Deure, Abraham van der (1889-1957)

 
English | Nederlands

DEURE, Abraham van der (1889-1957)

Deure, Abraham van der, advocaat, voorzitter NCRV (Enkhuizen 7-2-1889 - Maam 26-3-1957). Zoon van Jacob van der Deure, landbouwer, en Geertje Greiner. Gehuwd op 20-5-1912 met Maria Lub. Uit dit huwelijk werden 2 zoons en 1 dochter geboren.

Van der Deure heeft in Enkhuizen de gereformeerde lagere school bezocht en ging in september 1901 naar de christelijke HBS in die plaats. Een jaar later volgde hij ULO-onderwijs in Amsterdam (niet afgemaakt), bezocht daarna de christelijke HBS in Rotterdam en legde tenslotte via Instituut Poutsma in Leeuwarden (particuliere school) in juni 1907 met goed gevolg het eindexamen HBS-B af. Van der Deure werd hierop adspirant-landmeter, legde in 1908 het korporaal-examen af, liep in 1909 college geodesie in Delft, was tijdens de mobilisatie in Edam gelegerd en studeerde tegelijk rechten in Amsterdam (Vrije Universiteit). In 1921 deed Van der Deure zijn doctoraal examen, was daarna docent landmeetkunde aan de Landbouwhogeschool in Wageningen. Sinds 1922 was hij in Bennekom werkzaam in de advocatuur. Van der Deure stond aan de wieg van de protestants-christelijke omroep. In mei 1924 had hij gereageerd op een advertentie die in drie protestantse dagbladen (De Standaard, De Nederlander en De Rotterdammer) was geplaatst en een oproep inhield tot steun en medewerking aan de oprichting van een Christelijke Vereeniging voor Draadlooze Telefonie. Die advertentie was geplaatst door de 25-jarige journalist en burgemeesterszoon Pieter Kors Dommisse uit Maassluis. 'Personen, Vereenigingen, Corporatiën, die hun steun of medewerking geven willen aan de vorming eener Christelijke Vereeniging voor Draadlooze Telefonie en de oprichting van een Zendstation' werd verzocht zich met hem in verbinding te stellen. Onder de bijna negentig reacties was er een uit Bennekom, afkomstig van mr. A. van der Deure. Zijn brief bevatte geen algemeen gehouden sympathiebetuiging, maar het aanbod om metterdaad zijn schouders onder het initiatief te zetten. Van der Deure kon spoedig de daad bij het woord voegen; op zaterdag 21 juni 1924, tijdens de eerste bijeenkomst van het zg. Voorlopig Comité van de nieuwe christelijke omroepvereniging, werd hij tot voorzitter daarvan benoemd. Op 15 november 1924 vond de officiële oprichting van de Nederlandsche Christelijke Radio Vereeniging (NCRV) plaats, waarvan hij, met een door de Duitse bezetter van medio 1941 opgelegde non-activiteit, tot 1948, toen een fiscale overtreding hem met de rechter in aanraking bracht, voorzitter is geweest.

Van der Deure stond bekend als een energiek persoon die diplomatiek van aard was en vele relaties had, met name in AR-kring. Voor deze partij zou hij van 1931 tot juli 1945 deel uitmaken van de Gedeputeerde Staten van Gelderland. Zijn energie zou hij grotendeels in dienst stellen van de protestants-christelijke omroep, in de eerste plaats om zendtijd te verwerven bij de Nederlandsche Seintoestellen Fabriek (NSF) te Hilversum die een zender met een voor die tijd groot bereik bezat. Van der Deure slaagde daarin: met ingang van 24 december 1924 werd op de zender van de NSF één zendavond per week gehuurd. Via zijn politieke relaties wist Van der Deure enkele jaren later in nauwe samenwerking met leidende personen (dr. W. van Koeverden en pastoor L.H. Perquin) van de KRO -aanvankelijk was dat de Roomsch-Katholieke Bond van Radio-Vereenigingen die kort na de NCRV was opgericht en in juni 1926 in een stichting, de Katholieke Radio Omroep, werd omgezet -veel meer zendtijd voor de NCRV - en ook voor de katholieke omroep die eveneens slechts één zendavond op de Hilversumse zender had - te bemachtigen. Ofschoon zijn wens om het orthodox protestants-christelijke volk over een eigen radiozender te laten beschikken niet verwezenlijkt kon worden, kreeg de NCRV wel samen met de KRO een zender te Huizen. In 1930 wist hij - wederom in nauwe samenwerking met de KRO - te bereiken dat deze verworvenheden ook wettelijk werden vastgelegd. Het Nederlandse omroepbestel zou vanaf deze tijd tot 1965 in zijn grondtrekken ongewijzigd blijven.

Tijdens de Duitse bezetting van ons land heeft Van der Deure, samen met de secretaris-penning-meester van de NCRV, C.A. Keuning, getracht het bestaan van de orthodox protestants-christelijke omroep te redden en de NCRV tegelijk uit handen van de nationaal-socialistische machthebbers te houden. Dit beleid heeft van de zijde van de NCRV veel concessies gevergd. De belangrijkste was wel het accepteren van de strenge Duitse censuur die de NCRV in haar uitzendtaak - met name op het specifieke terrein van deze omroep: de godsdienstige programma's - sterk beknotte. De meegaandheid van de NCRV-leiding betekende tevens dat onbedoeld een bijdrage werd geleverd aan het streven van het Duitse bezettingsbestuur het omroepbestel ongeschonden in het nationaal-socialistische propaganda-apparaat op te nemen.

De verdiensten van Van der Deure op het terrein van de omroep liggen hoofdzakelijk in de beginperiode van de radio, toen dit massamedium nog in de kinderschoenen stond. Hij heeft met zijn streven de orthodox protestanten de zelfstandige beschikkingsmacht over de radio te geven, er in belangrijke mate voor gezorgd dat de omroep in ons land uit de commerciële sfeer werd gehouden, niet uitsluitend 'neutraal' of liberaal werd, en daardoor mede in handen kwam van confessionele en politieke groepen: orthodox protestanten, katholieken, vrijzinnig protestanten en sociaal-democraten. De beschikbare zendtijd werd over de omroeporganisaties van de grote levens- en wereldbeschouwelijke stromingen verdeeld. Door deze ontwikkeling werd de radio-omroep vanaf het midden van de jaren twintig opgenomen in het maatschappelijk patroon van die tijd dat later verzuiling werd genoemd.

L: H. Algra, 'De Vereniging', in Vrij en gebonden, vijf tig jaar NCRV (Baarn, 1974) 9-45; J.H.J. van den Heuvel, Nationaal of Verzuild. De strijd om het Nederlandse omroepbestel in de periode 1923-1947 (Baarn, 1976).

J.H.J. van den Heuvel


Bovenstaande biografie weerspiegelt de stand van het onderzoek tot aan het jaar van publicatie in het gedrukte deel van het BWN. Dit jaar is hieronder weergegeven. Alle daarna verschenen literatuur is niet in de tekst verwerkt en wordt evenmin vermeld in de literatuuropgave (onder L).

Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 1 (Den Haag 1979)
Laatst gewijzigd op 12-11-2013