30 - 10 - 1628

Presentielijst:

Resoluties:

1 Kolonel Morgan verzoekt HHM om hem een aanzienlijk bedrag te geven. Hij stelt zich tevreden met de 10.000 rijksdaalder die hij na afrekening van de koning van Groot-Brittannië tegoed heeft.
HHM geven het rekest aan de RvS. Hij moet dit met Morgan bespreken en erover adviseren.

2 Een brief van agent Brederode d.d. Bazel 3/13 okt. behoeft geen resolutie.

3 Een brief van resident Aissma d.d. Hamburg 8 okt. behoeft geen resolutie.

4 De aanwezige afgevaardigden van de Admiraliteitscolleges adviseren d.d. 26 okt. over het op 14 okt. ingediende rekest van Guilliaeme Bartelotti c.s. Zij achten dit verzoek in strijd met het plakkaat tegen de uitvoer van munitie, zodat het dient te worden afgewezen.
HHM nemen dit advies over.

5 De op 16 okt. naar de vergadering van de Heren Negentien afgevaardige Bruninxs brengt rapport uit. De bewindhebbers in Zeeland hebben geweigerd hun afgevaardigden naar deze vergadering te sturen, hoewel zij wel behoorlijk zijn ontboden en de aanwezige leden erop hebben aangedrongen. De Zeeuwse bewindhebbers beweren echter dat de vergadering buitentijds en onwettig is uitgeschreven, aangezien bij de afsluiting van de vorige bijeenkomst was besloten niet meer bij elkaar te komen totdat er over het slagen van de onderneming van admiraal Pieter Hein zou zijn bericht. Dit is nog niet gebeurd.
HHM verzoeken de Staten van Zeeland om de bewindhebbers van de Zeeuwse Kamer te ontbieden. Zij moeten hen overhalen hun afgevaardigden met volkomen last op de vergadering van de Heren Negentien te laten verschijnen om volgens oude gewoonte de punten van beschrijving en wat verder ter tafel komt te bespreken. De vergadering wordt immers nog enige tijd verlengd, opdat er geen breuk in de WIC ontstaat.

6 Kolonel Haulterives verzoekt de hoge officeren en onderofficieren van de Franse natie op de oude voet te betalen en ten aanzien van hen de voorgenomen bezuiniging niet te laten doorgaan.
HHM geven dit rekest voor advies aan de RvS.

7 De president bericht door de naar Glückstadt vertrekkende commissaris Hoogenhouck te zijn ingelicht over het gebrek aan buskruit in deze stad. Hoogenhouck vraagt een aanzienlijke hoeveelheid buskruit naar Glückstadt te sturen.
HHM verzoeken de RvS te regelen dat er naast de zestienduizend pond buskruit nog eens 44.000 pond naar Glückstadt wordt gestuurd. Zo wordt de in een eerdere resolutie gelaste zending van zestigduizend pond gehaald.

8 Naar aanleiding van het verzoek van Jan van Hattingen uit Nuis geven HHM hem uit medelijden 6 gld., uit te keren door deurwaarder Hardersum.

9 Gaspert van Eyck schrijft d.d. Heusden 27 okt. aldaar een Fransman te hebben gevangengenomen die valse pistoletten wilde maken. Hij heeft een van de munten opgestuurd aan HHM.
De heren van Holland nemen deze brief mee.

10 Essen en de andere afgevaardigden naar de bespreking met de gedeputeerden van de Admiraliteitscolleges berichten over de schulden. Deze bedragen tot eind dec. 1627 4.707.988 gld., ongeveer 180.000 gld. meer dan waarop deze in 1627 zijn geraamd. Dit betreft 2.700.000 gld. aan lopende schuld en 2.007.988 gld. op rente gesteld. Onder de schulden van de Admiraliteit te Amsterdam zijn twee posten van ongeveer 100.000 gld. per stuk, afkomstig van door ene Lucanelli en door kooplieden uit Hamburg opgeëiste goederen. Indien deze onder de op rente gestelde posten zouden worden geplaatst, blijft er 2.500.000 gld. over, waarvan de provincies hebben geconsenteerd in de repartitie.
HHM stellen een besluit hierover uit.

11 Op verzoek van HHM zal Beaumont het weerwoord van de Staten van Zeeland inleveren op de door die van Bergen op Zoom ingediende stukken en bijlagen ter rechtvaardiging van de heffing van 10 st. op door hun stad vervoerd bier.

12 HHM lezen een rekest van de in Dordrecht woonachtige echtgenotes van de pontgasten. Zij klagen dat hun mannen hun voedsel tegen een hogere prijs moeten kopen van door de kapitein van de ponten daartoe opgedragen personen, terwijl dit bij een ander goedkoper is te verkrijgen. Zij verzoeken deze verplichting voortaan af te schaffen.
HHM geven het rekest aan de RvS. Deze moet informatie inwinnen over de kwestie en de klachten van de supplianten wegnemen.

13 De binnengekomen Z.Exc. en de RvS dienen de door hen conform de behoefte van het land opgestelde petitie in. De provincies dienen hierin te consenteren vanwege de betaling van de kosten van de oorlog te water en te land in het komende jaar 1629, de aflossing van het op rente geleende geld en de betaling van het aan de koning van Denemarken toegezegde subsidie.
HHM bedanken Z.Exc. en de Raad. Naar oude gewoonte zal de petitie naar de provincies worden gestuurd met het verzoek hiermee in te stemmen voor aanvang van of tenminste aan het begin van 1629. Daartoe moeten zij regelen dat hun landdagen spoedig in november of uiterlijk december worden uitgeschreven. HHM verzoeken Z.Exc. en de Raad dit schriftelijk te ondersteunen. Aangezien de Staten van Gelderland in voorgaande jaren hun bijeenkomst hebben uitgesteld tot het voorjaar wordt afzonderlijk aan het Hof van Gelderland geschreven. Dit wordt verzocht minder tijd te nemen en de landdag voor november of uiterlijk december uit te schrijven, zodat er dan over de petitie kan worden besloten.
HHM bespreken of de door Z.Exc. en de RvS ingediende petitie voor 1629 moet worden verhoogd met het reeds aan die van Stralsund beloofde subsidie van 30.000 pond en eventueel later toegezegde bedragen.
HHM laten de Raad hiervoor te zijner tijd een afzonderlijke petitie opstellen om deze vervolgens aan de provincies te sturen.

14 Op verzoek van de RvS beloven HHM de aangevangen fortificatiewerken te voltooien. Zij laten Lochteren vanwege diens afwezigheid vervangen door Essen.

15 In de vergadering wordt een kohier getoond van de omvang van het onbelaste staatse gebied in Vlaanderen. Dit hebben de commissarissen voor de vernieuwing van de magistraat en het afhoren van de rekening in Sluis conform hun commissie van 8 aug. laten opstellen.
HHM geven het kohier aan Eck, Noortwyck, Stavenis, Ploos, Eysinga, Aelbertsz. en Schaffer. Deze heren zijn op 25 juni 1 aangesteld om de belasting van de gecultiveerde gebieden in Vlaanderen te bespreken.