Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 2975

Nummer 2975
Datum 16-10-1952
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Lamping 229
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Lamping, A.Th. (info)
Ontvanger(s) Beyen, J.W. (info)
Luns, J.M.A.H. (info)
Plaats van opmaak Djakarta
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Nationaal Archief
Bestand archief Minkol., codetel. 1952
Dossiernummer 8
Trefwoorden Acheson, Dean G., US Secretary of State '49-'52
Allison, John M., (Deputy) Assistant Secretary of State; ambassadeur van de VS te Djakarta '53-'58
Amerika, houding/positie van -
ANZUS-/Pacific Pact
Bonsal, Officer Southeast Asian Affairs St. Dept.
Cochran, H.M., ambassadeur van de VS te Djakarta '49-'53
NG-kwestie, ijskastpolitiek met betrekking tot de
pers/publieke opinie, Indonesische
Zuid/Zuidoost-Azië
Annotatie slotnoot:
Op  17 okt. seinden Beyen/Luns onder no 128 aan Van Roijen met afschrift aan Lamping o.m.: "Zoals u zich herinnert heeft Luns bij zijn bezoek aan Acheson duidelijk het Nederlandse standpunt uiteengezet, waarop Acheson uitdrukking gaf aan zijn opvatting dat het voortduren van de ijskasttoestand de beste oplossing was" [no 3352].
Het valt in dit verband op, dat Allison bij zijn bezoek aan Djakarta aan de pers heeft verklaard dat het Nieuw-Guineaprobleem tussen Indonesië en Nederland moet worden opgelost, daarmede de Indonesiërs sterkend in hun verlangen om de onderhandelingen hierover voort te zetten. Het is jammer, dat hij blijkbaar geen termen heeft gevonden om te zeggen dat Amerika zich afvraagt of het niet beter zou zijn dit moeilijke probleem for the time being te laten rusten. Zulk een uitlating zou hebben kunnen bijdragen tot een vergemakkelijking van de situatie. Wellicht vindt u geschikte gelegenheid om hieraan op het State department uiting te geven. Bovenstaande mede namens Minister Kernkamp.' NA, archief Minkol., codetel. 1952, 10.
      Op 21 okt. seinde Van Roijen dat hij 'op het State Department met Alex Johnson, die voor Allison waarneemt', had gesproken en hem gezegd had 'te vrezen, dat de mededeling van Allison aan de pers te Djakarta, dat Nieuw-Guinea een probleem is, hetwelk tussen Nederland en Indonesië moet worden opgelost, niet bepaald zou bevorderen dat bedoeld probleem door de Indonesiërs op het ijs zal worden gelaten. Ik heb opzettelijk niet te veel reliëf aan mijn opmerking gegeven om niet de indruk van een protest te wekken. Johnson bleek echter de strekking van mijn woorden goed te begrijpen. Ook benadrukte ik opnieuw dat de Nederlandse Regering in geen geval bereid zou zijn om over het Nieuw-Guineaprobleem in zijn gehele omvang en in het bijzonder wat betreft de souvereiniteit, te onderhandelen.' NA, archief Minkol., codetel. 1952, 14.
Zie ook 3284: Von Balluseck 67
PDF afbeelding (633 KB)