21/01/1630

 
English | Nederlands

21 - 01 - 1630

Presentielijst:

Resoluties:

1 HHM lezen het advies van de RvS d.d. 17 jan. over de brief van Wiarda en Amama d.d. Amsterdam 6 dec. 1629 aan HHM met nieuwe feiten over Emden sinds het vertrek van de gecommitteerde van die stad alhier.
HHM hebben in hun resolutie d.d. 22 nov. 1629 bepaald dat de gecommitteerden van de graaf van Oost-Friesland en die van de stad Emden op 1 feb. geheel geïnstrueerd en gelast hierheen zullen terugkeren. Conform het advies zullen ze dat moment afwachten alvorens iets in deze zaak te besluiten. Ondertussen zal een kopie van de genoemde klachten aan Emden worden gezonden ter kennisname, met de ernstige waarschuwing niet te handelen in deze zaak voordat zij hier zijn geweest. Pas daarna zal, alles in aanmerking genomen, worden beschikt.

2 Ontvangen is een brief van de hoogschout en schepenen van 's- Hertogenbosch d.d. 19 jan. met antwoord op de brief van HHM d.d. 15 januari.
Er wordt geen resolutie genomen.

3 Ontvangen is een brief van de keurvorst van Keulen d.d. Bonn 12 jan., met klachten over verschillende gewelddadigheden en excessen die enkele soldaten van dit land zouden hebben gepleegd in het stift Paderborn.
De brief gaat naar de RvS, om na overleg met Z.Exc. maatregelen te nemen. De misdadigers zullen conform het recht streng worden gestraft.

4 Neck, de aanwezige gedeputeerde van de Admiraliteit te Amsterdam heeft HHM de inhoud van een aan hem geadresseerde brief meegedeeld van dezelfde Admiraliteit d.d. 18 januari. Deze heeft betrekking op een brief van de konvooimeester en de controleur van de konvooien en licenten te Doesburg d.d. 9 jan. aan fiscaal Storm. De brief meldt dat de commandant van het garnizoen in dezelfde stad de konvooimeester en de controleur de uitoefening van hun dienst verhindert.
HHM zullen de Admiraliteit over deze hele zaak en over de betaling waarop zij meent recht te hebben, om informatie zal worden gevraagd, alsmede om advies over de middelen die men ter hand zou moeten nemen in het belang van de inkomsten van het land.

5 Ontvangen is een brief van Oosterwijck d.d. Venetië d.d. 4 jan. met enkele bijlagen met berichten.
Er wordt geen resolutie genomen.

6 Gerestein heeft HHM laten weten dat Z.Exc. verzoekt het bedrag waarin is toegestemd ter fortificatie van Ruhrort en Büderich voor het einde van deze maand aan ontvanger-generaal Doublet ter hand te stellen, om op tijd door hem te kunnen worden gebruikt. De provincies hebben verklaard dat hun quoten in de toegestemde 130.000 pond rond 1 feb. beschikbaar zullen zijn, met uitzondering van de gedeputeerden van Friesland. Zij zullen enkele dagen langer nodig hebben omdat hun principalen niet bijeen waren toen zij hen aanschreven om hun consent te vernemen over de genoemde som. Ze komen pas weer in februari bijeen, maar de gedeputeerden hebben vaste hoop dat de quote opgebracht zal worden.

7 Ontvangen is een brief van fiscaal Renneman d.d. Dokkum 1 jan. o.s., alsmede enkele vonnissen die door de Admiraliteit aldaar zijn gewezen over het vierde, achtste en zestiende artikel van het afgekondigde plakkaat op de heffing van de konvooien en licenten, alsmede de uitbreiding ervan op 23 aug. 1628 die men HHM verzoekt te herzien. Daarnaast stuurt de fiscaal een remonstrantie met enkele punten ter voorkoming van fraude en misbruiken in het middel der konvooien om daarop een resolutie van HHM te verkrijgen.
Alvorens hierop te beschikken besluiten HHM deze brief samen met de vonnissen alsmede met de remonstrantie te overhandigen aan Lochteren, Van der Dusse, Rollant, Rode, Veltdriel, Marienburch en Clant. Zij dienen deze te onderzoeken en hierover te rapporteren, advies uit te brengen op de herziening waarom is verzocht, alsmede op de punten in de genoemde remonstrantie.

