Wilton, Bartel (1863-1938)

 
English | Nederlands

WILTON, Bartel (1863-1938)

Wilton, Bartel, ondernemer (Rotterdam 26-4-1863 - Voorburg 15-2-1938). Zoon van Bartel Wilton, smid en oprichter van de scheepswerf Wilton, en Hendrika Stork. Gehuwd op 8-5-1890 met Marieke Jantje Hulsinga. Uit dit huwelijk werd 1 dochter geboren. Na echtscheiding (15-9-1915) gehuwd op 21-11-1919 met Maria van As (1886-1962). Uit deze relatie werden 2 zoons geboren, van wie 1 zoon voor het huwelijk. afbeelding van Wilton, Bartel

Bart Wilton bezocht te Rotterdam de HBS met driejarige cursus. In 1879 vertrok hij naar Engeland voor zijn opleiding als scheepswerktuigkundige, die hij volgens het leerlingenstelsel in de praktijk ontving, eerst bij de machinefabriek van Richardson te Hartlepool, later, tijdens reizen, in de machinekamer van Engelse schepen. In de laatste periode van zijn verblijf bij Richardson was hij betrokken bij de aflevering van machines en ketels. Bij de proeftochten moest hij de arbeidsprestaties van de stoomwerktuigen door middel van indicateurdiagrammen aantonen.

In 1884 kwam Wilton te werken in het bedrijf van zijn vader aan de Westzeedijk te Rotterdam. Dit bedrijf had zich onder diens leiding ontwikkeld van smederij tot reparatiewerf, vooral door de opdrachten van Willem Ruys J. Dzn. Dank zij zijn Engelse relaties lukte het de jonge Bart om de klantenkring van het bedrijf uit te breiden en dit aldus een steviger commerciële basis te geven. Daardoor kwam er langzamerhand zoveel werk van binnen- en buitenlandse rederijen, dat naar een groter terrein moest worden uitgezien. Bart slaagde erin om in 1895 een terrein te verwerven aan de Westkousdijk te Rotterdam. In dat jaar werd hij benoemd tot mededirecteur van de in 1895 opgerichte N.V. Machinefabriek v.h. de firma B. Wilton, samen met zijn vader en zijn broer ir. John Henry. Bart was meer zakenman dan technicus en nam daarom vooral het commercieel beleid in het bedrijf op zich. Voor de financiering van de nieuwe fabriek werd het aandelenkapitaal uitgebreid en obligatieleningen uitgegeven.

Tijdens en na de Eerste Wereldoorlog nam de bedrijvigheid nog meer in omvang toe. Een gelukkige omstandigheid bij deze toenemende bedrijvigheid was het feit dat Bart juist vóór de sluiting van de Duitse grens er in geslaagd was een partij van 10.000 ton plaatijzer tegen lage prijs in te kopen. Ir. John Henry zag technische voordelen in een combinatie van reparatie en nieuwbouw. Wederom moest naar een groter terrein worden uitgezien. Dit werd in westelijke richting gevonden bij Schiedam. De plannen konden worden verwezenlijkt door een gentleman's agreement met de Holland-Amerika Lijn. Deze rederij zou financiële steun verlenen voor de aankoop van een groot drijvend dok en zegde toe alle reparaties door Wilton te doen uitvoeren en voor te bouwen schepen voorkeursrechten te verlenen. Met deze gang van zaken heeft Bart zich niet kunnen verenigen, daar de onafhankelijkheid van de onderneming hem boven alles ging. Het was voor hem in 1920 aanleiding om af te treden als directeur. Tot aan de fusie met Fijenoord in 1929 is hij nog als commissaris aan het bedrijf verbonden gebleven. Ook in andere opzichten bleef Wilton actief. Hij was president-commissaris van de N.V. Frank Rijsdijk's Scheepssloperijen. Zijn culturele belangstelling ging uit naar toneel. Verschillende toneelgezelschappen profiteerden van zijn hulp, ook in financieel opzicht. Verder was hij geïnteresseerd in bioscoopondernemingen en werd president-commissaris van het City-concern, dat te Amsterdam, Rotterdam en 's-Gravenhage bioscopen exploiteerde.

De betekenis van Bart Wilton als ondernemer ligt in het feit dat hij het scheepsreparatiebedrijfeen eigen plaats bezorgde in de scheepsbouwnijverheid. Al in een vroeg stadium zag hij in dat een korte reparatietijd een der belangrijkste eisen was die door de reder werden gesteld. Flexibiliteit en improvisatievermogen werden de kenmerken van het reparatiebedrijf, eigenschappen die pasten bij de impulsieve geest van Bart Wilton. Deze kenmerken waren voorwaarden voor het succes van het scheepsreparatiebedrijf, dat reeds onder de directie van Bart Wilton een wereldnaam verwierf.

L: M.J. Brusse, Wilton 1854-1929. Vijfenzeventig jaar geschiedenis van Wilton's machinefabriek en scheepswerf (Rotterdam, 1929); Schip en Werf 5 (1938) 78; Nieuwe Rotterdamse Courant, 16 februari 1938; De Ingenieur 53 (1938) 12 (25 maan) A.119 - A.120; P.J. Bouman, Gedenkboek Wilton-Fijenoord (Schiedam, 1954).

I: Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden in woord en beeld. Onder hoofdred. van H.P. van den Aardweg (Amsterdam 1938) 1640.

J.M. Dirkzwager


Bovenstaande biografie weerspiegelt de stand van het onderzoek tot aan het jaar van publicatie in het gedrukte deel van het BWN. Dit jaar is hieronder weergegeven. Alle daarna verschenen literatuur is niet in de tekst verwerkt en wordt evenmin vermeld in de literatuuropgave (onder L).

Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 1 (Den Haag 1979)
Laatst gewijzigd op 12-11-2013