Mansveld, Adriaan (1944-1991)

 
English | Nederlands

MANSVELD, Adriaan (1944-1991)

MANSVELD, Adriaan, voetballer ('s-Gravenhage 14-7-1944 - 's-Gravenhage 5-12-1991). Zoon van Hendrik Johannes Isaac Mansveld, verwarmingsmonteur, en Cornelia Jacoba Snap. Gehuwd op 24-6-1966 met Cecilia Francina Johanna Kerkvliet (geb. 1946). Uit dit huwelijk, dat op 12-8-1982 werd ontbonden, werden 1 zoon en 1 dochter geboren.

afbeelding van Mansveld, Adriaan

Aadje - in het Haagse dialect: 'Aadsjuh' - Mansveld groeide, samen met zijn oudere zuster Hennie, op in de Haagse volkswijk het Laakkwartier. Nadat hij de lagere school en de Capadose-school voor voortgezet lager onderwijs had bezocht, trad hij in het voetspoor van zijn vader en was hij van 1960 tot 1968 werkzaam als verwarmingsmonteur.

Voetbal en honkbal waren Aadjes grote liefhebberijen. Voor beide takken van sport had hij talent, maar toen hij op vijftienjarige leeftijd een keuze moest maken, koos hij voor het voetbal, zowel om het aanzien als vanwege de financiële mogelijkheden. Aadje speelde toen al zeven jaar bij ADO, en zijn keus had hij mede gemaakt onder invloed van zijn neef Frans Kok, keeper bij het eerste elftal van deze Haagse club. Aanvankelijk was Aadje voorstopper, maar al snel bleek de positie van laatste man voor hem het geschiktst. Op deze plaats ontwikkelde hij zijn grootste kwaliteiten: het inschuiven op het middenveld, het schot van lange afstand en de feilloze pass over tientallen meters.

Op 2 augustus 1964 debuteerde Mansveld in het eerste elftal van ADO - dat op dat moment in de top van de eredivisie speelde - in een oefenwedstrijd tegen Borussia Dortmund; drie weken later nam hij deel aan zijn eerste competitiewedstrijd. Zeven jaar lang zou Mansveld deel uitmaken van ADO-1. In die periode speelde hij 294 competitiewedstrijden uit en scoorde hij 22 doelpunten. In het veld was Mansveld een hardwerkende, keiharde voetballer met een opvallend spelinzicht. Hij trad op als leider van de defensie en coach van het elftal. Jarenlang droeg hij de aanvoerdersband. In een interview uit die tijd zei Mansveld over zichzelf: 'Vroeger was ik wel eens te speels. Nam ik risico's, alleen maar om applaus te horen. We hebben er wel eens een wedstrijd door verloren. Ik kijk nu wel uit. Ik ben aanvoerder en laatste man. Van mij wordt verwacht dat ik het goede voorbeeld geef en geen risico's neem' (Tomadesso).

In 1968 was Mansveld de stuwende kracht achter een overwinning met 2-1 op kampioen Ajax, waarmee ADO op 3 juni van dat jaar de KNVB-beker veroverde. Aan deze wedstrijd ging een merkwaardig voorval vooraf. Ajax kon een week eerder in de laatste competitiewedstrijd tegen ADO kampioen worden, wanneer het zou winnen. Bij winst van de Amsterdammers zou de Haagse club verzekerd zijn van deelname aan de Europacup-2. De trainer van ADO, Ernst Happel, was er alles aan gelegen Ajax te laten winnen. Toen dit niet lukte, maakte Mansveld ten einde raad hands in het strafschopgebied, waarna Ajax van elf meter het winnende doelpunt scoorde.

Mansveld - een fervent roker - had van 1968 tot 1969 ervaring opgedaan als ondernemer met een eigen, goedlopende sigarenwinkel. In 1970 werd Mansveld profvoetballer. Inmiddels was de 'Hagenees' met de harde voetbalhumor en het gouden hart niet alleen een bekende in het ADO-stadion in het Zuiderpark, maar waren zijn kwaliteiten ook bekend geraakt bij een aantal topclubs. Ajax, PSV, Feyenoord en het Belgische Anderlecht, waren in de loop van 1970 allemaal in hem geïnteresseerd, maar onderhandelingen over een transfer liepen telkens weer op niets uit.

Toen ADO in 1971 met Holland Sport fuseerde tot de nieuwe club FC Den Haag ging Mansveld mee over. Elf jaar lang zou hij - met twee onderbrekingen - in Den Haag spelen. In deze periode nam hij deel aan 264 competitiewedstrijden en maakte hij 47 doelpunten. Dat laatste gebeurde veelvuldig uit vrije trappen: een specialisme van de Haagse libero.

Op 30 augustus 1972 debuteerde Mansveld op 28-jarige leeftijd in het Nederlands elftal, waarmee een droom in vervulling ging. Op die dag kwam hij uit in een vriendschappelijke wedstrijd tegen Tsjechoslowakije. Mansveld speelde een matige wedstrijd. Zijn aanwijzingen voor medespelers - altijd luidkeels te horen in het Zuiderpark - klonken in het stadion van Ledna niet of nauwelijks. De reden was zijn nervositeit, die hij steeds voor iedere interland zou hebben. Zelf zei hij hierover: 'Dat heb ik nu eenmaal, daar raak je nooit meer vanaf […], daar komt nog bij dat ik het Nederlands elftal beslissend vind voor mijn toekomst, voor mijn gezin. Ik ben nu 28, stel dat ik nog vier jaar bij de selectiegroep kan blijven, dan betekent dat financieel gezien een veiligstelling voor mijn gezin' (Jansma).

