Pol, Hermanus Henderikus Johannes van de (1894-1971)

 
English | Nederlands

POL, Hermanus Henderikus Johannes van de (1894-1971)

Pol, Hermanus Henderikus Johannes van de, president-directeur Algemeen Nederlands Persbureau (Haarlem 16-8-1894 - Epe 27-3-1971). Zoon van Hermanus Henderikus Wilhelmus Johannes Cornelius Engelbertus van de Pol, en Aaltje Vonk. Gehuwd op 14-5-1920 met Carolina Vas Dias. Uit dit huwelijk werden 2 dochters geboren. Na echtscheiding (18-6-1932) gehuwd op 25-5-1940 met Marie Antoinette Libourel. Uit dit huwelijk werd 1 dochter geboren. Na echtscheiding (30-4-1948) gehuwd op 25-5-1948 met Johanna Maria Schokking. Uit dit huwelijk werd 1 zoon geboren. afbeelding van Pol, Hermanus Henderikus Johannes van de

Met weinig meer dan een lagere-schoolopleiding trad Van de Pol in 1911 als leerling-journalist in dienst bij de Nieuwe Apeldoornsche Courant. Via de Alkmaarsche Courant en de Dordrechtsche Courant keerde hij eind 1917 in Apeldoorn terug, als chef-redacteur bij het Apeldoornsch Dagblad, dat evenwel de uitgave spoedig staakte. Begin 1918 vond hij werk bij het Nederlandsch Correspondentie-Bureau voor Dagbladen in Den Haag, waar hij belast werd met de kamerverslagen, onder meer voor de Nieuwe Rotterdamsche Courant. In 1921 werd hij tweede Haags correspondent bij het Algemeen Handelsblad en in september 1929 directeur-hoofdredacteur van de Delftsche Courant, onderdeel van het Haagse Sijthoff-concern.

In de kring van dagbladdirecteuren, samenwerkend in de Vereeniging De Nederlandsche Dagbladpers (NDP), bestond reeds lang ongenoegen over de diensten en tarieven van de vier grote particuliere persagentschappen. Via onderlinge afspraken en overeenkomsten hadden het Nederlandsch Correspondentiebureau, het Persbureau Vaz Dias, het Nederlandsch Telegraaf-Agentschap en het Algemeen Nederlandsch- Indisch Telegraaf-Agentschap een monopoliepositie op het terrein van de nieuwsvoorziening aan de pers weten te veroveren. In 1934 stelde de NDP een commissie voor de persdiensten in om te bezien welke de mogelijkheden waren voor een nationaal persbureau. Als secretaris van deze commissie heeft Van de Pol een toonaangevende rol gespeeld bij de totstandkoming van het Algemeen Nederlandsch Persbureau (ANP). Niet zonder moeite werden de diensten alsmede de eigenaren-directeuren van de 'grote vier' door het ANP overgenomen. Op 1 juli 1935 trad het ANP in bedrijf met Van de Pol als president-directeur.

Van de Pol ging met voortvarendheid aan de slag. Op 1 januari 1936 trad het ANP toe tot de Agences Alliées, de internationale organisatie van persbureaus, en kreeg het toegang tot de diensten van de grote buitenlandse persbureaus: Havas, Reuter, Deutsches Nachrichtenbüro en andere. Enkele maanden later werd een landelijk telexnet in gebruik genomen, waarop tachtig dagbladen waren aangesloten. Daarmee kwam een einde aan de moeizame verzending van berichten per radio, telegraaf, telefoon en trein. Eind 1936 startte de ANP-radionieuwsdienst en in 1938 werd de ANP-verkiezingsdienst geïntroduceerd. Eind 1939 nam Van de Pol, na vooroverleg met het Belgische persbureau Belga, het initiatief tot de oprichting van de zogeheten Hell-commune, zo genoemd naar de Duitse telecommunicatiedeskundige R. Hell. Het was een samenwerkingsverband van de persbureaus van de neutrale Oslo-staten: België, Luxemburg, de vier Scandinavische landen en Nederland. Binnen enkele jaren tijd was Van de Pol erin geslaagd het ANP nationaal en internationaal een leidende positie te doen innemen en daarmee de nieuwsvoorziening van de Nederlandse (dagblad)pers aanmerkelijk te verbeteren.

