10 - 09 - 1626
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Inzake artikel 21 van de verordening op de pacht van het kwart der konvooien en licenten is besloten dat het land een derde deel van de boetes en geconfisqueerde goederen vrij zal genieten en dat de pachters hun kwart in dat derde deel eveneens onbelast zullen ontvangen. Op grond van hetzelfde artikel krijgen de pachters de helft van de boeten en confiscaties vooruitbetaald indien zij degenen zijn die het bedrog hebben aangegeven. Zij moeten echter wel de te maken kosten dragen aangezien zij in die gevallen niet het land representeren, maar fungeren als aangevers. De Admiraliteiten te
Rotterdam
en in
Zeeland
zal dit worden geschreven opdat zij zich eraan houden. Mochten zij zwaarwegende redenen ter contrarie hebben dan moeten zij die onmiddellijk laten weten.
2
De RvS dient te adviseren over het verzoek van
Jan van Aerssen, drost van Breda. Hij wenst voortzetting van de 300 gld. per
jaar die hem 7 maart 1623 voor een periode van drie jaar is
toegestaan.
3
De RvS moet adviseren over het verzoek van
Pieter Suis en andere paardenhandelaars om paarden naar hun woonplaats
Bergen op Zoom te mogen brengen.
4
Hendrick de Vos verzoekt uitbetaling van twee specifieke rentebrieven
à 37
gld. 10 st. per stuk die hij in 1614 heeft gekocht van
Cornelis
Cornelissen van Gilse en
Lenert
Anthonissen de
Haen, burgers uit Breda.
De superintendenten en rentmeesters van de
Brabantse beden zal advies worden gevraagd.
5
Voor kapitein
Blaubeen zal van 400 gld. ordonnantie worden gedepêcheerd
vanwege
het hem op 26 maart toegekende traktement.
6
In het opbrengen van een schip bij
Sas van Gent schijnen door lafheid fouten te zijn gemaakt.
Voordat verdere stappen worden ondernomen zal eerst informatie worden ingewonnen.
7
Van de gedeputeerden te velde is een brief d.d. Emmerik [Emmerich] 7 en 8 sept. ontvangen waarin zij berichten dat Z.Exc. enkele bedenkingen heeft, maar akkoord is met de instructie voor de bezending naar
Emden en met die voor
Slachmulder
en
Berckel. Ook vragen zij een
resolutie over het
feit
dat de boeren uit de
Bommelerwaard wagens met
eigen
gewas naar
Alem brengen.
Het schrijven gaat naar de RvS.
8
De RvS wordt advies gevraagd over het verzoek van de ingezetenen van
Uedem in het Land van
Ravenstein hun wol te mogen
vervoeren naar
Helmond en
Geldrop
om
er ter plaatse voor eigen behoefte laken van te laten maken.
9
HHM wijzen het verzoek van
Godefroy d'Angelis om extraordinaris commissaris te mogen zijn af.
10
Van
Carl van Cracou is een brief d.d. Elseneur [Helsingør] 27 aug.
ontvangen
die geen
resolutie behoeft.
11
Commiezen van de recherche te Gennep
Pieter Janssen Keskens en
Alexander de Reuver
krijgen akte van
sauvegarde en speciale bescherming tegen de plaatselijke
commandant en tegen
een ieder die
hen
vanwege hun ambt molesteert. De akte is gelezen en
geapprobeerd.
12
Simon Salomons Soetens mag een kleine partij wapens (ongeveer 23 stuks) tegen
betaling van 's lands rechten naar
Engeland
uitvoeren.
13
De RvS adviseert de ingezetenen van de
Hooge Zwaluwe en de
Lage Zwaluwe hun [op 5 sept.
ingediende] verzoek toe te staan.
HHM nemen het advies over.
14
Z.Exc. antwoordt d.d. Emmerik [Emmerich] 6 sept. op de brief van
HHM d.d. 28
aug. dat aan de matrozen van kapitein
Jan
van
Dalem een door HHM vast te stellen deel van de te maken
buit
mag worden gegeven.
HHM vragen de
Rotterdamse Admiraliteit
naar haar mening.
15
Van
Z.Exc. is een andere brief d.d. 7 sept. ontvangen waarin hij
bericht de
gouverneur te Emmerik
te hebben
gelast de
papen in het houden van hun processies niet te hinderen aangezien
dit
bij de capitulatie is bedongen.
HHM laten de zaak zo.
16
Een ander schrijven van
Z.Exc. d.d. 6 sept. gaat vergezeld van een aan hem gerichte brief
van markies
Spinola inzake de
vracht van twee
schepen die door matrozen vanuit
Brazilië
naar
Holland is
gebracht.
Voor dit feit worden personen in
Portugal in
gijzeling
gehouden.
Besloten wordt deze brief met bijbehorende stukken voor advies naar de
WIC
te sturen. Ook zal de Compagnie worden gemaand een afvaardiging naar
Sluis te zenden om haar belangen te behartigen inzake zowel de
gevangenen als de gijzelaars.
17
Van der Mijle vraagt of hij de verponding van zijn huis door de huidige
bewoner, de
koning van Bohemen,
zal laten
betalen
of dat HHM die betaling boven de jaarlijks huishuur van 1.800
gld.
zullen doen.
Het land zal de verponding betalen, Z.M. zal er niet mee lastiggevallen worden.
18
Noortwyck en
Vosbergen hebben in
aanwezigheid van
de ter vergadering ontboden
RvS
gerapporteerd
dat de
Franse ambassadeur en de
heer
De
la
Follaine het op 8 sept. vastgestelde schrijven van HHM
niet
accepteren. De zaak wordt in
Frankrijk zo hoog
opgenomen dat, in het geval genoegdoening uitblijft, D'Espesses
wel
eens de laatste ambassadeur van Frankrijk in de Republiek zou
kunnen
zijn. Men hoeft dan ook geen geld meer uit dat land te
verwachten. Gezien het feit dat het gepasseerde rond de koetsier
zich
in het openbaar heeft afgespeeld, is het inwinnen van nadere
inlichtingen volgens D'Espesses volstrekt overbodig. Ook
Z.Exc.
zou hem dat hebben gezegd. Een proces is niet wat beide heren
verlangen,
maar
wel moet nadrukkelijk recht worden gedaan. Bovendien heeft
Z.M.
verzocht zelf te mogen oordelen over zijn onderdanen en over
een
delict tegen zijn persoon begaan. Daartoe is nog het voorbeeld van
een
op verzoek van de
Engelse koning
naar
Engeland opgezonden kapitein aangehaald.
Met advies van de RvS wordt vastgesteld dat het opzenden van de kapiteins de soevereiniteit van dit land aantast. HHM blijven dus bij het in de eerdergenoemde brief gegeven antwoord. Als de heer De la Follaine zijn weigering dit antwoord te accepteren volhoudt, zal de brief naar
Languerack gaan teneinde haar aan Z.M. aan te bieden. Aan de
gedeputeerden te velde zal worden geschreven door de
fiscaal
inlichtingen te laten inwinnen en de Fransen te doen horen over
hetgeen
hun ten laste wordt gelegd. Met Z.Exc. moeten zij overleggen of dat
verhoor in hun aanwezigheid dient plaats te vinden of juist niet.
Mocht
hieruit naar voren komen dat de kapiteins ontslag verdienen, dan
moeten
zij over de te volgen procedure met Z.Exc. overleggen en HHM
daarvan op
de hoogte stellen opdat die naar behoren kunnen besluiten.