Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 706

Nummer 706
Datum 25-1-1950
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Hirschfeld 100
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Hirschfeld, H.M. (info)
Ontvanger(s) Götzen, L. (info)
Plaats van opmaak Djakarta
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Nationaal Archief
Bestand archief Minkol., codetel. 1950
Dossiernummer 1
Trefwoorden Darul Islam
deelstaten/federatie/VSI, opheffing van de -
Java, West -/Bandung
Koninklijk Nederlands-Indonesisch Leger (KNIL), liquidatie van het -
Nederlandse Militaire Missie (NMM) in/Nederlandse militaire steun aan Indonesië
Negara Pasundan/regering van de -
Westerling, R./Westerlingaffaire(s)
Annotatie slotnoot:
Onder verwijzing naar dit telegram seinde Götzen diezelfde dag onder no 52, 'mede namens Drees en Stikker' : 'Machtigen U alle door U in overleg met Van Maarseveen noodzakelijk geachte maatregelen te nemen.' NA, archief Minkol., codetel. 1950, 11.
      Diezelfde dag liet Drees daar onder no 2 op volgen: 'In aansluiting aan de U in Götzen 52 verleende machtiging en zonder daaraan af te doen, vragen wij U de aandacht voor het volgende.
De beoordeling van de toestand en ook de consequenties en implicaties van het actief optreden van onze troepen tot bijstand bij het herstellen van rust en orde, wordt ten zeerste bemoeilijkt doordat ons niet bekend is welk standpunt de Indon. Regering ten aanzien van het voortbestaan van de Pasundan als deelstaat en de Darul Islam inneemt. Wij vragen ons af of voor een beoordeling van de situatie en onze houding daarin niet onmisbaar is, dat wij ondubbelzinnige inlichtingen van de Indon. Regering verkrijgen. De vraag rijst bij ons, of een openlijke verklaring van de RIS niet wenselijk zou zijn, namelijk dat zij in afwachting van de uiteindelijke indeling van het Indon. grondgebied de deelstaat Pasundan op grond van de voorlopige constitutie als zodanig blijft erkennen en tegen aanranding zal beschermen. In dat geval zou aan Westerling en zijn volgelingen de voornaamste grond voor hun optreden ontvallen. Dit zou misschien ook kalmerend kunnen werken op de federalistisch gezinden der Sundanezen. In de situatie van dit ogenblik bestaat de onzekerheid dat wij, ofschoon tot bijstand aan de RIS bereid, niet duidelijk weten welke politiek de Indon. Regering in deze volgt, waardoor het doel van de bijstand niet zeker is.
Het bovenstaande wordt met alle voorbehoud gezegd, omdat U uiteraard beter kunt beoordelen of het benaderen van de RIS met het bovenstaande niet te veel de indruk wekt pressie op hun binnenlandse aangelegenheden te willen uitoefenen.
Desalniettemin zouden wij gaarne terzake zo spoedig mogelijk door U worden ingelicht, opdat wij ook in dat licht de consequenties van te verlenen bijstand kunnen overzien en later zullen kunnen verantwoorden, terwijl zodanige inlichtingen voor de publieke opinie hier te lande en de voorlichting eveneens onmisbaar zijn.' Archief BZ, uitgaande codetel. Djakarta 1950.
Zie ook 704: Hirschfeld 97
779: Götzen 75
843: Drees 3
PDF transcriptie (10 KB)