Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 3711

Nummer 3711
Datum 6-8-1954
Soort codetelegram(men)
Kenmerk De Beus 187
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Beus, J.G. de (info)
Ontvanger(s) Beyen, J.W. (info)
Luns, J.M.A.H. (info)
Plaats van opmaak Washington
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Nationaal Archief
Bestand archief Minkol., codetel. 1954
Dossiernummer 7
Trefwoorden Amerika, houding/positie van -
Australië, houding/positie van -
Indo-China
NG-kwestie in de vergaderingen van de Verenigde Naties
Annotatie inleidende noot:
Eveneens op 6 aug. had De Beus onder no 186 geseind: 'Ik verneem strikt vertrouwelijk van een der aanwezigen, dat in de gisteren alhier gehouden ANZUS-vergadering de Australische ambassadeur de mogelijkheid opbracht, dat de Nieuw-Guineakwestie door de Indonesiërs ter Assemblée zou worden opgebracht. De Amerikaanse vertegenwoordiger gaf blijk van deze mogelijkheid op de hoogte en daardoor verontrust te zijn. Desgevraagd zeide hij, dat het State Department niet rechtstreeks door Indonesië terzake was benaderd, doch wel informeel via de delegatie te New York. Spender wond als gewoonlijk geen doekjes om het Australische standpunt. Hij zeide zich bewust te zijn, dat Amerika vaak een minder beperkende opvatting had van artikel 2 ten zevende van het Handvest, doch dat er "no reason in the world" was om de Nieuw-Guineakwestie op de agenda te brengen, aangezien deze in het geheel geen bedreiging van de vrede vormde; de Nieuw-Guineazaak leverde evenveel gevaar op voor de vrede "as the fact that I called Tom Jones a bastard yesterday". Hij voegde eraan toe, dat indien het ooit tot een bespreking van het fond van de zaak mocht komen er niet de minste basis was voor de Indonesische claim. De Amerikaanse vertegenwoordiger bevestigde slechts Amerikaanse neutraliteit. Verzoeke van bovenstaande kennis naar buiten geen blijk te geven, ook niet te Canberra, teneinde de bron niet in gevaar te brengen.' NA, archief Minkol. codetel. 1954, 7.

slotnoot:
In aansluiting op tel. no 187 seinde De Beus op 10 aug. onder no 189: 'Op het State Department werd nader vernomen, dat de Indonesiërs dit departement niet officieel benaderd hebben inzake Nieuw-Guinea, maar wel op working level hebben gesondeerd. Aan de Indonesiërs was bij die gelegenheid de moeilijke positie van de Verenigde Staten uiteengezet en onze zegsman gaf te verstaan, dat men de Indonesiërs "discouraged" had. De Amerikaanse ambassadeur te Djakarta had bericht gezonden te vermoeden, dat de Indonesiërs de kwestie niet ter sprake zouden brengen.'
      Onder no 196 van diezelfde dag vervolgde De Beus: 'Mukarto bevestigde mij gisterenavond, dat Indonesië nog geen definitieve beslissing heeft genomen omtrent aanhangig maken Nieuw-Guineakwestie in Assemblée.' T.a.p.
       Eveneens op 10 aug. seinde Winkelman onder no 42 vanuit Canberra aan Den Haag van secretaris-generaal External Affairs, Tange, vernomen te hebben 'dat Spender in een recent onderhoud met Bedell Smith naar aanleiding van persberichten verklaard [had], dat Australië geen enkele rede zag Indonesië toe te staan de kwestie Nieuw-Guinea voor de UN te brengen en voor dit standpunt steun [had] verzocht. Het antwoord van Bedell Smith was non-committal geweest'. NA, archief Minkol., codetel 1954, 4.
Zie ook 3688: Beyen/Luns 12
3712: De Beus 198
3833: Beyen/Luns 121
PDF transcriptie (53 KB)