Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 3467

Nummer 3467
Datum 13-1-1953
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Beyen/Luns 266
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Beyen, J.W. (info)
Luns, J.M.A.H. (info)
Ontvanger(s) Ittersum, G.E. van (info)
Plaats van opmaak Den Haag
Plaats van bestemming Djakarta
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, uitgaande codetel. Djakarta 1953
Dossiernummer
Trefwoorden Duitsland, houding/positie van West -
Indonesië, militaire missies naar - algemeen; zie ook Amerika, militaire steun van aan Indonesië; Verenigd koninkrijk; Sovjetunie, idem en Nederlandse Militaire Missie in
Nederlandse Militaire Missie (NMM) in/Nederlandse militaire steun aan Indonesië
Noorwegen, houding/positie van -
opheffing/opzegging/sluiting
pers/publieke opinie, Indonesische
voorlichting/propaganda/publicatie/verklaring/communiqué, Indonesische
Zweden, houding/positie van -
Annotatie slotnoot bij eerste alinea;
Blijkens telegram no 305 van Beyen en Luns aan Van Bylandt van 30 jan. benaderde de Indonesische regering blijkens een mededeling van de Noorse gezant in Den Haag ook de Noorse regering met de vraag 'of deze bereid was een aantal Noorse officieren als adviseurs ter beschikking te stellen. Alvorens zijn regering enige beslissing zou nemen, werd Jorstad opgedragen het oordeel van de Nederlandse Regering over deze aangelegenheid te vragen. Wij antwoordden, dat wij ons, indien het verzoek wordt ingewilligd, hiertegen niet zullen verzetten, doch dat wij toch niet gaarne zouden zien, dat zich Noorse militaire adviseurs naar Indonesië zouden begeven. Ter toelichting hebben wij gewezen op het feit, dat de constructieve elementen in het Indonesische leger de Nederlandse Missie niet gaarne zouden zien vertrekken, doch dat verschillende politieke kringen er naar streven, dat de RI zich van Nederlandse hulp zal ontdoen. - - - Jorstad vroeg nog, of ons bekend was, of de RI ook aan andere landen een overeenkomstig verzoek heeft gedaan, waarop wij antwoordden, dat wij daaromtrent geen officiële gegevens hebben, doch dat vermoedelijk enige tijd geleden ook Zweden en Duitsland met een zelfde verzoek werden benaderd.' Archief BZ, uitgaande codetel. Djakarta 1953.


slotnoot:
Op 21 jan. voegden Beyen/Luns hier onder no 279 aan toe: 'Wij verwijzen naar PI-Aneta-bericht, volgens hetwelk "Regeringskringen" aan genoemd persbureau mededeelden, dat er thans voor de regering geen redenen meer zijn de NMM te handhaven en dat het nu gaat om de vraag op welke wijze men nieuwe krachten moet aantrekken ter vervanging van de NMM. Wij nemen vooralsnog aan, dat PNI-kringen hier aan het woord zijn geweest. De eveneens door PI-Aneta gepubliceerde mededeling van Mononutu, dat het kabinet nog een terzake door Prawoto op te stellen "working paper" aan nauwgezette bestudering zal onderwerpen, accentueert het officieuze karakter van de verklaring van "Regeringskringen". Niettemin achten wij het noodzakelijk, dat aan de Indonesische regering wordt duidelijk gemaakt dat de Nederlandse regering haar tegemoetkomende houding onmogelijk veel langer zou kunnen handhaven, indien soortgelijke verklaringen van "Regeringskringen" zich zouden herhalen. De Indonesische regering dient te bedenken, dat ook de Nederlandse regering onder druk staat van de zijde van hen, die menen dat wij op het punt der NMM reeds te lankmoedig zijn geweest. Wellicht kunt u dit punt nog ter sprake brengen bij het gesprek met Wilopo, waarover ons 266.' T.a.p.
Zie ook 2851: Van Bylandt 472
3318: Van Bylandt 17
3468: Van Bylandt 464
PDF transcriptie (14 KB)