Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 682

Nummer 682
Datum 8-1-1950
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Hirschfeld 47
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Hirschfeld, H.M. (info)
Ontvanger(s) Stikker, D.U. (info)
Plaats van opmaak Djakarta
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Nationaal Archief
Bestand archief Minkol., codetel. 1950
Dossiernummer 1
Trefwoorden Beel, L.J.M.*
Buurman van Vreeden, D.C.*
Spoor, S., generaal KNIL
wapen(s)/oorlogsmateriaal, -transacties/embargo op -/vergunningen voor - voor Indonesië
Westerling, R./Westerlingaffaire(s)
Annotatie noot bij de zinsnede:
'Bij het leger rees toen verdenking, dat Westerling de dollarbedragen wel degelijk had besteed voor de aankoop van wapens, doch dat hij deze wapens geleverd had aan de D.I.'  Hierbij tekende het hoofd van het kabinet van de minister van Uniezaken en Overzeese Rijksdelen, Buurman van Vreeden, aan: 'Reeds sedert medio '48 gedemobiliseerd en door Gen. Spoor benut voor zijn afweer-organisatie die o.m. Darul Islam [een woord geperforeerd en daarmee onleesbaar] van wapens en munitie voorzag.'

Bij het woord 'onverantwoordelijke' in de één na laatste alinea tekende Buurman aan:
'Het waren inderdaad "verantwoordelijke" elementen, nl. Generaal Spoor onder wiens persoonlijke auspiciën de "afweerorganisatie" tot stimulering van bendeactiviteiten tegen de Djokjase T.N.I.  werkzaam was. Hij omgaf zich daartoe van een afzónderlijke Staf, los van de Generale Staf die hierbuiten werd gehouden, omdat het hier zou betreffen "politieke" activiteit en géén "operationele"!

slotnoot:
In reactie op dit telegram seinde Van Maarseveen op  9 jan. onder no 21 dat 'het Kabinet ertoe over[helt] deze zaak volkomen openlijk met de RIS-autoriteiten te bespreken. Het storten van 90.000 dollars ten einde de zaak in de doofpot te stoppen lijkt aan het Kabinet aanvankelijk niet juist en zelfs niet doeltreffend. Intussen win ik inlichtingen in bij Beel waarna ik op de zaak terugkom. In Stikker 281 gelieve U de voorlaatste zin aldus te lezen: "Wij machtigen U alle bijstand te verlenen welke mocht worden gevraagd waarbij het volstrekt gewenst is dat geen beroep op de KL wordt gedaan zolang het KNIL in staat is de nodige bijstand te verlenen".' NA, archief Minkol., codetel. 1959, 11.
      Bij tel. no 22 van 10 jan. seinde Van Maarseveen evenens onder verwijzing naar tel. no Hirschfeld 47: 'Bij Beel  heb ik inlichtingen ingewonnen. Hij herinnert zich niet alles, wat begrijpelijk is omdat Februari 1949 een zeer gespannen maand was waarin Minister Sassen aftrad en Beel naar Nederland kwam. Beel kan zich reconstrueren dat Spoor hem verzocht uit de deviezenbegroting van Oorlog een crediet te verlenen voor wapenaankoop, wat Beel goedkeurde. Daarbij is het deviezeninstituut (DIVI) ingeschakeld dat toezicht had op de besteding. Beel herinnert zich niet waarvoor de wapenleveranties dienden. Wel heeft de Chinese Consul-Generaal hem benaderd over toenemende onveiligheid op Chinese ondernemingen. Beel zou gaarne nadere inlichtingen hebben over tijdstip van zijn beschikking en de motieven. Van de verdere uitwerking en met name van de inschakeling van Westerling is hij geheel onkundig. Wel meent hij zich te herinneren dat Spoor een militaire missie naar Singapore heeft gezonden. Waarschijnlijk weet Generaal-Majoor Mojet hier meer van. Zoudt gij mij niet het volledige rapport van Van Lennep kunnen toezenden opdat ik dat ook aan Beel kan laten lezen. Mogelijk dat de zaak hem dan scherper voor de geest komt. Donderdag a.s. vergadert de Raad Aangelegenheden van Indonesië (RAVI) voor de eerste maal. RAVI wordt gepresideerd door de Minister-President en daarin hebben voorts Van Schaik, Stikker, Lieftinck, Van den Brink, Schokking, Joekes, Götzen en ik zitting terwijl Idenburg en Blom de zittingen bijwonen. De raad vergadert eens in de twee weken. In de eerste vergadering zal nader over bovenstaande aangelegenheid worden gesproken. Indien daartoe aanleiding is sein ik U na afloop nader.' T.a.p.

