21/11/1629

 
English | Nederlands

21 - 11 - 1629

Presentielijst:

Resoluties:

1 HHM besluiten de RvS te machtigen het geld dat nodig is ter betaling van twee maanden soldij voor de dertien compagnieën, tegen rente te lenen ten laste van de verhoging van de afkoop van de gemene middelen van het platteland van de Meierij van 's-Hertogenbosch. Daarna zal onderzocht worden of Gelderland en Overijssel terecht niet meer betalen. Beide provincies hebben verzocht in dat geval ook de vermindering van de quoten die Zeeland en Groningen genieten, te overwegen. Verder besluiten HHM de ontvangers van de contributies aan te schrijven zo snel mogelijk hun rekening aan de RvS te doen, alsmede aan de superintendenten en ontvanger Jacob Suerius van de bede van Brabant over de dertiende penning van deze bede. Zij moeten zich hierbij houden aan de resolutie d.d. 26 aug. 1626.
De gedeputeerden van Friesland en Groningen verklaren dat zij geen last hebben ontvangen tot de lening en er niet mee kunnen instemmen. Zij verzoeken hun provincie niet te binden aan deze resolutie noch te belasten.

2 Ontvangen is een brief met berichten van vice-admiraal Quast d.d. 12 nov. aan boord van Den Hollantschen Thuyn, waarop geen besluit is genomen.

3 Ontvangen is een brief van de magistraat van Harlingen d.d. Harlingen 8 nov. waarin de namen genoemd worden van drie in Turkije gevangenzittende personen.
HHM besluiten de namen op de lijst te zetten die aan commissaris Jan Wendelsz. gegeven zal worden.

4 Gehoord is het verslag van Essen en de andere afgevaardigden van HHM die in navolging van de resolutie van gisteren gesproken hebben met Z.Exc. over de inkwartiering van de regimenten van de oversten Morgan, Holck, Ferents en Rosecrantz, alsmede van 24 vrije compagnieën infanterie in het Land van Mark en Kleef.
Na eerder beraad met Z.Exc. en de RvS besluiten HHM in te stemmen met de inkwartiering van het bovengenoemde krijgsvolk, van de door Friesland en Groningen ten laste van de Generaliteit buitengewoon gelichte vijftien compagnieën infanterie en drie vanen ruiters, en van de compagnie ruiters van Soppenbrouck. HHM machtigen de RvS de genoemde oversten en de kapiteins van de bovenstaande regimenten en compagnieën zo snel mogelijk op te roepen en, na overleg tussen Z.Exc. en deze officieren, de voorwaarden te bespreken waarop zij zich in de genoemde landen inkwartieren om aldaar in hun onderhoud te voorzien. Zij komen onder het bevel van een voor alle excessen aansprakelijk hoofd te staan, leggen de eed af aan de Republiek maar worden niet door haar betaald. Intussen worden ze betaald afhankelijk van de tijd die zij in dienst zijn geweest. Elke compagnie infanterie, zowel behorend tot de bovengenoemde regimenten als daarbuiten, moet teruggebracht worden tot honderd man. De genoemde betaling moet zoveel mogelijk geschieden uit de door de provincies voor het onderhoud van het nieuw gelichte krijgsvolk goedgekeurde 600.000 gld., uit het restant van het door de WIC tegen rente verschafte geld en uit het geld dat door Gelderland , Holland en Utrecht in het voorjaar is beloofd om twaalfduizend man te lichten. Wat betreft de compagnieën van deze twaalfduizend man die onder het bovengenoemde krijgsvolk vallen en wat betreft de rest van het geld dat dit krijgsvolk rechtens toekomt, deze compagnieën zullen door de RvS over de diverse provincies worden gerepartieerd en de provincies moeten het benodigde geld zo snel mogelijk bij het kantoor van de ontvanger-generaal inleveren om het genoemde krijgsvolk volledig te betalen.
De gecommitteerden van de provincie Utrecht verklaren eraan vast te houden dat Z.Exc. en de RvS moeten beslissen over de voorgestelde inkwartiering. In het geval dat de inkwartiering door de oversten wordt aangenomen, moet dit gebeuren met de meeste orde en de minste hinder. Zij verklaren geen andere last te hebben ontvangen betreffende de lichting die teweeg is gebracht door het beleg van 's- Hertogenbosch en de inval op de Veluwe, dan zij voor deze tijd hebben gekregen.

5 Gehoord is de verklaring van de heren van Holland over het concept van de volgens een eerdere resolutie van HHM aan de provincie Utrecht toegezegde akte van non-prejuditie voor de politieke Amersfoortse gevangenen.
HHM stellen het concept vast en gelasten het te versturen.

6 Op het verzoek van Francisco Vaz de Lion stemmen HHM in met voorschrijven aan die van de vesting van Salé om ervoor te zorgen dat de Portugees Aaron Querido uit Amsterdam de goederen van de suppliant aldaar niet in beslag neemt. Als Querido meent dat hij iets heeft te vorderen van de suppliant, dan moet hij proberen dit in hun beider woonplaats Amsterdam te verkrijgen.

7 HHM besluiten ordonnantie te depêcheren op de declaratie van de gemaakte kosten tijdens de reis van pensionaris Cats en burgemeester Berckel naar 's- Hertogenbosch vice versa van 2 tot en met 5 oktober.

8 De gedeputeerden van de Admiraliteit in het Noorderkwartier compareren en dienen diverse punten in.
HHM stellen een besluit uit.