Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 1032

Nummer 1032
Datum 24-5-1950
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Hirschfeld 99
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Hirschfeld, H.M. (info)
Ontvanger(s) Maarseveen, J.H. van (info)
Plaats van opmaak Djakarta
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Nationaal Archief
Bestand archief Minkol., codetel. 1950
Dossiernummer 5
Trefwoorden Indonesiƫ, politieke/bestuurlijke aangelegenheden in -
NG, bestuurlijk
NG, bezoeken aan/missies naar -
NG-kwestie, algemeen (= conflict over de status van NG tussen Nederland en Indonesiƫ)
Suparmo, minister zonder portefeuille van Indonesiƫ
Annotatie slotnoot:
Op 25 mei seinde Van Maarseveen mede namens Blom onder no 35, dat hij erop zou willen wijzen, 'dat de tweede zin van de brief van Suparmo een onjuistheid bevat. Er is mij niets van bekend, dat ter Unieconferentie overeenstemming zou zijn verkregen dat aan de vertegenwoordiger van de VSI niet de overigens gebruikelijke positie zou worden toegestaan. Integendeel blijkt uit de betrekkelijke notulen en de briefwisseling ter Unieconferentie dat de Nederlandse Regering zich op het standpunt heeft gesteld dat de RIS een commissaris in Nieuw-Guinea kan plaatsen, zoals is vastgesteld in de RTC-overeenkomsten bij brieven die nominatim worden aangehaald. Het is goed dat ter voorkoming van het voortleven van een dwaling hierop uitdrukkelijk gewezen wordt.
De derde zin uit de brief van Suparmo doet uitkomen, dat verklaard zou zijn dat de vertegenwoordiger rechtstreeks onder de Minister-President zou komen te staan. Het is goed dat uitkomt dat ook hiervan mij niets bekend is en dat zulks in strijd is met het bepaalde in artikel 5 van de briefwisseling nopens de uitwisseling van Hoge Commissarissen. Formeel zou de te benoemen Commissaris dus onder de HC alhier moeten ressorteren. Dat men om utiliteitsreden daarnaast een rechtstreeks kanaal schept met Djakarta kunnen wij billijken en willen wij beschouwen als een interne kwestie van de RVSI, waarin Nederland niet wil treden. Wij zullen er echter op moeten blijven staan, dat de aan te stellen vertegenwoordiger een commissaris is, die niet alleen de status, voorrechten en immuniteiten, maar ook de verplichtingen heeft, welke voortspruiten uit het feit, dat de commissarissen de status hebben van consuls. Wel zou duidelijk tot uitdrukking kunnen komen, dat wij uit de aanstelling van een commissaris door de VSI geen politieke munt zullen slaan. Wij zouden dus kunnen erkennen, dat de benoeming van een commissaris in Nieuw-Guinea door de VSI niet prejudicieert op de onderhandelingen, die zullen worden gevoerd met betrekking tot de staatkundige status van Nieuw-Guinea. - - -
Ik ga er mede accoord, dat het Hoge Commissariaat zelf het antwoord op brief van Suparmo opstelt, waarbij het bovenstaande in de vereiste diplomatieke vorm ware tot uitdrukking te brengen.' NA, archief Minkol. codetel. 1950, 13.
Zie ook
PDF afbeelding (344 KB)