Ten vervolge op zijn tel. no 47 en in reactie op Van Maarseveen 21 seinde Hirschfeld op 11 jan. onder no 63: 'De bedoeling van het terugstorten van de 90.000 dollar is niet om een zaak in de doofpot te stoppen, doch een zaak, die op deviezen-technisch niveau behandeld wordt, op deviezen-technisch niveau af te handelen. Dit standpunt wordt door Van Lennep geheel gedeeld. Indien ik deze zaak bij de RIS geheel uit de doeken zou doen, ontstaan niet alleen nieuwe complicaties, doch loopt U het risico, dat men ook andere deviezen-transacties van KL en KNIL wil gaan onderzoeken. Een snelle liquidatie heb ik uitsluitend beoogd, omdat er in dit geval contact bestaat met het geval Westerling. Alleen om die reden acht ik spoedige afdoening als voorgesteld in mijn 47 absoluut noodzakelijk. Voor Kuiper acht ik dit tevens van het grootste belang. Mijn 47 is practisch een volledige paraphrase van de nota die Van Lennep mij zond, alleen een naam ontbrak, namelijk die van Overste Van Lier, die voorgesteld had deze zaak te laten afdoen door een verklaring namens legercommandant. Buurman van Vreeden** stelde er prijs op Van Lier, die binnenkort naar Nederland vertrekt, hierover persoonlijk te onderhouden, hetgeen inmiddels is geschied. Van Lennep heeft mij nader verklaard, dat Van Lier hem getoond heeft een nota, die persoonlijk door Generaal Spoor was afgedaan. Ik geloof, dat het niet verstandig is verder in deze zaak te roeren. De enige oplossing blijft de 90.000 dollar terug te storten. Nadat U mij gemachtigd hebt, zal Van Lennep deze zaak verder kunnen afwikkelen, als voorgesteld in mijn 47.'
** Kabintsambtenaar Buurman van Vreeden tekende hierbij aan: '= poging om de (operationele) Generale Staf achteraf verantwoordelijk te stellen voor de activiteit van de (politieke) speciale Staf van Spoor'.  NA, archief Minkol., codetel. 1950, 1
       In reactie hierop seinde Van Maarseveen op 12 jan. onder no 26 aan Hirschfeld: 'Uw 63 werd in de RAVI besproken. Enerzijds wilde men niet blind zijn voor de technische zijde dezer aangelegenheid, anderzijds streefde men er naar zich daarop ook niet blind te staren. Het gevaar, dat andere deviezentransacties zouden worden onderzocht leek de RAVI groter, bij aldien dit onderzoek tastbare voordelen zou kunnen opleveren dan wanneer bij voorbaat zou vaststaan dat het economisch nut daarvan toch nihil zou zijn. Reeds daarom ziet men in het terugstorten van 90.000 dollars een gevaarlijk precedent. Bovendien hebben wij in een schuldreductie van 2 milliard bewilligd, waartoe de militaire uitgaven de grootste stoot hebben gegeven. Men moet dus aannemen, dat de post van 90.000 dollars en andere soortgelijke posten in het bedrag van 2 milliard ruimschoots zijn verdisconteerd. Ook al zou men aannemen, dat het deviezenverleden van het Indische Gouvernement niet altijd even gelukkig is geweest, daartegenover staat op de eerste plaats, dat zeker in dit opzicht ook aan de andere zijde gezondigd is en op de tweede plaats, dat elk bestuur nu eenmaal onvermijdelijk af en toe bloot staat aan critiek a posteriori en zelfs dat het maken van fouten of wat men als zodanig zou willen aanmerken aan het besturen dermate inhaerent is, dat een opvolger in het bestuur de gevolgen daarvan moet begrepen achten in de staat van activa en passiva der door hem aanvaarde nalatenschap.
Mocht het bovenstaande in Uw conclusies geen wijziging brengen, dan zal ik een en ander gaarne mondeling met U bespreken.' NA, archief Minkol., codetel. 1950. 11. Zie ook recordnummer 19.
Zie ook 18: Ministerraad
19: Ministerraad
835: Stikker 281
PDF transcriptie (11 KB)