Koolhoven, Sijtse Frederik Willem (1886-1946)

 
English | Nederlands

KOOLHOVEN, Sijtse Frederik Willem (1886-1946)

Koolhoven, Sijtse Frederik Willem (Frits), vliegtuigbouwer (Bloemendaal 11-1-1886 - Haarlem 1-7-1946). Zoon van Abraham Koolhoven, wethouder van Bloemendaal, en Adriana Johanna Lonbar Petri. Gehuwd met Marie Jeanne Elise Duchateau op 29-7-1909. Na scheiding c. 1912 hertrouwd op 26-11-1924 met Catharina Johanna Louisa Hoevels (geb. Hövels: geslachts-naamwijziging bij K.B. 11-9-1906 no. 44). Het eerste huwelijk was kinderloos, in het tweede waren 2 stiefzoons uit een eerder huwelijk van C.J.L. Hoevels. Op 21-2-1927 genaturaliseerd in Engeland: bij Wet 31-12-1936 Stbl. no. 1216 genaturaliseerd tot Nederlander. afbeelding van Koolhoven, Sijtse Frederik Willem

Frits Koolhoven studeerde na de HBS te hebben doorlopen aan de Technische Hogescholen te Luik en Antwerpen. In deze laatste stad vervolgens in dienst van de firma Minerva Motors, die zich bezig hield met de bouw van motorfietsen, en later ook van automobielen. Tussen 1904 en 1910 maakte Koolhoven zich terzelfdertijd ook naam als motoren autocoureur, waarbij hij met name in België vele successen behaalde. Toen zijn belangstelling voor de luchtvaart gewekt was, verliet hij de Minerva fabriek, om in Frankrijk bij de vliegschool van Hanriot te Bétheny vliegen te leren. Op 20 oktober 1910 behaalde hij hier het vliegbrevet no. 290.

Teruggekeerd in Nederland nam Koolhoven reeds op 26 en 27 november 1910 deel aan vlieg-demonstraties te Soesterberg, te zamen met G.P. Kuiler en H. Wijnmalen. Eveneens te Soesterberg werd hij chef van de exploitatie van de Maatschappij voor Luchtvaart, die daar door Verwey & Lugard was opgezet. Hier bouwde hij ook het eerste vliegtuig naar eigen ontwerp, de tweedekker 'Heidevogel' (later - ten onrechte - FK-1 genoemd), die op 7 maart 1911 de eerste vlucht maakte.

Toen eind 1911 de Maatschappij voor Luchtvaart werd opgeheven, keerde Koolhoven naar Frankrijk terug. Korte tijd werkte hij als constructeur bij de vliegtuigfabriek van Deperdussin, maar reeds in 1912 ging hij naar de Britse dochteronderneming British Deperdussin. Toen dit bedrijf in augustus 1913 - als gevolg van moeilijkheden bij de moederonderneming in Frankrijk - moest sluiten, ging Koolhoven over naar de vliegtuigafdeling van Sir W.G. Armstrong Whitworth & Co. te Newcastle. Hier bouwde hij gedurende de Eerste Wereldoorlog zijn eerste werkelijk succesvolle ontwerpen, zoals de FK-3 en FK-8 verkenners; van dit laatste type werden ongeveer 1500 exemplaren gebouwd.

In 1917 trad Koolhoven in dienst van de nieuw opgerichte British Aerial Transport Co. (B.A.T.), als chef-constructeur. Behalve enkele snelle, maar -mede door het einde van de oorlog - niet in groten getale gebouwde jachtvliegtuigen bouwde hij hier het eerste als zodanig ontworpen verkeersvliegtuig met gesloten passagierscabine, de FK-26, dat in april 1919 de eerste vlucht maakte. Kort na de oorlog sloot de firma B.A.T. echter haar poorten, en Koolhoven keerde terug naar Nederland. Gedurende zijn verblijf in Engeland had Koolhoven wel het Britse staatsburgerschap verkregen; eerst bij de Wet van 31-12-1936 Stbl. 1216 zou hij weer Nederlander worden.

