Bewerkt door M. van Leeuwen-Canneman (jaar van publicatie: 2009)
Elias Canneman (1777-1861) en Isaac Gogel (1765-1821) hebben een belangrijke rol gespeeld in het nieuwe, nationale, financiële beleid in de jaren die volgden op de Bataafse Omwenteling van 1795. Canneman werkte tussen 1798 en 1811 als ambtenaar op het ministerie van Financiën en klom op tot de hoogste rang. Gogel vervulde verschillende malen de functie van minister.
Toen Gogel, van beroep koopman, in 1798 werd gevraagd Agent (minister) van Financiën te worden, nam hij de nog jonge Canneman vanuit Amsterdam mee naar Den Haag om het agentschap op poten te zetten. Zij kenden elkaar door hun werk voor de Generale Beleenbank van Holland, waren vrienden en politiek verwant. Zij waren voorstander van een eenheidsstaat die de sterk gedecentraliseerde en gefragmenteerde Republiek der Verenigde Nederlanden moest vervangen. Begrotingsbeleid, sanering van de staatsschuld en belastingwetgeving werden belangrijke onderwerpen.
In de tijden dat zij elkaar niet dagelijks zagen, onderhielden zij een intensieve briefwisseling. Dankzij hun vriendschap en wederzijds vertrouwen schreven zij elkaar onverbloemd. Regelmatig gaven zij een moreel oordeel over het optreden van hun tijdgenoten. Hun verschil in karakter - de een pragmatisch en zorgvuldig, de ander temperamentvol en onberekenbaar - geeft kleur aan hun verstandhouding en briefwisseling. De correspondentie eindigde abrupt in 1813.
De briefwisseling laat niet alleen een uniek kijkje achter de schermen van het politieke bedrijf zien, maar vult het beeld aan, dat bestudering van alleen officiële bronnen oproept. In het bijzonder vormt zij een bron van kennis over de financieel-economische en politieke verhoudingen, over de wisselwerking tussen de financiën van de staat en het particuliere koopmansbedrijf en over de operationele kant van transacties tussen deze partijen. Maar ook biedt deze privé-correspondentie een boeiend beeld van de twee invloedrijke hoofdpersonen en de tijd waarin zij leefden.