Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 293

Nummer 293
Datum 9-6-1952
Soort notulen
Kenmerk Ministerraad
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s)
Ontvanger(s)
Plaats van opmaak
Plaats van bestemming
Bewaarplaats Nationaal Archief
Bestand archief van de Ministerraad en onderraden
Dossiernummer doos 396
Trefwoorden Australië, houding/positie van -
Menzies, Sir Robert G., minister-president van Australië '49-'66; 4/2/'60 - 22/12/'61 tevens minister van Buitenlandse Zaken
missie/Rooms Katholieke kerk
Nationaal Nieuw-Guinea Comité
NG-kwestie, algemeen (= conflict over de status van NG tussen Nederland en Indonesië)
NG-kwestie, ijskastpolitiek met betrekking tot de
repatriëring, regeringsbeleid inzake -
Stichting Nederlands Onderwijs in Indonesië (SNO)
toelatings-/uitwijzingsbeleid/reisdocumenten, Indonesië
Annotatie slotnoot bij 1d:
O 14 juni seinde Lamping onder no 7 aan Peters dat 'bij bespreking - - - met het bestuur van de Stichting Nederlands Onderwijs, bleek, dat het niet verlenen van entry permits aan nieuwe Nederlandse leerkrachten inderdaad uitsluitend berust op de nu eenmaal geponeerde, doch op geen enkel voorschrift gebaseerde stelling, dat quotum 1952 voor Nederlanders reeds vol is. Zowel door het Ministerie van Onderwijs als door Immigratiedienst wordt wenselijkheid toelating Nederlandse leerkrachten onderschreven, terwijl ook overigens van die zijde alle medewerking wordt ondervonden, doch men is huiverig om voor bepaalde groep een uitzondering te maken op de algemene regel. Er zijn echter tekenen, welke er op wijzen, dat er, wellicht mede naar aanleiding van het protest van de Ondernemersbond  - - - enige kentering ten goede komt in de ten aanzien van Nederlandse werkkrachten gevoerde immigratiepolitiek. De aanvragen worden thans blijkbaar wekelijks door een centrale commissie bekeken, waarna voor een klein aantal urgente gevallen een toelatingsvergunning wordt verleend. Zo is inmiddels voor twee van de door U bedoelde twaalf gevallen reeds een entry permit afgegeven, terwijl voor een in beginsel reeds gunstig is beslist, doch nog op huisvestingsverklaring moet worden gewacht. Onder deze omstandigheden acht ik het (met het Stichtingsbestuur) praematuur om stappen bij de Indonesische autoriteiten te doen, vooral nu ik weet, dat het uitsluitend gaat om de algemene zogenaamde overschrijding van het quotum en deze kwestie mede naar aanleiding van het protest van de Ondernemersbond bij de Indonesische Regering blijkbaar in ernstige beschouwing is. Mocht het antwoord onbevredigend zijn, dan is er mijns inziens wel alle aanleiding voor een demarche en dan voor een van principiële aard. Uiteraard houdt deze kwestie mijn speciale aandacht.' Archief Minkol.,codetel. 1952, 2.

inleidende noot bij 3c:
Blijkens de notulen van de vergadering van 15 april had Drees aldaar medegedeeld dat zijn vrouw een uitnodiging had ontvangen om zitting te nemen in het Nieuw-Guinea Committée en had hij minister Peters verzocht na te gaan of daar bezwaren tegen zouden kunnnen bestaan. T.a.p.

inleidende noot bij 3d:
Op 30 mei had Stikker onder no 391 aan Lamping geseind, met afschrift aan de posten te Washington, Londen, Parijs, New-Delhi, Singapore, Manila en Karachi: 'De reis van Prime Minister Menzies naar Engeland gaf de Nederlandse regering met het oog op de bestaande belangen op handels-, luchtvaart-, en emigratiegebied aanleiding Menzies uit te nodigen voor een kort bezoek aan Nederland. Bij een hieromtrent vertrouwelijk gevoerd gesprek met Teixeira verklaarde Menzies geen enkel bezwaar te zien tegen aanvaarding van deze uitnodiging, hoewel hij rekening hield met de mogelijkheid van verdraaiing van een door hem afgelegde verklaring tijdens een eventuele hier te lande te houden persconferentie. Ofschoon derhalve het risico van in gevaar brengen der cold storage aanziens Nieuw-Guinea niet was uitgesloten, meende ook Menzies, dat zulks geen moratorium mag betekenen voor het contact tussen Nederlandse en Australische staatslieden. Menzies zal op 10 juni hier te lande arriveren en vertrekt de volgende middag na een lunch te Soestdijk naar Parijs. Behalve door zijn echtgenote wordt de premier vergezeld door Alan Watt, secretaris-generaal van External Affairs en door Allen Brown, secretaris-generaal van het Department of the Prime Minister, die speciale vertrouwensman van Menzies is en grote invloed heeft. Op 19 dezer had Van Roijen een vertrouwelijk gesprek met Menzies, waarbij ook Spender aanwezig was. Aanziens Nieuw-Guinea verklaarde Menzies nog steeds "voor honderd procent" te staan op het standpunt, zoals dit destijds door Spender tijdens diens ministerschap aan het Australische parlement is uiteengezet. Op 18 mei jl. had Menzies op het State Department verklaard: "What happens in Dutch New Guinea is not of casual but of extreme importance in Australië". Overigens seinde Teixeira op 29 dezer, dat het Australische standpunt inzake Nieuw-Guinea eveneens door Watt met Allison was besproken. Watt kwalificeerde dit en andere gesprekken met het State Department als "invaluable". Voorts seinde Teixeira, dat de Australische pers de laatste dagen op in het oog vallende wijze berichten over het bezoek van Menzies aan Nederland bevat, waarbij van de veronderstelling wordt uitgegaan, dat hoofdzakelijk zal worden gesproken over Nieuw-Guinea.' NA, archief Minkol., codetel. 1952, 9.
      Op 19 juni seinde Teixeira onder no 11 voorts, dat een lid van de Amerikaanse Ambassade hem vertrouwelijk had verteld, dat Watt 'bij zijn besprekingen in Washington - - - duidelijk had doen uitkomen, dat Australië er zeker van was, dat het felle Indonesische standpunt aanziens Nederlands Nieuw-Guinea in hoge mate in de hand was gewerkt door de steun, welke de Indonesiërs daarbij meenden te hebben van Amerika, "lees Cochran".' NA, archief Minkol., codetel. 1952, 12.
Zie ook 277: Ministerraad
292: Ministerraad
PDF transcriptie (13 KB)