Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 5007

Nummer 5007
Datum 1-4-1951
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Lamping 21
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Lamping, A.Th. (info)
Ontvanger(s) Stikker, D.U. (info)
Plaats van opmaak Djakarta
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Nationaal Archief
Bestand archief Minkol., codetel. 1951
Dossiernummer 7
Trefwoorden Amerika, houding/positie van -
Australië, houding/positie van -
Beam, J., Assistant Secretary of State European Affairs St. Dept.
Gilchrist, eerste secretaris van de Australische ambassade te Djakarta, lid van de UNCI
Hamid Algadri (PSI), voorzitter Indonesische delegatie in contactcommissie met UNCI
opheffing/opzegging/sluiting
Rum, Moh. (Masjumi), hoge commissaris te Den Haag jan.-sept. '50; minister van Buitenlandse Zaken sept. 1950- april 1951; minister van Binnenlandse Zaken april 1952-juli 1953; eerste vice-premier maart 1956-maart 57
Verenigde Naties, UNCI/Milobs
Annotatie slotnoot:
De volgende dag seinde de ambassadeur te Canberra, Teixeira de Matthos, onder no 15 aan Den Haag (afschrift aan Djakarta) o.m.: 'In UNCI-vergadering heeft Beam het voorstel gedaan, dat de UNCI aan de Veiligheidsraad een rapport zal indienen hetwelk "not final nor interim nor special" zal zijn en betrekking zal hebben op de periode sedert de souvereiniteitsoverdracht. Bedoeld rapport zou als volgt eindigen "While continuing to hold itself at the disposal of the parties it will adjourn sine die". - - - Op External Affairs is men van mening, dat door dit voorstel onze wensen geheel gedekt worden. Er bestaat enige twijfel of de Indonesische regering ermede in zal stemmen; volgens de mening Gilchrist is het huidige ogenblik gunstig om het voorstel met de Indonesiërs op te nemen, aangezien volgens hem de Indonesiërs "too preoccupied" zijn met de  kabinetscrisis.' NA, archief Minkol., codetel. 1951, 12.
     Op 5 april seinde Van Roijen hierover desgevraagd onder no 67 vanuit Washington aan Den Haag, 'dat het officiële Amerikaanse standpunt, zoals aan Beam geseind en door deze in de UNCI tot uiting gebracht is, luidt, dat ofschoon de VS in beginsel vasthouden aan de noodzaak tot formele opheffing van de UNCI, hetgeen slechts door de VR kan geschieden, zij momenteel geen bezwaar hebben tegen 'adjournment sine die' van de UNCI. Men meende op het State Department, dat de UNCI reeds een beslissing in die geest had getroffen en dat Beam gisteren was afgereisd.' NA, archief Minkol., codetel. 1951, 14.
      Eveneens op 5 april seinde Lamping onder no 23 aan Stikker dat hij 'zojuist door Gilchrist het rapport van de UNCI aan de VR [kreeg] aangeboden. Ik las het rapport nog niet door maar formuleer hieronder spoedheidshalve conclusie. "In introduction to this report commission pointed out that during period under review it has been concerned particularly with problems arising from military and political provisions of agreements reached at RTC. The Commission has the honour to inform Security Council that since the military problems are now virtually solved, since no other matters have been submitted to it by parties and since no times remain on its agenda, it has decided that while continuing to hold itself at this disposal of parties it will adjourn sine die". '  NA, archief Minkol., codetel. 1951, 7.
Zie ook 321: Ministerraad
2148: Lamping 1
2655: Blom 21
PDF afbeelding (179 KB)