8 Vosbergen geeft HHM kennis van een uittreksel uit een brief d.d. 31 dec. 1629 aan de koning van Bohemen, afkomstig van een betrouwbare bron en een geheim persoon in Duitsland. De strekking is dat de Katholieke Liga haar krachten bij die van de keizer zal voegen, om gezamenlijk de Republiek aan te vallen. De graaf van Tilly zou het bevel hebben gekregen om bij de eerste gelegenheid met de Republiek te breken.
Vosbergen wordt bedankt voor de kennisgeving en wordt verzocht Van de Veken een paspoort voor Dhona te laten verzorgen, opdat zijn gezantschap naar de keurvorst kan worden uitgevoerd.

9 De gedeputeerden van de provincie Zeeland hebben in de vergadering de staat van de opbrengst van de konvooien en licenten van de kantoren onder de Admiraliteit in Zeeland ingediend, op basis van de maandstaatjes en rekeningen over de periode 1 sept. 1625 tot en met 31 aug. 1626. De pachters van een kwart van de konvooien beschouwen zichzelf als tevredengesteld nu de door dezelfde pachters aan het land te betalen verhoging van het licent te Calais, Boulogne-sur-Mer en de Somme, wordt gecompenseerd met hun vergoeding vanwege de sluiting van de licenten bij retorsie gedurende hun pacht.
Hierop wordt geen besluit genomen.

10 Rantwijck en Roode rapporteren in navolging van de resolutie van [12] jan. gesproken te hebben met de Portugees Pimentel over zijn suggestie die het land tot voordeel kan strekken. Hij stelt voor de ingevoerde ruwe zijde met een schelling per pond te belasten, te betalen door de koper uit de eerste hand. De ingevoerde bewerkte zijde en het zijden laken zouden op gelijke wijze moeten worden belast. Daarnaast dienen ze een voorstel en een conceptordonnantie in op basis waarvan de genoemde impost zou kunnen worden verpacht en geheven.
Het voorstel van Pimentel zal de aanwezige gedeputeerden van de Admiraliteiten voor onderzoek en advies ter hand worden gesteld.

11 Commissaris Hartman verzoekt ontheven te worden van de 710 rijksdaalder die de secretaris van de voormalige gouverneur in Glückstadt eist. Die zouden door het land moeten worden voldaan of HHM zouden hem tenminste 2.300 pond moeten betalen die hem van het land nog toekomt bij het sluiten van de rekening.
HHM besluiten de provincies die het minst hebben betaald in de subsidies van Denemarken te schrijven alsnog hun achterstallen op te brengen om daaruit te suppliant te kunnen betalen.

12 Hendrick Jansz. van Borculo, ordinaris bode van HHM, zal voortaan het extraordinaris jaarlijkse traktement genieten dat beschikbaar is gekomen na het overlijden van de weduwe van Adriaen Jansz. Conck.

13 De gedeputeerden van de provincie Holland hebben in de vergadering verklaard dat hun principalen in verband met de berichten over schaarsheid van graan in Polen van mening zijn dat de legatie naar Moskovië zo spoedig mogelijk voortgang moet vinden. Zij verzoeken een persoon uit hun provincie naast Eck aan deze ambassade te mogen toevoegen. Indien de provincies dat niet goedvinden, moet de ambassade toch doorgaan.
HHM besluiten dat de ambassade naar Moskovië zo snel mogelijk voortgang moet vinden. Vijf provincies verklaren graag te zien dat de ambassade met slechts één persoon naast Eck wordt uitgebreid, indien de gedeputeerden van Friesland en Holland over de persoon overeenstemming kunnen bereiken. De gedeputeerden van Holland zullen dit rapporteren aan hun principalen.

14 Tot nader onderzoek van de instructie voor de ambassade naar Moskovië is Arnhem in de plaats gekomen van Huygens.