Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 3655

Nummer 3655
Datum 3-2-1953
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Stikker 101
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Stikker, D.U. (info)
Ontvanger(s) Beyen, J.W. (info)
Luns, J.M.A.H. (info)
Plaats van opmaak Londen
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Nationaal Archief
Bestand archief Minkol., codetel. 1953
Dossiernummer 7
Trefwoorden Allison, John M., (Deputy) Assistant Secretary of State; ambassadeur van de VS te Djakarta '53-'58
Amerika, houding/positie van -
Bonsal, Officer Southeast Asian Affairs St. Dept.
Butler, Sir Nicolas, Brits ambassadeur te Den Haag '52-'54
Kermode, Sir Derwent W., Brits ambassadeur te Djakarta
NG-kwestie, algemeen (= conflict over de status van NG tussen Nederland en Indonesië)
NG-kwestie, ijskastpolitiek met betrekking tot de
Scott, Sir Robert H., Brits gezant te Washington; na 1955 Commissioner General for Southeast Asia te Singapore
State Department, divergerende opvattingen over de Nieuw-Guineakwestie op het -
Verenigde Naties, Algemene Vergadering, commissie 73 E
Annotatie inleidende noot:
Op 10 jan. had Luns onder nos 39, 194, 257, 106 en 263  aan de resp. posten te Londen, Washington, Djakarta, Canberra en Parijs geseind: 'Sir Nevile Butler deelde mij 9 dezer mede door zijn regering te zijn gemachtigd volgende punten vertrouwelijk ter kennis te brengen van de Nederlandse regering:
1. De Britse regering is van oordeel, dat Indonesië geen "valid claims" op Nederlands Nieuw-Guinea kan doen gelden.
2. De Britse ambassadeur te Djakarta is op de hoogte gesteld van dit standpunt. Hierbij is aan Kermode overgelaten het zijns inziens beste moment te bepalen om de Indonesische regering het Britse standpunt mede te delen.
Daar de Britse regering vermijden wil, dat de Indonesische regering van een en ander kennis krijgt langs andere kanalen dan de officiële Britse, verzocht de Britse ambassadeur zijn mededelingen voorlopig als strikt vertrouwelijk te beschouwen.' NA, archief Minkol., codetel. 1953, 7.
      Op 14 jan. had Luns hier onder de nos Beyen/Luns 42, 202, 268, 108 en 269 aan dezelfde posten op laten volgen: 'Naar aanleiding van een desbetreffende vraag verklaarde Sir Nevile Butler tijdens een gesprek op 13 dezer, dat ook de Britse ambassadeur te Washington van het Britse standpunt inzake Nieuw-Guinea op de hoogte is gebracht. Aan Sir Rogers Makins was vrijheid gelaten een en ander ter kennis van de Amerikaanse regering te brengen.' NA, archief Minkol., codetel. 1953, 7.
      Op 15 jan. had  Stikker hier onder no 88 vanuit Londen als volgt op gereageerd: 'Wellicht ten overvloede vermeld ik, dat Scott mij in recent gesprek ongevraagd mededeelde, dat de demarche van Butler - - - geen verband hield met Allisons's verklaringen inzake Nieuw-Guinea, welke, gelijk geseind [recordnummer 3652], hier niet als Amerikaanse koerswijziging uitgelegd. Daarentegen is de onderhavige demarche, aldus Scott, terug te voeren op hetgeen zich in October jl. in Commissie 73 E te New York afspeelde.' T.a.p. Zie ook recordnummer 3597.
     Naar aanleiding van dit tel. no 88 van Stikker had Van Roijen Beyen en Luns er in zijn tel. no 343 van  23 jan. op gewezen, dit 'ter voorkoming van misverstand, - - - dat de zienswijze van Allison, evenals die van Bonsal, zoals sinds beider terugkeer gerapporteerd en nader bevestigd in Allison's uitlatingen tegenover De Jonghe niet anders weergaven dan persóónlijke zienswijze, hun "conviction intime", in een zuiver vriendschappelijk gesprek geuit. Er is ook naar mijn mening', aldus Van Roijen, 'geen Amerikaanse koerswijziging of afwijking van de ijskastpolitiek inzake Nieuw-Guinea. Het gevaar, waarop ik dan ook onder andere in mijn telegram nr. 251 wees, is slechts, dat deze functionarissen geneigd zullen zijn in de praktijk meer gehoor te geven aan het Indonesische standpunt dan de (ongewijzigde) officiële Amerikaanse politiek zou behoren mede te brengen. De reden waarom ik een dergelijke persoonlijke zienswijze van hogere ambtenaren vaak rapporteer is, dat deze in het enorme en gedecentraliseerde State Department een grotere rol speelt dan in vele andere landen, zoals ook de ervaring inzake Indonesië heeft geleerd. Men mag deze echter niet met de officiële Amerikaanse politiek verwarren.' NA, archief Minkol., codetel. 1953, 8.
       Op 30 jan. had Luns onder no 233 aan Van Roijen geseind, dat hij de dag tevoren de Britse ambassadeur gesproken had 'over de opvatting van de Britse Ambassade te Washington nopens Nieuw-Guinea. Hij was van oordeel, dat een en ander waarschijnlijk was toe te schrijven aan het feit, dat Steel een zestal maanden geleden zeer duidelijk op het State Department tot uitdrukking had gebracht, dat Engeland het wenselijk acht de status-quo van Nieuw-Guinea niet te wijzigen. Butler deelde mijn mening, dat, voor zover hem bekend, de Britse regering zich tot dusver nimmer zo positief had uitgelaten als thans. Ik verklaarde, dat het nuttig zou zijn, gezien de verandering van administratie en het optreden van nieuwe ambtenaren op het State Department, indien de Britse Ambassade wederom de Amerikaanse Regering van het Britse standpunt op de hoogte zou brengen, waarop Butler zeide de kwestie 31 dezer op het Foreign Office te zullen bespreken en met name Scott op de hoogte te zullen stellen.' NA, archief Minkol. codetel. 1953, 8. Van dit telegram werd afschrift verleend aan Djakarta, Canberra, Londen, New York en Parijs.
Zie ook 2636: Von Balluseck 56
3597: De Voogd 157
PDF transcriptie (10 KB)