Vet, Gerardus Henricus de (1917-1967)

 
English | Nederlands

VET, Gerardus Henricus de (1917-1967)

Vet, Gerardus Henricus de, bisschop van Breda (Gilze en Rijen 15-11-1917 - Breda 27-3-1967). Zoon van Cornelis Simon de Vet, lederfabrikant, en Joanna Maria van den Broek. afbeelding van Vet, Gerardus Henricus de

Na zijn studie aan de beide seminaries van het bisdom Breda ontving hij op 19-6-1943 de priesterwijding. In augustus 1943 werd hij aangesteld tot kapelaan te Westdorpe, in september 1947 tot kapelaan aan de kathedraal te Breda. In oktober 1951 volgde zijn benoeming tot bedrijfsaalmoezenier, eerst alleen voor de stad Breda, later voor het gehele bisdom. Tevens was hij aalmoezenier voor het maatschappelijk werk (1953-1961) en directeur van de Katholieke Actie (1953-1956). Op 22-3-1962 werd hij benoemd tot bisschop van Breda; de bisschopswijding ontving hij op 13-5-1962. Hij nam deel aan de vier zittingen van het Tweede Vatikaans Concilie. Sinds 1962 maakte hij deel uit van de concilie-commissie voor het leken-apostolaat, sinds 1964 was hij lid van het secretariaat voor de niet-gelovigen. In eigen land was hij vanaf 1964 voorzitter van het Pastoraal Instituut voor de Nederlandse Kerk-provincie.

De Vet heeft een belangrijk aandeel gehad in de vernieuwingsbeweging van de katholieke kerk in Nederland. Zijn ervaringen in het bedrijfsapostolaat, waar hij kennis maakte met de vaak afwijzende houding van de arbeidende bevolking ten opzichte van de kerk, hadden al spoedig zijn ogen geopend voor de tekorten van de gebruikelijke pastorale benadering. Zijn kritische inzichten werden versterkt door een grondige bestudering van de nieuwere pastoraal-theologische litteratuur, vooral uit Frankrijk. Ook de geschriften van de filosofe Simone Weil hebben hem beïnvloed. Door dit alles groeide in hem de overtuiging dat de kerk te zeer geneigd was een burgerlijk levenspatroon op te dringen, met name aan de arbeider. Dit kon naar zijn mening slechts worden voorkomen als de zielzorg werd gekenmerkt door een uitnodigende goedheid, ingegeven door gevoelens van oprechte solidariteit. Goedheid, uitnodiging en nabijheid zouden de sleutelwoorden blijven van zijn pastorale program, dat feitelijk reeds vanaf 1953 in grote lijnen vaststond. Als bisschop kreeg hij de gelegenheid aan dit program op ruime schaal gestalte te geven. In een aantal pastorale brieven, vaak gericht aan afzonderlijke groepen van zijn diocesanen, zette hij zijn denkbeelden uiteen. De kerkelijke financiering, die hij op allerlei wijzen met burgerlijke elementen besmet achtte (bankenpacht, tarieven bij rouw- en trouwdiensten), onderging een radicale hervorming. De inspraak van priesters en leken ten aanzien van het kerkelijk beleid werd geregeld in een Diocesaan Pastoraal Beraad. Om de communicatie met de buitenwereld te kunnen verzorgen kreeg het bisdom als eerste in Nederland een vakkundige perschef. Ook voor de communicatie met andere diocesen in en buiten Nederland had De Vet bijzondere aandacht. In Nederland diende daartoe o.a. het Pastoraal Instituut voor de Nederlandse Kerkprovincie, dat onder zijn leiding de plannen ontwierp voor het Nederlands Pastoraal Concilie, waarvan hij de eerste bijeenkomst zelf niet meer beleven zou. Voor het contact op internationaal terrein streefde De Vet naar de totstandkoming van een Europese bisschoppenconferentie; tijdens de laatste zitting van het Tweede Vaticaans Concilie trachtte hij daarvoor belangstelling te wekken. Reeds toen openbaarden zich onverwachte moeilijkheden; de verwerkelijking van het plan is dan ook in een eerste aanzet blijven steken. In het algemeen kan men zeggen dat veel van wat De Vet beoogde niet de gewenste voltooiing heeft gekregen tengevolge van zijn vroegtijdig overlijden. Zijn emotionele natuur kon moeilijk de matiging opbrengen die zijn zwakke gezondheid hem oplegde. Nog geen vijftig jaar oud werd hij op het paasfeest door een plotselinge dood getroffen.

L: L.H.A. Groothuis O. Carm., De Brabantse bisschoppen Bekkers en De Vet (Tilburg, 1973). [Bijdragen tot de geschiedenis van het Zuiden van Nederland. Onder red. van H.F.J.M. van den Eerenbeemt e.a. dl. 28.]

I: Katholiek Documentatie Centrum te Nijmegen, Collectie personen: afb. 2a19491.

J.L.M. de Lepper


Bovenstaande biografie weerspiegelt de stand van het onderzoek tot aan het jaar van publicatie in het gedrukte deel van het BWN. Dit jaar is hieronder weergegeven. Alle daarna verschenen literatuur is niet in de tekst verwerkt en wordt evenmin vermeld in de literatuuropgave (onder L).

Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 1 (Den Haag 1979)
Laatst gewijzigd op 12-11-2013