Holleman, Arnold Frederik (1859-1953)

 
English | Nederlands

HOLLEMAN, Arnold Frederik (1859-1953)

Holleman, Arnold Frederik, chemicus (Oisterwijk 28-8-1859 - Bloemendaal 11-8-1953). Zoon van Frederik Arnold Holleman, garancinefabrikant, en Wilhelmina Jacoba van Hoven. Gehuwd op 22-8-1889 met Hermina Cornelia Kan. Uit dit huwelijk werden 3 zoons geboren. Na haar overlijden (10-9-1922) gehuwd op 9-4-1924 met Henriette Frederique Bosch. Uit dit huwelijk werden geen kinderen geboren. afbeelding van Holleman, Arnold Frederik

Holleman bezocht de rijkshogereburgerschool in 's-Hertogenbosch en studeerde te Leiden scheikunde onder J.M. van Bemmelen en A.P.N. Franchimont (1879). Na zijn kandidaatsexamen werkte hij bij R. Bunsen in Heidelberg (1883). Na zijn promotie op 26 maart 1887 bij Franchimont over Onderzoekingen over het zoogenaamde B-nitrocymol, was hij eerst werkzaam op het laboratorium van A. von Baeyer in München en kort daarna als assistent bij J.H. van 't Hoff in Amsterdam. In 1889 werd hij directeur van het juist opgerichte Rijkslandbouwproefstation te Groningen.

In 1893 volgde zijn benoeming tot hoogleraar in de anorganische en organische scheikunde daar als opvolger van R.S. Tjaden Modderman. Hij aanvaardde zijn ambt op 21 oktober met een oratie over Twee richtingen der scheikunde met elkander vergeleken. Hier hield Holleman zich met zijn leerlingen voornamelijk bezig met het bestuderen van substitutiereacties in aromatische verbindingen. Hij wilde de tot dan toe bekende experimentele gegevens overzichtelijk samenvatten en systematisch ordenen. Bij zijn onderzoekingen werd gebruikgemaakt van fysisch-chemische methoden als hulpmiddel. Het lukte hem niet alleen algemene regels te vinden, maar deze ook met succes te gebruiken bij het kwalitatief voorspellen van de substitutieprodukten die bij nog niet onderzochte reacties zullen ontstaan.

Behalve als wetenschappelijk onderzoeker heeft Holleman grote invloed uitgeoefend door zijn leerboeken. In 1896 verscheen zijn Leerboek der Organische Chemie, waarvan vele drukken zijn verschenen en dat in verschillende talen is vertaald. De opzet van dit leerboek week duidelijk af van de toen in ons land gebruikelijke. De laatste gaven te veel feitenmateriaal en te weinig theorie. Holleman wilde een tussenweg bewandelen. 'Het feitenmateriaal is zooveel mogelijk verminderd en aan de structuurbewijzen een ruime plaats gegeven, zoodat voor zeer vele der verbindingen, die zijn vermeld, het bewijs hunner structuurformule is aangevoerd' (zie 'Voorwoord' in Leerboek...). Ook in zijn Leerboek der Anorganische Chemie (1898) is 'het feitenmateriaal derhalve ook hier beperkt, en aan de uiteenzetting der belangrijkste theorieën meer plaats ingeruimd'. (Zie 'Voorwoord' in Leerboek...). Voor zijn studenten schreef Holleman een tweetal practicumboeken: Practisch-chemische oefeningen (1898) en Praktische oefeningen in de organische chemie (1906).

Ondertussen was hij in 1905 naar Amsterdam gegaan als opvolger van C.A. Lobry de Bruyn. Hij hield op 27 februari zijn oratie Over de beteekenis der physisch-chemische methoden voor de organische chemie (Groningen, 1905). Hier werden zijn in Groningen begonnen onderzoekingen voortgezet en ten slotte samengevat in Die direkte Einführung von Substituenten in den Benzolkern. Beitrag zur Lösung des Substitutionsproblems in aromatischen Verbindungen (Leipzig, 1910). Als nieuw onderwerp werd de vervangbaarheid van in de benzeenkern aanwezige groepen door andere substituenten gekozen.

Zijn wetenschappelijke verdiensten vonden o.a. erkenning door de benoeming tot lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen in 1903 - van 1919 tot 1926 was hij ondervoorzitter van de afdeling natuurkunde - en verleende eredoctoraten van St. Andrews en Leeds. Na zijn emeritaat (1924) hield Holleman zich niet meer bezig met wetenschappelijke onderzoekingen. Hij was enige jaren voorzitter van de commissie voor de organisch-chemische nomenclatuur, die onder de Union Internationale de Chimie Pure et Appliquée ressorteert, en was van 1928-1939 secretaris van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen te Haarlem, waarvan hij in 1939 erelid werd.

P: De meeste publikaties van Holleman verschenen in Recueil des Travaux Chimiques des Pays-Bas... en Berichte der Deutschen Chemischen Gesellschaft. Zijn afscheidscollege als hoogleraar in Amsterdam, in Chemisch Weekblad 21 (1924) 438-444.

L: J.P. Wibaut, in Jaarboek der Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen 1954-1955, 280-287; idem, in Recueil des Travaux Chimiques des Pays-Bas 74 (1955) 1371-1375.

I: Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden in woord en beeld. Onder hoofdred. van H.P. van den Aardweg (Amsterdam 1938) 678.

H.A.M. Snelders


Bovenstaande biografie weerspiegelt de stand van het onderzoek tot aan het jaar van publicatie in het gedrukte deel van het BWN. Dit jaar is hieronder weergegeven. Alle daarna verschenen literatuur is niet in de tekst verwerkt en wordt evenmin vermeld in de literatuuropgave (onder L).

Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 2 (Den Haag 1985)
Laatst gewijzigd op 12-11-2013