Korteweg, Diederik Johannes (1848-1941)

 
English | Nederlands

KORTEWEG, Diederik Johannes (1848-1941)

Korteweg, Diederik Johannes, wiskundige ('s-Hertogenbosch 31-3-1848 - Amsterdam 10-5-1941). Zoon van Adrianus Johannis Korteweg, advocaat, en Cornelia Margaretha Holster. Gehuwd op 25-7-1878 met Wibbina Maria barones d'Aulnis de Bourouill. Uit dit huwelijk werden geen kinderen geboren. afbeelding van Korteweg, Diederik Johannes

Korteweg volgde het gewone lager onderwijs aan de Nutsschool in zijn geboorteplaats en bezocht hier vervolgens de particuliere school van Berman. Door middel van privé-lessen slaagde hij in 1865 voor het toelatingsexamen voor de Polytechnische School te Delft. Door zijn weinig technische aanleg voltooide hij de ingenieursstudie echter niet. Wel behaalde hij de MO-diploma's wiskunde, waarna hij in 1869 leraar werd: eerst, tot 1873, aan de rijks-HBS in Tilburg en vervolgens, tot 1881, aan de gemeentelijke HBS te Breda. In deze periode bereidde Korteweg zich voor op het toelatingsexamen voor de universiteit, waarvoor hij in 1876 slaagde. Zijn kandidaatsexamen volgde in 1877 te Utrecht en het doctoraal examen een jaar later in Amsterdam, waar hij op 12 juli 1878 cum laude promoveerde bij prof. J.D. van der Waals op de dissertatie Over voortplantingssnelheid van golven in elastische buizen . Hij was daarmee de eerste promovendus van het juist tot universiteit verheven Amsterdamse Athenaeum.

Reeds in 1881 werd Korteweg benoemd tot gewoon hoogleraar in de wiskunde, de mechanica en de sterrenkunde aan de Universiteit van Amsterdam, welk ambt hij in 1913 zou verruilen voor een buitengewoon hoogleraarschap, op die manier een plaats scheppend voor zijn leerling L.E.J. Brouwer. In zijn inaugurale rede op 10 oktober 1881, getiteld De wiskunde als hulpwetenschap , zette Korteweg zijn standpunt met betrekking tot de wiskundige praktijk uiteen. Een groot deel van zijn onderzoekingen bestond uit toepassingen van de wiskunde op uiteenlopende gebieden van de wetenschap. Een aantal publikaties handelt over problemen uit de mechanica; enkele - in aansluiting op het werk van Van der Waals - over de thermodynamica. Korteweg schreef echter ook over geheel andere onderwerpen: de theorie van verkiezingen, filosofie, geschiedenis, et cetera. De onderzoekingen op het gebied van de zuivere wiskunde waren veelal door fysische problemen geïnspireerd. De lijst van onderwerpen bevat onder meer algebra, meetkunde, oscillatietheorie, storingstheorie, elektriciteitsleer, geluidsleer, kenetische gastheorie, hydrodynamica, astronomie, waarschijnlijkheidsrekening en verzekeringswetenschap. Kortewegs onderzoekingen naar de plooiing van oppervlakten en van relatietrillingen waren bekend. Voorts ontraadselde hij het mysterie van Huygens' sympathische uurwerken.

De naam Korteweg is thans in de wiskunde algemeen bekend wegens zijn bijdrage aan de theorie van de voortplanting van golven in water. In 1895 publiceerde hij met Gustav de Vries een artikel over de vormverandering van lange golven die zich voortplanten in een rechthoekig kanaal (in: London Edinburgh and Dublin philosophical magazine and journal of science 5e serie, 39 (1895) 422-443). De hierin geformuleerde differentiaalvergelijking - de 'Korteweg-De Vries vergelijking' - beschrijft de solitaire golf. Ongeveer zeventig jaar later zou deze vergelijking bijzonder actueel worden wegens de toepassingen in (bijvoorbeeld) de plasmafysica. De wiskundige theorie der solitonen is een moderne nakomeling van het werk van Korteweg en De Vries.

Kortewegs wetenschappelijke verdiensten waren in 1881 al erkend met een lidmaatschap van de Koninklijke Akademie van Wetenschappen; in 1932 verleende de Universiteit van Amsterdam hem een eredoctoraat. De invloed van Korteweg in wiskundig Nederland was aanzienlijk. Hij vervulde vele functies ten behoeve van onder andere het Wiskundig Genootschap, het Nieuw Archief voor Wiskunde (1897-1941) en de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen. Hij was lange tijd, van 1901 tot 1921, directeur van het Regionaal bureau voor de samenstelling van een internationale catalogus van wetenschappelijke uitgaven. Van bijzonder belang was Kortewegs werk voor de uitgave van de werken van Christiaan Huygens; van 1911 tot 1927 had hij de leiding van deze publikatie in handen. Zijn mathematisch en historisch inzicht in de wiskunde van Huygens en zijn tijdgenoten was onovertroffen.

Korteweg was een veelzijdig geïnteresseerd man: politiek, literatuur, kunst en sport hadden zijn belangstelling. Hij was een warm voelend man, die met zijn vrouw - zelf bleven zij kinderloos - de drie weeskinderen van de vroeg overleden stadsarchivaris N. de Roever in huis nam en opvoedde. In zijn universitaire werkkring was Korteweg een innemend, maar veeleisend docent, sterk invloed uitoefenend op de vorming van de nieuwe generatie Nederlandse wiskundigen, die na een lange periode van middelmatigheid weer aan de internationale ontwikkeling van de wiskunde deelnamen. Zijn edelmoedige ondersteuning van onder anderen L.E.J. Brouwer en G. Mannoury illustreert zijn betrokkenheid bij het welzijn van zijn leerlingen en collega's.

A: Archief-D.J. Korteweg in de Bibliotheek der Universiteit van Amsterdam.

P: Kortewegs belangrijkste publikaties worden vermeld in het onder L genoemde levensbericht van Beth en Van der Woude.

L: Jaarboek der Universiteit van Amsterdam 1940-1941 II (Amsterdam, s.a.) 34-35; W. van der Woude, in Nieuw Archief voor Wiskunde 2e serie, 21 (1941) 1-2; Amstelodanum. Maandblad voor de kennis van Amsterdam 28 (1941) 110-111; H.J.E. Beth en W. van der Woude, in Jaarboek der Koninklijke Nederlandsche Akademie van Wetenschappen 1945-46 (Amsterdam, 1946) 194-208; D.J. Struik, in Dictionary of scientific biography VII (New York, 1973) 465-466; F. van der Blij, 'Some details of the history of the Korteweg-De Vries aequation', in Nieuw Archief voor Wiskunde 3e serie, 26 (1978) 54-64.

I: Jaarboek van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen 1945-1946 (Amsterdam 1946) afbeelding tegenover pagina 194.

D. van Dalen


Bovenstaande biografie weerspiegelt de stand van het onderzoek tot aan het jaar van publicatie in het gedrukte deel van het BWN. Dit jaar is hieronder weergegeven. Alle daarna verschenen literatuur is niet in de tekst verwerkt en wordt evenmin vermeld in de literatuuropgave (onder L).

Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 4 (Den Haag 1994)
Laatst gewijzigd op 12-11-2013