22 - 06 - 1626
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Naar aanleiding van het verzoek van het stadsbestuur van
Gorinchem en het advies daarover van de RvS, is afgesproken dat de
uitvoer van waren op het platteland overal op dezelfde voet zal
plaatsvinden zodat bevoordeling van de ene ten opzichte van de
andere
stad wordt voorkomen. Aan de licentmeesters in
Zaltbommel en
Heusden zal worden
geschreven dat zij geen goederen mogen doen toekomen aan dorpen
die
met hun lijst op Gorinchem zijn aangewezen. Ook mag niet van de
lijsten
afgeweken worden. Aan de commandanten van de steden zal worden
geschreven hierop nauwlettend toe te zien, teneinde verdere
klachten te
voorkomen.
2
Conform de op 20 juni verstrekte opdracht zijn de concepten van de brieven aan de commandanten en licentmeesters in de grenssteden inzake de overlast die men op het platteland ondervindt bij de uitvoer van levensmiddelen gelezen en goedgekeurd.
3
De door
Robrecht Reidt ingeleverde repliek gaat naar kapitein
Moulert voor dupliek binnen 24 uur
na
insinuatie.
4
De magistraat van
Nijmegen heeft verzocht de boeren tijdens de hooitijd toe te staan hun
bier in een grotere hoeveelheid en zonder briefjes te halen.
De RvS wordt advies gevraagd.
5
De verdreven oud-predikant
Leonardo Lontzen is 60 gld. toegekend.
6
Kapitein
Villetart heeft een rekruut meegebracht die door
Z.Exc. wordt aanbevolen.
De RvS zal hierover beslissen en ook over het verzoek van Villetart, onder aanbeveling van de
Franse
ambassadeur, zijn schorsing te beëindigen.
7
De RvS zal beslissen over een brief d.d. 3 juni waarin de
koning van Groot-Brittannië vraagt kapitein
Bruncker
vanwege zijn
absentie niet te benadelen in diens traktement.
81
Naar aanleiding van de namens de
Perzische ambassadeur op 11 juni ingeleverde memorie en het op 18 juni ingediende
verzoek om een antwoord, hebben HHM besloten de ambassadeur te
laten
weten dat de consuls te
Aleppo en omgeving niet
door
deze staat teruggeroepen kunnen worden zolang de kooplieden niet
zijn
ingelicht. De consuls zijn namelijk aangesteld om hun goederen te
beschermen. Inzake het verzoek de
Perzische
koning
te steunen in zijn plan nog enkele steden van de Portugezen af te
nemen, verwijzen HHM naar de officieren van de
VOC
ter plaatse. Dat de komst
van de
ambassadeur HHM aangenaam is hebben zij reeds verklaard, maar
zullen
zij nog onderstrepen met brieven van recredentie die hem bij zijn
vertrek meegegeven zullen worden.
9
Jan van der Veecken, agent van de bisschop van Luik, klaagt over het optreden
van de soldaten ten plattelande en verzoekt om hernieuwing van het
plakkaat van 1607.
De RvS moet adviseren.
10
Berck bericht d.d. Venetië 5 juni.
Er wordt geen besluit genomen.
11
Pieter van Everdingen, burger van Alkmaar, verzoekt betaling van 25 gld. per jaar
die hem voor het Bestand toekwamen op een rentebrief ten laste van
de
domeinen van 's-
Hertogenbosch.
De superintendenten en rentmeester van de beden van
Brabant zal om een reactie worden gevraagd.
12
Elisabeth van Frens, douairière van Kniphuisen, krijgt voorschrijven aan de
graaf van
Oldenburg.
13
De RvS heeft de instructie voor
Ludolph van Lintzenich als controleur van de schepen conform de resolutie van 4
juni opgesteld.
Schagen en
Beaumont zullen de
instructie
onderzoeken en daarover rapporteren. Ondertussen zal de commissie
voor
Lintzenich worden gedepêcheerd.
14
Joachimi schrijft d.d. Londen 18 juni dat
Jan Aventrot de
Karel I een middel aan de hand wil
doen waarmee
de
schatkamer van de
Philips IV in
een
onuitblusbare brand kan worden gestoken, maar nog afwacht of HHM
hier
deel aan zouden willen hebben.
HHM zullen antwoorden dat hij zijn gang mag gaan.