Gegevens van record 2724
| Nummer | 2724 |
|---|---|
| Datum | 28-5-1952 |
| Soort | codetelegram(men) |
| Kenmerk | Lamping 513 |
| Opschrift/Bijlage(n) | |
| Verzender(s) |
Lamping, A.Th.
(info)
|
| Ontvanger(s) |
Stikker, D.U.
(info)
|
| Plaats van opmaak |
Djakarta |
| Plaats van bestemming |
Den Haag |
| Bewaarplaats | Nationaal Archief |
| Bestand | archief Minkol., codetel. 1952 |
| Dossiernummer | 6 |
| Trefwoorden |
handels(politieke) betrekkingen Nederland-Indonesië Harjono, militair attaché van Indonesië te Den Haag Indo-europeanen, positie - in Indonesië; zie ook Nederlanders in Indonesië etc.; NG, positie (Indische) Nederlanders op - Molukkers in Nederland, repatriëring van - Nederlanders in Indonesië, arrestatie/rechtspositie van - Nederlandse Militaire Missie (NMM) in/Nederlandse militaire steun aan Indonesië pensioenen regeringsverklaring, Indonesische Sumanang, minister Economische Zaken van Indonesië; directeur Bank Pembangunan unieverhouding/RTC-akkoorden, herziening van de - Wilopo, (PNI), minister van Arbeid van Indonesië '50-51; Handel en Industrie '51; minister-president en Buitenlandse Zaken a.i. '52-'53 |
| Annotatie |
inleidende noot: Bij tel. no 383 van 24 mei had Blom Lamping verzocht te willen nagaan 'of omstandigheden momenteel gunstig zijn voor het zuiver informeel en ondershands polsen van betrokken Indonesische autoriteiten inzake eventueel te entameren handelsbesprekingen. Opwijs dat voorkomen moet worden, dat zulks indruk zou wekken van Nederlands verlangen naar handelsaccoord'. Als motief hiervoor voerde Blom aan dat weliswaar 'Nederlands-Indonesische handelsverkeer zich tot dusverre bevredigend ontwikkelt', maar dat 'accoordloze situatie het latente gevaar inhoudt, dat Indonesië geheel willekeurig maatregelen kan nemen, welke het handelsverkeer zouden belemmeren.' NA, archief Minol., codetel. 1952, 9. slotnoot: Onder verwijzing naar dit telegram seinde Blom op 30 mei onder no 390: 'Afgezien van handelsaccoord zijn er meerdere onderwerpen, welke met de Missie Supomo werden opgenomen en waarvoor - voorzover nog niet geschied - nu de aandacht van de Indonesische Regering dient te worden gevraagd, ook al worden uniebesprekingen eerst later hervat. Nadat voorbereiding op betrokken Departementen is voltooid, zullen U terzake nauwkeurige instructies bereiken. Bedoelde kwesties zijn: 1. Nederlandse arrestanten in Indonesië. 2. Betaling, verblijf en vestiging Nederlanders in Indonesië. 3. Positie Indische Nederlanders in Indonesië. 4. Overeenkomst betreffende onderwerpen van internationaal privaatrecht. 5. Vraagstuk van de Ambonezen in Nederland. 6. Uitkering wachtgelden en pensioenen aan in Indonesië achtergebleven gezinsleden van naar Nederland overgebrachte ex-KNIL-militairen. 7. Financiering Nederlandse Militaire Missie.' - - - NA, archief Minkol., codetel 1952, 9. Hierop seinde Lamping op 5 juni onder no 530: 'De in Blom 390 aangegeven vorm, te weten "de aandacht van de Indonesische Regering te vragen" voor de onderwerpen, welke destijds door de Nederlandse delegatie met de Missie Supomo zijn opgenomen, maar waarvan nog geen regeling is tot stand gekomen, lijkt mij een gelukkige. Ik neem aan, dat deze vorm is gekozen om de betreffende nota het karakter te geven van een "inventarisatie" van hangende problemen en niet van een protest of krachtige demarche terzake van het uitblijven van antwoord - - -. Met geduld, begrip en zachte persoonlijke drang zal bij deze nieuwe Indonesische Regering, die voor een zo uiterst zware taak staat, meer bereikt kunnen worden dan met verwijten en in gebreke stellingen, waarmede wij haar tegenstanders in de kaart zouden spelen ten detrimente van de Nederlandse belangen.' NA, archief Minkol., codetel. 1952, 6. |
| Zie ook | |
| afbeelding (109 KB) |