Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 3541

Nummer 3541
Datum 19-6-1956
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Van Roijen 337
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Roijen, J.H. van (info)
Ontvanger(s) Beyen, J.W. (info)
Luns, J.M.A.H. (info)
Plaats van opmaak Washington
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, ingek. codetel. Washington 1956
Dossiernummer
Trefwoorden Afro-Aziatisch(e) blok/conferenties/landen
Amerika, houding/positie van -
Brionval, ambassadeur van Frankrijk te Djakarta
Frankrijk, houding/positie van -
Nederlanders in Indonesië, evacuatie/repatriëring/emigratie van -
NG-kwestie, algemeen (= conflict over de status van NG tussen Nederland en Indonesië)
pers/publieke opinie, Amerikaanse
schuldenkwesties tussen Nederland en Indonesië; zie ook: leningen van Nederland aan Indonesië
Sukarno, bezoek - aan de Verenigde Staten
unieverhouding/RTC-akkoorden, beëindiging/opzegging van de -
Annotatie inleidende noot:
Bij tel. no 392 van 13 juni had Hagenaar o.m. bericht dat de Franse ambassadeur te Djakarta, Brionval,  hem verslag had gedaan van een onlangs met Ruslan Abdulgani gevoerd gesprek over de houding van Indonesië en de Verenigde Staten in de Algerijnse kwestie. Brionval had daarbij ook de indruk gekregen 'dat Ruslan Abdulgani in Amerika voor Indonesië hoopvollere geluiden [had] mogen vernemen ten aanzien van Nederlands Nieuw-Guinea dan naar buiten bekend is geraakt.' Brionval dacht dat 'door het State Department min of meer gesuggereerd is, dat een meer effectief sympatiserende houding van de VS zowel ten opzichte van Algerije als ten opzichte van Nederlands Nieuw-Guinea weliswaar niet in de naaste, doch wel in een wat verder verwijderde toekomst te verwachten zou zijn. Een en ander vertoont overeenkomst met de "vaste indruk" die, naar UP op 23 mei uit Djakarta meldde, president Sukarno en de leden van zijn gezelschap volgens betrouwbare, goed geïnformeerde autoriteiten zouden hebben gekregen.' Archief BZ, ingekomen codetel. Djakarta 1956.
      In reactie hierop seinden Beyen/Luns onder verwijzing naar tel. Van Roijen 309 [recordnummer 3912] op 15 juni onder no 199 aan Hagenaar, dat men het 'aan Indonesische zijde nog graag wilde voorstellen, alsof Sukarno-bezoek aan VS op het punt Nieuw-Guinea wel degelijk, zij het ook geen waarneembaar, resultaat heeft gehad. Ook tegenover Brionval heeft men die indruk ongetwijfeld willen wekken in de mening daarmede Frankrijk onder druk te kunnen zetten. Indien U zulks tegenover Brionval nog niet deed blijken is het wellicht nuttig, indien U de Franse ambassadeur ervan op de hoogte stelt dat van Amerikaanse zijde bij herhaling nadrukkelijk is gesteld dat het officiële Amerikaanse standpunt inzake de Nieuw-Guineakwestie ongewijzigd is gebleven.' Archief BZ, uitgaande codetel. Djakarta 1956

Eveneens op 15 juni had Van Roijen onder no 323 voorts geseind: 'De Indonesische propaganda waarin wordt gesuggereerd dat in een iets verder verwijderde toekomst Amerikaanse steun ten opzichte van Indonesische claim op Nederlands Nieuw-Guinea te verwachten zou zijn (zoals ook blijkt uit het mij per telex toegezonden persbericht van 23 mei uit Djakarta en het gesprek tussen Hagenaar en Brionval in Djakarta - - -) acht ik zeer bedenkelijk. Immers buitenstaanders, onbekend met het Indonesische volkskarakter zullen niet zo gauw geneigd zijn deze kennelijke onwaarheden te doorzien en er toch een graad van waarschijnlijkheid aan toekennen. Dit kan tengevolge hebben dat in reeds geweifeld hebbende en ook ons tot dusverre welgezinde kampen - ik denk hierbij resp. aan Canada en aan de pro-Nederland stemmende Latino's - een kentering ten onze ongunste komt. Aannemende dat Hagenaar Brionval reeds op de hoogte gebracht heeft van ons bekende door Dulles aan Abdulgani uiteengezette standpunt vraag ik mij af of het niet wenselijk zou zijn de UP-correspondent te uwent met verwijzing naar het bovenaangehaalde UP-bericht uit Djakarta desnoods op onofficiële wijze mede te doen delen dat Nederland de verzekering heeft gekregen dat de VS geen verandering in hun politiek ten aanzien van Nederlands Nieuw-Guinea voorstaan. Demarche bij het State Department heeft naar het mij voorkomt in dit opzicht geen zin daar mij aldaar Amerikaans standpunt van vele zijden voldoende duidelijk is uiteengezet. Daar Amerika het betrokken UP-bericht in Djakarta niet tegenspreekt (ambassadeur Cumming zal dit vermoedelijk niet zelf doen) zou Nederland m.i. voldoende gerechtigd zijn om als tegenzet tegen de Indonesische het bovengesuggereerde aan de UP te doen weten.' T.a.p.

slotnoot:
Onder verwijzing naar tel. no Van Roijen 323 hierboven seinden Beyen/Luns op 21 juni onder no 171: 'Conform uw suggestie zal U.P. worden geattendeerd op officiële Amerikaanse standpunt inzake Nieuw-Guinea. Zoals blijkt uit ons 199 aan Hagenaar hetwelk u werd toegezonden verzochten wij hem reeds Brionval te gelegener tijd  op de hoogte te stellen.' Archief BZ, uitgaande codetel. Washington 1956.
Zie ook 3890: Van Roijen 282
3912: Van Roijen 309
4224: Van Roijen 355
PDF afbeelding (167 KB)