In totaal kwam Mansveld zesmaal uit voor Oranje. Zijn laatste interland speelde hij tegen België op 18 november 1973. Door het gelijke spel plaatste Nederland zich voor het wereldkampioenschap in Duitsland. Tot zijn grote teleurstelling was Mansveld daar niet bij, omdat hij op 15 maart 1974 - volgens hem 'zwarte vrijdagmiddag' - een enkelband scheurde.

In 1975 kreeg Mansveld de gelegenheid mede-eigenaar en aandeelhouder te worden van een aantal aannemerijen met de verzamelnaam 'ZweMaVa', waarbij 'Ma' stond voor Mansveld. In totaal werkten er ruim honderd personen voor het bedrijf. Mansveld gaf, zo goed en zo kwaad als mogelijk, mede leiding, waartoe hij nogal eens moest schipperen met zijn trainingen bij de club. De toekomst voor de Haagse voetballer leek in de ondernemerswereld te liggen.

Het onbetwiste hoogtepunt in Mansvelds voetbalcarrière was zijn optreden in de kwartfinale van de Europacup 2 tegen Westham United. Op 3 maart 1976 boekte FC Den Haag een 4-2 overwinning op de Engelse tegenstander. Ruim vier miljoen televisiekijkers zagen Mansveld binnen 38 minuten een zuivere hattrick scoren. Helaas voor Mansveld en zijn clubgenoten werd FC Den Haag in de returnwedstrijd uitgeschakeld.

Met zijn Europacup-optreden vergrootte Mansveld zijn marktwaarde, en aan het eind van het seizoen 1976-1977 kon hij overstappen naar Feyenoord. Bij deze Rotterdamse club speelde hij 22 competitiewedstrijden en scoorde hij zeven keer. Een nieuw aanbod van FC Den Haag - inclusief de belofte tot minder trainingsverplichtingen - deed hem na de winterstop, in januari 1978, terugkeren naar zijn vertrouwde omgeving. Om zijn inkomen in de toekomst te garanderen kocht Mansveld in 1979 aan de Genestetlaan in Den Haag een winkelpand. Hierin vestigde hij een sportzaak, nadat hij zijn aandeel in ZweMaVa met winst had overgedaan.

In juni 1981 verliet Mansveld nogmaals voor korte tijd FC Den Haag. Onenigheid over zijn contract deed hem overstappen naar FC Utrecht, voor welke club hij in twaalf competitiewedstrijden zou uitkomen. Het was geen succes, omdat hij werd ingezet op het middenveld, en daar lagen zijn kwaliteiten niet. Bovendien was hij met zijn 37 jaar eigenlijk te oud om het middenveld te kunnen belopen. Toen het door degradatiezorgen geplaagde FC Den Haag hem vroeg terug te komen, gaf hij daaraan in maart 1982 onmiddellijk gehoor. Het mocht echter niet baten, en in juni van dat jaar nam hij voorgoed afscheid van zijn oude club.

Na zijn voetbalcarrière was Mansveld actief als coach. Hij trainde achtereenvolgens de jeugd van FC Den Haag (1976-1978), het eerste elftal van VVM (1980), Laakkwartier (1981) en Oranje Blauw (1983). In 1984 keerde hij bij FC Den Haag terug als assistent van trainer Rob Baan. Na een seizoen werd hij hoofdtrainer bij HVV, vervolgens tot en met 1986 bij SV '35 en van 1987 tot 1991 opnieuw bij Laakkwartier.

In de zomer van 1990 werd bij Aad Mansveld longkanker geconstateerd. Hij overleed een halfjaar later, slechts 47 jaar oud. Onder grote publieke belangstelling - alsof het een thuiswedstrijd van ADO of FC Den Haag betrof - werd de markante speler gecremeerd. Ruim tweeduizend vrienden en fans namen afscheid van de voetballer, die, ondanks zijn internationale prestaties, toch een Haagse held was gebleven.

A: Privé-archief van Mansveld in familiebezit.

P: Een overzicht van de zes interlandwedstrijden waaraan Mansveld tussen augustus 1972 en november 1973 deelnam in: Het Nederlands elftal. De historie van Oranje 1905-1989. Samengest. door Matty Verkamman (Amsterdam 1989) 370-375.

L: Interview door Nino Tomadesso, in Goal, 23-10-1970; interview door Kees Jansma, in Voetbal International, 22-11-1972; Chris Willemsen, 'Requiem voor een boegbeeld', in idem, De moeder aller nederlagen (Amsterdam 1994) 45-57; Rob Andeweg, Voetbal op topniveau. De voetballer Aad Mansveld gezien door zijn zoon Ruud Mansveld ('s-Gravenhage 1998); Ger Stolk, 'Aad Mansveld, idool in Den Haag, omstreden in Zeist', Voetbal International Classic (juli 2003) 30-33.

I: De Officiele Aad Mansveld Site (http://www.aadmansveld.nl/) [Foto: Aad Mansveld als speler van FC Den Haag in 1980].

Jan de Bas


Bovenstaande biografie weerspiegelt de stand van het onderzoek tot aan het jaar van publicatie in het gedrukte deel van het BWN. Dit jaar is hieronder weergegeven. Alle daarna verschenen literatuur is niet in de tekst verwerkt en wordt evenmin vermeld in de literatuuropgave (onder L).

Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 6
Laatst gewijzigd op 12-11-2013