11 - 12 - 1629
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Ontvangen is een brief met berichten van orateur
Haga d.d. Constantinopel [Istanbul] 29 sept. waarop geen besluit
is
genomen.
2
Voltooid is het lezen van de consenten van de provincies op de petitie van de RvS ter ondersteuning van de oorlog te water en te land in 1629.
HHM besluiten de consenten aan de RvS te geven om te onderzoeken, de achterstallen in de betaling eruit te halen en vervolgens bij HHM in te dienen om verder over te beslissen.
3
Willem Jansz. Pesser en
Zeger Bogaerdt schrijven
in hun brief
d.d. 's-Hertogenbosch 6 dec. over de moeilijke situatie in
's-
Hertogenbosch en hun zorg dat daaruit ellende
zal
ontstaan.
HHM besluiten de brief aan de RvS te geven voor advies na overleg met Z.Exc.
4
Geresumeerd is het op 6 dec. opgestelde conceptantwoord op de brief van
Langerack d.d. 26 november.
Na diverse overwegingen van de heren van
Holland om het antwoord niet te sturen vernomen te hebben, besluiten
HHM
Noortwyck en
Vosbergen op
te
dragen met ambassadeur
De Beaugy
te spreken om
te
vernemen of hij opdracht heeft van de
koning van
Frankrijk om met HHM te overleggen over de eerder met hem
besproken zaak. Zij moeten hiervan verslag doen.
5
Gelezen is de memorie van
Falckenberch, hofmaarschalk van de koning van Zweden, waarin hij om zich
vrij te pleiten verhaalt wat er is gebeurd betreffende het afdanken
van
de troepen van
Zweden. Hij vraagt om een
beslissing
over de desbetreffende bij de RvS ingediende punten.
HHM besluiten dat de memorie naar de RvS gaat om te beslissen en om de hofmaarschalk zoveel genoegdoening te geven als met behoud van 's lands gerechtigheid mogelijk is.
6
Geresumeerd is het advies van de
Generaliteitsrekenkamer
d.d. 8 dec. over het op 5 mei bij HHM ingediende verzoek van de
Admiraliteit in het Noorderkwartier
betreffende de betaling van 6.222 gld. die de
weduwe van admiraal Kerckhoven voor ontvangen levensmiddelen eist van vier kapiteins van
het
Noorderkwartier die in dienst van de Signoria
van
Venetië zijn geweest. Het geld is voor rekening
van
de kapiteins gebracht en door de Admiraliteit ontvangen.
Suriano heeft de weduwe niet
betaald omdat zij
te
veel kostgeld van de
Admiraliteit te
Amsterdam
zou hebben ontvangen. Hij eist dus dat de 6.222 gld. aan deze
Admiraliteit wordt betaald. Dit is gedeeltelijk gebeurd omdat
naderhand
werd ontdekt dat de weduwe niet te veel kostgeld heeft
ontvangen.
HHM hebben de aanwezige gedeputeerden van de Admiraliteit te Amsterdam gehoord. Om de door hen genoemde redenen en om de in het advies van de Generaliteitsrekenkamer gegeven redenen besluiten HHM overeenkomstig dit advies dat de 6.222 gld. in de staat van uitgaven van de
ontvanger-generaal van deze Admiraliteit wordt opgeschreven ter ontlasting van de vier kapiteins op
wie de weduwe buiten hun schuld het geld verhaalde. HHM gelasten
equipagemeester
Jan Symonsz.
Blauhulck
bovengenoemde
ontvanger de onder hem berustende 470 gld. te geven en wat
voortvloeit
uit het voedsel dat de Signoria van Venetië heeft toebehoord om
daarmee
het land zoveel mogelijk te garanderen van het bedrag van 6.222
gld.
Verder ordonneren HHM erop te letten of bij gelegenheid de rest van
het
geld niet terug te vorderen is van de Signoria.