Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 3637

Nummer 3637
Datum 17-8-1954
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Winkelman 46
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Winkelman, A.M.L. (info)
Ontvanger(s) Beyen, J.W. (info)
Luns, J.M.A.H. (info)
Plaats van opmaak Canberra
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand Archief BZ, ingekomen codetel. Canberra 1954
Dossiernummer
Trefwoorden Australië, houding/positie van -
Australisch-Nederlandse bestuurlijke samenwering op Nieuw Guinea: zie: Nieuw Guinea, Nederlands-Australische samenwerking
Casey, Robert G., minister van Buitenlandse Zaken van Australië '51-'60
NG, defensie van -
NG, strategisch belang van -
pers/publieke opinie, algemeen
Plimsoll, J., Assistent Secretary for Pacific, American, South - and Southeast Asian Affairs van het ministerie van Buitenlandse Zaken van Australië; vertegenwoordiger in de VN
Southeast Asiatic Treaty Organisation(SEATO)/Zuidoost-Aziatische Verdragsorganisatie(ZOAVO)
Verenigd Koninkrijk, houding/positie van -
Annotatie slotnoot:
In reactie hierop seinde Luns op 24 aug. onder no 30 'dat in de ministerraad van 23 aug. [was] besloten, dat Nederland zal trachten te bereiken, dat een Nederlandse observer bij de SEATO-conferentie te Manilla zal worden toegelaten. Alvorens hieromtrent bij aan de conferentie deelnemende landen stappen te ondernemen, verzoek ik U mij te berichten, of Uws inziens de Australische Regering bereid zal zijn een desbetreffend voorstel te Manilla te doen. Uiteraard zijn verschillende procedures mogelijk, waarover ik gaarne Uw advies zou ontvangen. U kunt desgewenst de Australische Regering informeel over een en ander polsen.
In dit verband is nog van belang een onbevestigd bericht van Singapore's blad Sin Chew Jit Poh van 7 Augustus jl., dat Indonesië, volgens betrouwbare kringen in Djakarta, overweegt een waarnemer naar de SEATO-conferentie te zenden met als uitsluitende taak de Indonesische eis van overdracht van de souvereiniteit over West-Nieuw-Guinea aan Indonesië naar voren te brengen. Voorts zou de uitzending van een Indonesische waarnemer indruk op Westerse en Aziatische mogendheden moeten maken.
Bovengenoemd plan zou uitgaan van Premier Ali na van de Britse Ambassade onofficiële uitnodiging te hebben ontvangen een waarnemer naar de SEATO-conferentie te zenden.' NA, archief Minkol., codetel. 1954, 4.
      Diezelfde dag liet Winkelman hier onder no 49 op volgen: 'Fack vernam van Plimsoll, dat waarschijnlijk reeds 1 september bijeenkomst van SEATO-werkgroep te Manilla zal plaatsvinden en dat Watt daarin voor Australië zal optreden. De werkgroep zal orde moeten scheppen in de stapel documenten met verdragsteksten, amendementen, regeringsopvattingen en dergelijke. Australië blijft in tegenstelling tot Amerika van mening, dat centraal militair commando-apparaat in verdragskader gewenst zou zijn. Voorts is men hier van mening, dat, waar Amerika het te tekenen verdrag in geen geval avant februari kan ratificeren en voortbestaan van politiek-militaire onzekerheid gevaarlijk is, interim-regeling onmisbaar is. - - - Plimsoll zeide nog, dat Australië zich voortdurend en levendig bewust was van de strategische waarde van Nederlands Nieuw-Guinea in het verdragsgebied.' T.a.p.
      Op 6 aug. seinde Winkelman voorts onder no 51, dat hij deze aangelegenheid 'heden informeel besproken [had] met de Minister van Buitenlandse Zaken, de heer Casey. Toevallig was bij deze bespreking de heer Plimsoll tegenwoordig. De Minister van Buitenlandse Zaken verklaarde herhaaldelijk persoonlijk 'sympathetic' tegenover deze zaak te staan, hetgeen ik U kon laten weten. Hij zeide echter uit de aard der zaak overleg te moeten plegen over mogelijke gevolgen. Casey was van mening dat onze toelating gemakkelijk zou zijn, in geval door Indonesië analoog verzoek werd gedaan. Hij erkende echter dat dit negatieve approach van probleem was. Het leek hem niet uitgesloten dat er enig verzet zou komen van andere deelnemers tegen toelating van Nederlandse waarnemer tot de SEATO-conferentie. Door hem werden de Philippijnen genoemd. Casey deed de vraag of wij ook andere landen reeds hadden benaderd. Ik heb hier een ontkennend antwoord op gegeven en gezegd dat wij ons met opzet het eerst tot Australië hadden gewend als meest rechtstreeks betrokken land. Van de reactie van Plimsoll kreeg ik de indruk, dat External Affairs terzake met de grootste behoedzaamheid te werk zal gaan. Tijdens het onderhoud zeide Casey niet dat hij het Kabinet zou moeten raadplegen. Het lijkt mij derhalve aannemelijk, dat hij slechts overleg zal plegen met Menzies en de topleiders van Buitenlandse Zaken. Ik kreeg de toezegging dat ik spoedig een definitief antwoord zou ontvangen.' T.a.p.
Zie ook 3636: Winkelman 54
3718: Von Balluseck 68
PDF afbeelding (705 KB)