21 - 12 - 1628

Presentielijst:

Resoluties:

1 De Admiraliteit te Amsterdam bericht Amsterdam d.d. 16 dec. over het verzoek van Johan Poleve, koopman uit Limoges. Diens facteur heeft op 17 juli ten kantore van de konvooien en licenten 38 balen met tweehonderd riemen wit papier aangegeven. Na onderzoek van deze balen bleken ze 465 riemen wit papier te bevatten die op aanklacht van de fiscaal d.d. 29 aug. conform de plakkaten zijn geconfisqueerd.
HHM kunnen het verzoek van de suppliant niet behandelen.

2 Ontvangen is een brief van Don Emanuel d.d. Brussel 17 dec., met daarnaast een notariële akte, waarin hij de toestemming, de machtiging en het bevel aan zijn echtgenote prinses Emilia de Nassau intrekt om zijn huis Einborch in het dorp Wijchen te verkopen of te verhandelen.
Er wordt geen resolutie genomen.

3 Ontvangen is een brief van de bewindhebbers van de WIC ter Kamer Enkhuizen d.d. aldaar 16 dec. Zij hebben conform de ordonnantie en last van HHM in hun brief d.d. 8 dec. drie personen ( Lucas Albertsz., Jacob Volchertsz. en Cornelis Jansz. Noortlandt) genomineerd om één van hen door de burgemeesters tot bewindhebber te laten kiezen. Maar zij prefereerden Meindert Tomasz. om de in de eerdere brief genoemde redenen.
HHM blijven bij hun op 19 dec. genomen resolutie op de remonstrantie van de gedeputeerden van Enkhuizen.

4 HHM lezen de memorie van de aanwezige gecommitteerden van de stad Hasselt, met het verzoek om in overeenstemming met de resolutie de weg tussen Hasselt en Rouveen te laten maken. Ze delen mee deze weg tegen een behoorlijke prijs te willen maken op de plaats die HHM zullen ordonneren. Zij zullen deze ten dienste van de Generaliteit in de toekomst onderhouden.
De weg zal conform de resolutie van HHM worden gemaakt, maar de aanbesteding noch het onderhoud worden ter hand genomen, zonder voorafgaande kennisgeving en uitdrukkelijke toestemming van de Staten van Overijssel .

5 Op het verzoek van Sivees wordt ordonnantie gedepêcheerd voor een half jaar huishuur van het logement van de ambassadeur van Venetië, verschenen op 1 november.

6 Op het verzoek van kapitein Dirck de Swart uit Arnhem wordt hem een voorschrijven verleend aan de koning van Zweden. Voor de reis erheen ontvangt hij 50 gld., waarvan ordonnantie gedepêcheerd wordt.

7 Henrick van Beeck en Bernhardt Braem verzoeken het onderzoek te starten in de voor HHM uitstaande beroepszaak tegen Willem Jansz., korporaal onder de compagnie van ritmeester Eeckeren, c.s. Zij verzoeken HHM een vonnis te vellen.
HHM besluiten deze zaak aan de Hoge Raad over te dragen, met het verzoek deze zaak te onderzoeken en te vonnissen. Daarna zal het vonnis door HHM worden uitgesproken. HHM zullen zorgdragen voor de vacaties van de raadsleden.

8 HHM lezen het verzoek van Engel Rooswijck, door het Hof van Holland aangesteld als klager voor het gerecht namens de door Carel Vermander nagelaten kinderen. Moeder is Cornelia Rooswijck. De suppliant verzoekt de door HHM in de apostille gestelde tijd om te antwoorden op een rekest met de bijgevoegde stukken betreffende Nicolaes Snouckert met een maand vanaf vandaag te verlengen.
HHM kennen de suppliant omwille van het nakomen voor alle vertraging acht dagen vanaf vandaag toe.

9 Door de president wordt het voorstel uiteengezet om de goederen die over zee naar Calais gaan in de konvooien te verhogen en om de haringvissers van dit land die haring invoeren, hierover inkomend konvooien te laten betalen. Deze zaak wordt opgeschort na de verklaring van de gedeputeeren van Holland en Zeeland hierop niet gelast te zijn.

10 Het rekest van Gerridt van Brouchoven dat gisteren bij HHM is ingediend wordt geresumeerd en met de RvS gecommuniceerd. Hij wil van de 35 ruiters te Bergen op Zoom naast zijn reisbagage zonder vermindering als vrij geld de 600 gld. terugkrijgen die hem in het vonnis van de RvS als reisgeld is toegewezen, alsmede een zilveren schaal en drie stukken kanjanten.
HHM horen daarop de overwegingen en het advies van de RvS om de suppliant 300 gld. zuiver geld toe te kennen. Desondanks besluiten zij de suppliant 600 gld. toe te kennen, met last aan de ruiters en de gouverneur te Bergen op Zoom om hem dit bedrag onverkort mee te geven.

11 Ter vergadering compareert de RvS die HHM het verzoek voorlegt van de gemene voerlieden van Utrecht om betaling voor hun legerdiensten anno 1625, alsmede de verschillende verzoeken van Mathys Treuniet en Cornelis de Bruyn, werkbazen. De eerste heeft aan ordonnanties voor aangelegde fortificaties van het land nog 70.000 gld. tegoed en de ander 24.000 gld. Ze verzoeken om omzetting van hun ordonnanties in obligaties op een behoorlijke rente ten laste van de Generaliteit. Ze zullen zich ermee tevredenstellen de eerste twee jaren geen geld te vorderen.
HHM besluiten conform het advies van de RvS, teneinde het land niet te overbelasten met rente en de provincies niet trager te maken met het opbrengen van hun quoten voor de fortificaties, niet in te gaan op hun verzoeken. Maar om Treurniet en De Bruyn tevreden te stellen zal men de verschillende provincies door middel van serieuze brieven aanmanen om binnen een maand ten kantore van ontvanger-generaal Doublet in baar geld 300.000 gld. op te brengen, in mindering op hun legerlasten van het lopende jaar 1628, bovenop de 200.000 gld. waarvan al decharges zijn uitgegaan. Dit zal worden besteed aan de betaling van de artillerietrein en de schepen die verleden zomer verderop zijn gezonden.
HHM besluiten conform het advies. De Raad wordt verzocht aldus aan de provincies te schrijven, Z.Exc. zal worden verzocht dit schrijven alsmede de brieven van HHM met de zijne te ondersteunen.