In Nederland werd Koolhoven allereerst als adviserend ingenieur werkzaam bij de Spijker automobielfabriek. Hij keerde daarmee, tijdelijk, terug tot zijn oude liefde, en ontwierp de zescylinder Spijker C4, het laatste model van de fabriek. Van 1922 tot 1926 was Koolhoven als constructeur werkzaam bij de N.V. Nationale Vliegtuig-Industrie te Den Haag. Hier ontwierp hij het eerste drie-motorige verkeersvliegtuig van de KLM, de FK-33. Overigens werd slechts het tweepersoons jachtvliegtuig FK-31 door deze fabriek in (kleine) serie gebouwd. In 1928 richtte Koolhoven uiteindelijk een eigen bedrijf, Koolhoven Vliegtuigen, op, dat gevestigd was op Waalhaven, aanvankelijk met een kapitaal van f. 500.000,-. In 1934 werd het bedrijf omgezet in een N.V., en het kapitaal uitgebreid tot f. 1.000.000,-.

De eerste jaren waren niet bijzonder succesvol: tussen 1929 en 1932 werden slechts tien vliegtuigen gebouwd, en in 1934 waren nog slechts ongeveer 50 mensen in het bedrijf werkzaam; dit aantal zou binnen enkele jaren wel stijgen tot ruim 600.

Meer resultaat behaalde Koolhoven in de jaren dertig met enkele lichte vliegtuigen, als de FK-43, die door de KLM ook als taxi-vliegtuig werd gebruikt, en het FK-46 les- en sportvliegtuig. Ook bouwde hij enkele tweemotorige verkeersvliegtuigen (FK-48, FK-50), maar het grote succes kwam pas met de FK-51. Van dit verkennings- en lesvliegtuig werden meer dan honderd exemplaren geleverd aan de luchtstrijdkrachten van Nederland (landmacht en marine), Nederlandsch-Indië en de Spaanse (Republikeinse) regering. Een opmerkelijk ontwerp uit dezelfde periode was de FK-55, een jachtvliegtuig met de motor achter de bestuurder, waarbij de twee tegengesteld draaiende schroeven via één lange as en een versnellingsbak werden aangedreven. Van het laatste ontwerp van Koolhoven, het FK-58 jachtvliegtuig, werd een serie aan Frankrijk geleverd. In mei 1940 werd de fabriek bij het bombardement van Waalhaven volledig vernield, en na de oorlog werd het niet weer opgericht.

Koolhoven overleed, vrijwel reeds in vergetelheid, in 1946 aan de gevolgen van een hersenbloeding. In veel opzichten was hij een geniaal constructeur geweest, die met zijn ontwerpen zijn tijd dikwijls vooruit was. Ook buiten de Nederlandse grenzen vonden zijn verdiensten ruime erkenning. Koolhoven miste echter het talent om zijn bedrijf groot te maken. Eerst tegen de Tweede Wereldoorlog begon het door hem geleide bedrijf een aanzienlijke groei te vertonen. Die zelfde oorlog maakte aan deze ontwikkeling echter een abrupt einde. In ieder geval blijft Koolhoven echter na Fokker de tweede Nederlandse vliegtuigbouwer van wereldnaam.

L: N.N. 'Bij den maker der F.K.' s' in "Het Vliegveld" 18 (1934) 10 (oktober) 295-297; Frits Koolhoven jubileert' in De Vliegsport 1 (1935) 10 (25 oktober); C. van Steenderen jr., 'F.K.-Mijlpalen', in De Vliegsport 3 (1938) 51 (5 augustus) 7-10 en ibidem, 52 (12 augustus) 7-11; A.J. Jackson, 'The British Aerial Transport Co. Ltd.', in Air Pictorial 22 (1960) 126-128, 139; O. Tapper, Armstrong Whitworth Aircraft since 1913 (London, 1973); Th. Postma en Th. Wesseling, Frits Koolhoven ('s-Gravenhage, [1979]); Sytze van der Zee, Vergeten legende. Frits Koolhoven, 1886-1946 (Amsterdam 2001).

I: Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden in woord en beeld. Onder hoofdred. van H.P. van den Aardweg (Amsterdam 1938) 838.

H.J. Hazewinkel


Bovenstaande biografie weerspiegelt de stand van het onderzoek tot aan het jaar van publicatie in het gedrukte deel van het BWN. Dit jaar is hieronder weergegeven. Alle daarna verschenen literatuur is niet in de tekst verwerkt en wordt evenmin vermeld in de literatuuropgave (onder L).

Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 1 (Den Haag 1979)
Laatst gewijzigd op 12-11-2013