Na een mislukte poging om, in opdracht van de Nederlandse regering in Londen, in de nacht van 14 op 15 mei 1940 vanuit Den Helder naar Groot-Brittannië over te steken, keerden Van de Pol en enkele ANP-medewerkers naar Amsterdam terug. Daar kreeg hij van A.K.H. Hushahn, de vertegenwoordiger van het Reichspropagandaministerium in Den Haag, opdracht de (23) joodse medewerkers, onder wie drie directeuren en de chefredacteur, onmiddellijk te ontslaan en de verbindingen met Havas en Reuter te verbreken. Enkele dagen later volgde de gedwongen aanstelling van een pro-Duitse hoofdredacteur en van een NSB'er tot hoofd van het Haagse kantoor.

Daarbij liet de bezetter het niet. Het ANP vervulde een cruciale rol in de nieuwsvoorziening en was daarmee een belangrijk instrument voor de gelijkschakeling van de pers. Medio 1941 verklaarden de Duitsers Van de Pol tot persona non grata en werd hij ontslagen. Wel kreeg hij nog enkele maanden de tijd om de verhuizing van het ANP van Amsterdam naar Den Haag te regelen. Medio 1942 dwongen de Duitsers het ANP tot liquidatie van de stichting. Van de aandelen van de nieuwe NV ANP kwam 51 % in handen van het Deutsches Nachrichtenbüro.

Na zijn ontslag richtte Van de Pol, met medewerking van de PTT, een illegaal schaduw-ANP in, dat later onder meer het College van Vertrouwensmannen van informatie voorzag. Voorts hield hij nauw contact met enkele vertrouwde persmensen, hetgeen eind 1944 leidde tot het aanbod na de bevrijding directeur van de Nieuwe Rotterdamsche Courant te worden. Daarvan kwam het evenwel niet, omdat hij op 15 mei 1945 door de Chef Militair Gezag tot bewindvoerder van het ANP werd benoemd.

De eerste jaren na de bevrijding werden gekenmerkt door tal van problemen. Het technisch apparaat moest opnieuw worden opgebouwd. Met de regering diende langdurig te worden onderhandeld over het rechtsherstel van de geliquideerde stichting. Er waren belangstellenden voor het ANP, en met de omroepen was moeizaam overleg noodzakelijk over de zeggenschap over het radionieuws. De voortvarende Van de Pol liet zich door dit alles niet van zijn doel afbrengen en hij wist het ANP snel weer in bedrijf te krijgen.

Gedurende een kwart eeuw, van 1935 tot 1960 - met onderbreking van de periode 1941-1945 -, is Van de Pol de motor geweest van het Algemeen Nederlands Persbureau. Mede dank zij zijn 25 jaar ervaring in de journalistiek en de dagbladuitgeverij slaagde hij erin het ANP binnen enkele jaren uit te bouwen tot een slagvaardig en efficiënt nationaal persbureau met internationale allure. Ook na zijn pensionering in 1960 bleef hij nog geruime tijd actief op het nationale en internationale terrein van de nieuwsvoorziening.

A: Archief- H.H.J. van de Pol in de Tweede Afdeling van het Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage; dossier-Van de Pol in archief van de Commissie voor de Perszuivering in het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie te Amsterdam.

L: J.A. Baggerman en J.M.H.J. Hemels, Verzorgd door het ANP. Vijftig jaar nieuwsvoorziening (Utrecht [etc.], 1985); R.A.H. Vos, Niet voor publicatie: de legale Nederlandse pers tijdens de Duitse bezetting (Amsterdam, 1988).

I: J.A. Baggerman en J.M.H.J. Hemels, Verzorgd door het ANP. Vijftig jaar nieuwsvoorziening (Utrecht [etc.], 1985) 68.

R.A.H. Vos


Bovenstaande biografie weerspiegelt de stand van het onderzoek tot aan het jaar van publicatie in het gedrukte deel van het BWN. Dit jaar is hieronder weergegeven. Alle daarna verschenen literatuur is niet in de tekst verwerkt en wordt evenmin vermeld in de literatuuropgave (onder L).

Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 4 (Den Haag 1994)
Laatst gewijzigd op 12-11-2013