Pinke, Albertus Samuel (1894-1966)

 
English | Nederlands

PINKE, Albertus Samuel (1894-1966)

Pinke, Albertus Samuel, commandant zeemacht in Nederlandsch-Indië (Heerde 14-10-1894 - Bussum 8-7-1966). Zoon van Fredrik Pinke, commandant zeemacht in Nederlandsch-Indië, en Johanna Maria Willemina Carpentier Alting. Gehuwd sinds 18-5-1920 met Wilhelmina Christina Bontenakel. Uit dit huwelijk werden 2 zoons en 2 dochters geboren.

afbeelding van Pinke, Albertus Samuel

Pinke doorliep na een voltooide HBS-opleiding het Koninklijk instituut voor de marine te Den Helder. In 1915 werd hij benoemd tot luitenant-ter-zee 3e klasse. Met enkele onderbrekingen diende hij bij de onderzeebootdienst van 1920 tot 1935, waarvan een groot aantal jaren in Indië. Van 1938 tot 1940 werd door hem het commando over de divisie torpedobootjagers gevoerd. In de meidagen van 1940 nam hij, net uit Indië teruggekeerd, met de torpedobootjager Van Galen deel aan de strijd om Rotterdam. Van mei 1942 tot april 1945 volgde zijn verblijf in Duitse krijgsgevangenschap. Vervolgens werd hij geplaatst bij het ministerie van Marine (marinestaf).

Toen eind 1945 werd besloten tot splitsing van de functie van Bevelhebber Strijdkrachten Oosten in aparte commando's voor leger en vloot, werd Pinke op 25 januari 1946 aangesteld tot commandant zeemacht in Nederlandsch-Indië, met de rang van tijdelijk vice-admiraal. Bij KB van 17 maart 1947 werd zijn benoeming tot vice-admiraal effectief. Tot 30 september 1949 heeft hij deze functie van commandant tevens hoofd van het departement van Marine te Batavia vervuld. In deze jaren verleende de marine medewerking aan militaire operaties tegen de Republiek Indonesia met name tijdens de beide politiële acties van juli-augustus 1947 en december 1948. Als militair stond Pinke kritisch tegenover het streven van de Nederlandse politici tot een akkoord met de tegenpartij te komen.

Als permanente taak was de marine in deze periode opgedragen de blokkade van de Republiek middels controle binnen de territoriale wateren op de lading van alle schepen die op republikeinse havens voeren. Het doel van deze 'blokkade' was tweeledig: het tegengaan van de invoer van wapenen in republikeins gebied en van de uitvoer van produkten van vroegere Nederlandse ondernemingen uit door de Republiek bezet territoir.

Toen Pinke in september 1949 zijn commando overdroeg aan vice-admiraal F.J. Kist was het militaire conflict met de Republiek vrijwel beëindigd. Na zijn eervol ontslag uit de zeedienst per 1 september 1950 was Pinke van 1951 tot 1954 Hoofd van het Bureau Wetenschappelijk Onderzoek van de Marinestaf. Na 1954 vervulde hij onder meer de volgende functies: voorzitter van de staatscommissie voor onderzoek radiotechnische hulpmiddelen voor de navigatie, adviseur van het ministerie van Binnenlandse Zaken voor atomische, biologische en chemische zaken, voorzitter van de afdeling voor krijgskundige techniek van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs.

A: Collectie-A.S. Pinke, berustend op het Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage.

P: Diverse artikelen in marinetijdschriften, zoals bijv. 'De maatregelen in verband met het zeeverkeer in de Indonesische wateren 1946-1949', in Marine-blad 60 (1950) 992-1011.

L: [C.J.W. van Waning], in Ons Zeewezen 55 (1966) 8 (september) 8-9.

I: Website DutchSubmarines.com: http://www.dutchsubmarines.com/men/commanding_officers/1637_a.s.pinke.htm [Foto: Koninklijke Marine].

F.J.M. Otten


Bovenstaande biografie weerspiegelt de stand van het onderzoek tot aan het jaar van publicatie in het gedrukte deel van het BWN. Dit jaar is hieronder weergegeven. Alle daarna verschenen literatuur is niet in de tekst verwerkt en wordt evenmin vermeld in de literatuuropgave (onder L).

Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 1 (Den Haag 1979)
Laatst gewijzigd op 12-11-2013