09 - 09 - 1629
1Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
De
thesaurier is uit het leger teruggekeerd. Hij rapporteert het
volgende: ten eerste dat Z.Exc.
het plan om het
vijandelijke leger op de
Veluwe aan te tasten,
niet
goedkeurt. Wel mag men het leger onverhoeds aanvallen met enkele in
de
Betuwe aanwezige vuurroers en cavalerie indien
men
daar voordelen van verwacht; ten tweede dat Z.Exc. de voortgang
van
de werken aan de
Vecht ten hoogste aanbeveelt en
hij
een rapport verwacht over de inspectie van de
Grebbe om aldaar een landweer te maken; ten derde
dat
Z.Exc. sterk aanbeveelt om voor de nabij
Rhenen
gelegen dwarsdijk een gracht te laten graven van drie roeden breed;
ten
vierde verwacht Z.Exc. alsnog een resolutie over het lichten van
compagnieën als de vijand met zijn hele leger over de
Rijn is getrokken, volgens de daarvan toegestuurde
en
nu vernieuwde lijst.
De thesaurier wordt bedankt voor zijn moeite. HHM zullen graaf
Ernst Casimir van Nassau en de gedeputeerden van HHM te
Arnhem in
overweging geven iets belangrijks tegen de vijandelijke bruggen
over
de
IJssel te ondernemen, zonder daarbij de macht
van
het land in de waagschaal te stellen.
2
Ambassadeur
Langerack schrijft d.d. Parijs 31 aug. onder andere graag
bericht te ontvangen over de verovering van
Wezel
en
over het volk dat daarbij is omgekomen.
3
Mathias Notelmans van
Zaltbommel verzoekt driehonderdvijftig
zakken zout van de stad
Grave naar
Gennep te mogen voeren.
Dit verzoek wordt de RvS voor advies ter hand gesteld.
4
Ontvangen is een brief van commandant
Mulert d.d. Gennep 1 sept. met de klacht dat de kantoren van de
steden
Nijmegen en
Grave weigeren
paspoorten te geven of enkele goederen naar Gennep te laten
gaan.
Deze klacht wordt de RvS voor advies ter hand gesteld.
5
De gedeputeerden van HHM te
Arnhem verzoeken per brief d.d. aldaar 8 sept. onder andere om
flinke financiële hulp.
Deze brief wordt de RvS voor advies ter hand gesteld.
6
De gedeputeerden van HHM te
Wezel verzoeken per brief d.d. aldaar 6 sept. om financiële hulp.
Deze brief wordt de RvS voor advies ter hand gesteld.
7
Op de onkostendeclaratie van
Eyssinga en
Jensma in verband met
hun reis naar
Emden voor het aannemen van de Zweedse troepen
sinds 4
juli 1629, wordt ordonnantie gedepêcheerd.
8
Ter vergadering compareren
Herberts en
De Groot. Zij zijn
teruggekeerd uit
Rotterdam en rapporteren conform de
resolutie
van HHM de schout, burgemeesters en schepenen van Rotterdam te
hebben
getracht te bewegen tot uitlevering aan de Generaliteit van de
gevangengenomen
Jan Leendertsz.
Schouten die
verboden correspondentie heeft gevoerd met een vijandelijke persoon
te
Brussel. Zij weigerden dit. Wel zijn ze bereid
opening van zaken te geven over de bekentenis van de gevangene. Het
gerechtelijk verhoor daarvan is ter vergadering getoond.
Herberts en De Groot worden bedankt voor hun moeite.