Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 3457

Nummer 3457
Datum 26-6-1953
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Van Bylandt 338
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Luns, J.M.A.H. (info)
Ontvanger(s) Beyen, J.W. (info)
Plaats van opmaak Djakarta
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, ingekomen codetel. Djakarta 1953
Dossiernummer
Trefwoorden APRA-arrestanten, (rechts)positie van de -
Australië, houding/positie van -
Blitar/Talisse-affaire
Indo-europeanen, positie - in Indonesië; zie ook Nederlanders in Indonesië etc.; NG, positie (Indische) Nederlanders op -
Leimena (Parkindo), Johannes, minister van Gezondheid van Indonesië '50-'53; vice-premier v.a. april 57-maart 62
Luns, J.M.A.H., reizen van - naar/optreden van - in het buitenland
Molukkers in Nederland, repatriëring van -
NG, infiltraties/infiltranten op -
transferbepalingen/-besprekingen
Westerling, R./Westerlingaffaire(s)
Annotatie noot slot sub 2:
Nadat Van Bylandt op 27 juli onder no 413 inlichtingen had verzocht omtrent persberichten dat in de Blitar en Talisse-affaire overeenstemming zou zijn bereikt, antwoordden Beyen/Luns diezelfde dag onder no 240 dat hen 'daaromtrent niets bekend was'. 'Navraag bij Antara Amsterdam wees uit, dat vermoedelijk de Indonesische HC alhier zich optimistisch heeft uitgelaten over mogelijke liquidatie van deze affaire via door Nederlandse Regering gesuggereerde weg'. Archief BZ, ingekomen resp. uitgaande codetel. Dajakarta 1953
       Blijkens de notulen van de vergadering van de ministerraad op 14 sept. 1953 deelde Luns daar mee, 'dat de nieuwe Indonesische Regering heeft laten vragen in Nederland aan welk bedrag wordt gedacht als verkoopsom van een deel van de inbeslaggenomen lading.' NA, archief AZ, archief van de ministerraad en onderraden, doos 398.

slotnoot sub 3
Tijdens de vergadering van de Ministerraad van 15 juni was besloten 'dat Minister Luns in Indonesië zal bespeken of de gevangengenomen Indonesiërs, die een infiltratiepoging in Nieuw-Guinea hebben ondernomen, zullen worden uitgewissseld tegen de zes APRA-lieden, die reeds vier jaar in Indonesië gevangen zitten. NA, archief AZ, archief van de ministerraad en onderraden, doos 398.
     Op 16 juli seinde Van Bylandt m.b.t. deze aangelegenheid onder no 391 aan Beyen/Luns o.m.: 'Ondanks de per 1 Juni jl. ontvangen toezegging van Procureur-Generaal, dat uiterlijk twee weken na Lebaran zou worden beslist omtrent al dan niet vervolging van de zes Nederlandse APRA-arrestanten, waarbij zijn gedachten bepaaldelijk uitgingen naar invrijheidstelling en onmiddellijk vertrek naar Nederland, heeft het nog veel overredingskracht gekost Suprapto tot tenuitvoerlegging van het voor betrokkenen in gunstige zin uitgevallen besluit te brengen. Eerst op 9 dezer werd begin van uitvoering gegeven door de beide nabij Bandung verblijvende APRA-arrestanten naar Djakarta over te brengen. Indachtig aan zijn bij de invrijheidstelling van vorige APRA-arrestanten in September 1952 geleden échec wenst Suprapto om begrijpelijke redenen het risico van een hernieuwd ingrijpen van militaire zijde te vermijden. Nadrukkelijk verzocht hij om grootst mogelijke geheimhouding bij voorbereidingen van luchtgewijs vertrek van betrokkenen naar Nederland.' Archief BZ, ingekomen codetel. Djakarta 1953
      Op 1 aug. liet Van Bylandt hier onder no 431op volgen: 'Gelijk in mijn 391 opgemerkt, leek het aanbevelenswaard, alvorens Mr. Sjah ten behoeve van de Ambonese APRA-arrestanten stappen te doen ondernemen, reacties op de recente invrijheidstellingen van de Nederlandse APRA-arrestanten af te wachten. Nu, voor zover tot dusverre bekend, deze vrijlatingen geen ongunstige reacties in de Indonesische pers tengevolge hebben gehad, zou ik er de voorkeur aan geven de Procureu-Generaal mijnerzijds rechtstreeks inzake de Ambonese arrestanten te benaderen - - -. Met Uw goedvinden zou ik een poging daartoe aanvang volgende week willen ondernemen.
