Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 1953

Nummer 1953
Datum 11-5-1951
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Lamping 53
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Lamping, A.Th. (info)
Ontvanger(s) Peters, L.A.H. (info)
Plaats van opmaak Djakarta
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Nationaal Archief
Bestand archief Minkol., codetel. 1951
Dossiernummer 2
Trefwoorden België, houding/positie van -
Hoge Commissariaat/Dipl. Vertegenwoordiging te Den Haag; zie ook diplomatieke en consulaire betrekkingen Ned.-Ind. vanaf februari '56
Indonesië, politieke/bestuurlijke aangelegenheden in -
inlichtingen/-diensten (andere dan CIA)
NG-kwestie, algemeen (= conflict over de status van NG tussen Nederland en Indonesië)
Pellaupessy, M.A.
Slingenberg, B.J.
Subardjo, Achmad, minister van Buitenlandse Zaken van Indonesië 4/'51- 4/'52
unieverhouding/RTC-akkoorden, herziening van de -
Westerling, R./Westerlingaffaire(s)
Annotatie slotnoot:
Op 17 mei seinde Stikker in reactie op dit telegram 'mede namens Peters' onder no 63 aan Lamping: 'Harinxma seint nopens geruchten over het contact van Slingenberg met Westerling in Brussel, waarvan Subardjo melding maakte, "dat Slingenberg nooit met Westerling heeft gesproken. Slechts twee maal is Westerling voor een paspoort op de Consulaire Afdeling geweest. Slingenberg werkt in het gebouw van de Politieke Afdeling. - - - In overleg met de Belgische Veiligheidsdienst was een lager ambtenaar van de Consulaire Afdeling belast met het toezicht op de contacten met Westerling. Hij heeft bij dit werk ook twee of drie maal met Westerling gesproken. Dit toezicht bleek achteraf echter onvoldoende, want over het contact met Pot, die hij, noch de Belgische rechercheurs overigens kennen, is nimmer iets gerapporteerd. Zowel door de Belgen als door bedoelde ambtenaar zou contact met Slingenberg echter zeker zijn gerapporteerd." Minuor noch Binnenlandse Veiligheidsdienst is iets bekend omtrent meergenoemd contact. Behoudens bewijs van het tegendeel neem ik derhalve aan, dat de door Subardjo terzake ontvangen inlichtingen onjuist zijn. Teneinde het echter mogelijk te maken eventuele misverstanden uit de weg te ruimen, moge ik u verzoeken Subardjo mede te delen, dat de Nederlandse regering het op prijs zou stellen te worden ingelicht over de feiten, waarop klachten van RI ten aanzien van Slingenberg berusten.'  Archief BZ, uitgaande codetel. Djakarta 1951.
Zie ook 2027: Lamping 107
2246: Stikker 75
PDF afbeelding (278 KB)