de aan commissaris
Hoogenhouck naar
Hamburg meegegeven wisselbrief van 10.000
rijksdaalder
doen van de eerste provinciale bijdragen aan de 100.000 gld. voor
Glückstadt ter betaling van het subsidie voor de
Deense koning. Verder gelasten zij
Brasser alsnog hun resolutie van 12 sept. uit te voeren inzake het
inleveren van de authentieke kopieën van de in zijn handen zijnde
stukken aangaande deze subsidiebetaling.
10
In een memorie meldt commissaris
Hoogenhouck bij zijn vertrek uit
Glückstadt het
garnizoen daar op 3.880 man te hebben gelaten. Hij heeft echter
begrepen dat er sindsdien meer soldaten naartoe zijn gestuurd en
dat er
ook nieuwe troepen in naam van de
Deense
koning mogen worden aangenomen. Hoogenhouck vraagt HHM
hem
een bevel te geven om dit bij de betaling van de troepen in
Glückstadt te kunnen navolgen en een akte hiervan waarmee hij
zich kan
vrijspreken tegenover de officieren van de koning.
HHM geven de memorie aan de RvS. Na hierover te hebben besproken met Z.Exc. moet de Raad adviseren over het opstellen van de verzochte akte.
11
De memorie van de ordinaris kapiteins ter zee over de betaling van hun maandsalaris zullen HHM bespreken met de aanwezige afgevaardigden van de Admiraliteitscolleges
12
Naar aanleiding van de remonstrantie van de drost, burgemeesters, schepenen en raad van
Bergen op Zoom verzoeken HHM de heren van
Holland te
regelen dat hun
lastgevers
op de
belangrijkste ingediende stukken zullen
antwoorden.
13
De RvS adviseert d.d. 6 okt. over het op 29 sept. gedane verzoek van de heren van
Holland om in te stemmen met door
Elias
Trip verzochte uitvoer. De Raad meent dat Trip eerst zou
moeten aangeven waarheen hij de kogels wil uitvoeren.
Desondanks stemmen HHM in met de verzochte uitvoer, mits Trip binnen zes maanden erna bewijst de kogels naar toegestane plaatsen te hebben laten brengen.
14
HHM resumeren het verzoek van de
WIC ter Kamer Amsterdam
d.d. Amsterdam 3 okt. om afgevaardigden te sturen naar de vergadering van de
Heren Negentien
op 16 okt. Dit opdat zij de negentiende stem kunnen inbrengen en ten behoeve van de Compagnie helpen bij de besluitvorming.
HHM wijzen
Kelffken en
Bruininxs hiertoe aan.
15
De RvS adviseert d.d. 9 okt. over de op 16 sept. namens die van
Stralsund ingediende propositie. De Raad meent dat deze stad behouden
moet
blijven vanwege het belang van de scheepvaart op de
Oostzee. Bij een mogelijk beleg zou het
verzochte subsidiegeld noodzakelijk zijn. Eerst dient er echter een
geschikte afgevaardigde naar Stralsund te worden gestuurd met de
opdracht zich nauwkeurig over de situatie van de stad te laten
informeren. Als HHM dit rapport hebben gehoord en het nodig achten
om
die van Stralsund te steunen, kan worden besproken waarvandaan het
benodigde geld moet komen.
HHM nemen dit advies over en laten Z.Exc. een geschikte persoon naar Stralsund afvaardigen.
16
HHM resumeren de op 7 okt. gedane propositie van resident
Schultetus. Het garnizoen te
Glückstadt heeft
ongeveer acht weken geen of weinig geld gekregen en
genoegen
moeten nemen met levensmiddelen, waarover men ontevreden is.
Wanneer
betaling uitblijft, kan de door de stipte
wekelijkse
soldijbetalingen bewerkstelligde goede orde en militaire discipline
afnemen en misschien verslechteren.
HHM laten het aan
Z.M. van Denemarken beloofde subsidie slechts aanwenden voor de
betaling van het
genoemde garnizoen.