      Op 4 aug. reageerde Luns bij tel. no 246 instemmend. Wel achtte hij het 'dringend gewenst' dat, 'indien U mocht blijken, dat het geruisloos overbrengen naar Nederland van betrokkenen op korte termijn niet te verwachten is', Mr. Sjah tot actie overgaat,. Als richtdatum ware te stellen 1 September 1953.' Archief BZ, uitgaande codetel. Djakarta 195.
       Hierop seinde Van Bylandt op 10 aug. onder no 450 dat 'bij ondershandse benadering Secretaris-Generaal Justitie dit plan bij hem in goede aarde [leek] te vallen. Mas Besar zegde toe spoedig met de Procureur-Generaal te zullen spreken- - -. Indien ik vóór 1 September a.s. géén of een afwijzende reactie ontvang, zal ik Mr. Sjah aanstonds tot actie doen overgaan.'
      Op 29 aug. vervolgde hij onder no 506: 'Procureur-Generaal blijkt voorshands voorstander van geruisloze afvoer van Ambonese APRA-arrestanten, indien  - - - de Nederlandse Regering alle kosten voor haar rekening neemt. Berechting van betrokkenen in Nederland werd in dit verband niet als voorwaarde genoemd. Wel werd aangedrongen op strikte geheimhouding. - - -  Waar Hoofdparket definitieve beslissing terzake op korte termijn toezegde, meende ik met eventuele inschakeling van Mr. Sjah te moeten wachten tot ontvangst van door Suprapto genomen decisie.' Archief BZ, ingekomen codetel. Djakarta 1953.
      Op 17 okt. vervolgde Bylandt onder no 631: 'Niettegenstaande Suprapto reeds enige tijd geleden in beginsel had besloten de Ambonese APRA-arrestanten de gelegenheid te verschaffen naar Nederland te vertrekken, bleek heden bij navraag op het hoofdparket nog steeds geen uitvoering aan dit besluit te kunnen worden gegeven. Een van mijn medewerkers zal in verband hiermede in de komende week een persoonlijk onderhoud ter zake met Suprapto aanvragen' - - -. T.a.p.
      Op 24 okt. vervolgde Van Bylandt onder no 647: 'Heden had het  - - - onderhoud plaats met Suprapto, waarbij deze bevestigde in beginsel tegen opzending van de Ambonese APRA-arrestanten voor rekening van de Nederlandse regering geen bezwaar te hebben, mits daarbij dezelfde strikte geheimhouding zal worden betracht als bij opzending Nederlandse APRA-arrestanten het geval was. - - -  Afgesproken werd, dat dezerzijds overleg zal worden gepleegd met hoofd Nederlandse Militaire Missie, teineinde zo mogelijk de betrokken Ambonezen gelijktijdig met een repatriërend missietransport te doen vertrekken. In beginsel werd overeengekomen, dat ernaar gestreefd zal worden dit vertrek eind November te doen plaatsvinden. Zal u nader berichten zodra meer definitieve afspraken zijn gemaakt.'. T.a.p.
Zie ook 366: Ministerraad
3459: Van Bylandt 341
3494: Beyen/Luns 113
3605: Winkelman 95
3763: Beyen/Luns 418
3839: Beyen/Luns 235
PDF transcriptie (12 KB)