Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 5113

Nummer 5113
Datum 3-12-1954
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Winkelman 92
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Winkelman, A.M.L. (info)
Ontvanger(s) Beyen, J.W. (info)
Luns, J.M.A.H. (info)
Plaats van opmaak Canberra
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand Archief BZ, ingekomen codetel. Canberra 1954
Dossiernummer
Trefwoorden Australië, houding/positie van -
Casey, Robert G., minister van Buitenlandse Zaken van Australië '51-'60
Indonesië, politieke/bestuurlijke aangelegenheden in -
Menzies, Sir Robert G., minister-president van Australië '49-'66; 4/2/'60 - 22/12/'61 tevens minister van Buitenlandse Zaken
Nederlanders in Indonesië, houding/(veiligheids)positie van -
Nehru, Pandit Jawaharlal, minister-president en minister van Buitenlandse Zaken van India '47-'64
NG-kwestie in de vergaderingen van de Verenigde Naties
Plimsoll, J., Assistent Secretary for Pacific, American, South - and Southeast Asian Affairs van het ministerie van Buitenlandse Zaken van Australië; vertegenwoordiger in de VN
Sunario/Sunarjo (PNI), parlementarier, minister van Buitenlandse Zaken 8/'53-12/'55, ambassadeur te Londen '56-'61
Tange, Arthur H., secretaris-generaal van het ministerie van Buitenlandse Zaken van Australië '54-'65
Annotatie slotnoot:
Op 6 dec. vervolgde Winkelman onder no 94: 'Menzies, Casey en Tange vertoeven in Melbourne. Omdat Tange mij, ondanks zijn belofte, nog niet heeft geantwoord, heb ik de Secretaris-Generaal van de Minister-President, Brown, volledig op de hoogte gebracht en hem gewezen op de ernst van de toestand. Aanvankelijk was zijn reactie zeer gunstig en gaf hij als zijn mening, dat zelfs indien geen geweld zou worden gepleegd, hij geen bezwaren zag Djakarta te waarschuwen. Hij zegde toe het nodige te zullen doen. Toen ik Brown hedenmorgen evenwel mededeelde, dat Nehru er in had toegestemd Djakarta tegen geweld te waarschuwen, en ik er op wees, dat "time was running out", zeide hij, dat hij nog eens over deze kwestie had nagedacht (ik vermoed met External Affairs had gesproken) en "butting in" wellicht nadelig zou zijn. Ik heb toen als mijn persoonlijke mening gesteld, dat indien in Indonesië tot gewelddadigheden zou worden overgegaan en het Nederlandse Parlement en de pers zouden vragen wat de Nederlandse Regering ter voorkoming hiervan had gedaan, repercussies ten nadele van Australië niet konden uitblijven, indien Australië geweigerd zou hebben de gevraagde demarches te ondernemen.' - - -  T.a.p.
      Eveneens op 6 dec. berichtte Winkelman onder no 95 dat de Australische zaakgelastigde te Djakarta instructie zal worden gezonden om demarche te ondernemen teneinde waarschuwing te laten horen in ongeveer de volgende termen: De Australische Regering heeft steeds gehoopt, dat de vriendschappelijke betrekkingen tussen Australië en Indonesië niet door het gebrek aan overeenstemming inzake Nederlands Nieuw-Guinea zullen worden benadeeld. Evenwel bemerkt de Australische Regering, dat de recente ontwikkelingen en manifestaties voor de in Indonesië gevestigde buitenlanders een bron van ernstige ongerustheid vormen. Indonesië wordt verzocht alle waakzaamheid te betrachten, opdat leven en bezittingen van buitenlanders in Indonesië geen gevaar zullen lopen.  T.a.p.
Van deze 'waarschuwing' werden door Buitenlandse Zaken de posten te Djakarta, Washington, New Delhi, Londen en New York in kennis gesteld onder de resp. nos 488, 215, 20, 122 en 82. Archief BZ, uitgaande codetel. Djakarta 1954.
        Op 10 dec. berichtte Winkelman onder no 99. dat 'de Australische Zaakgelastigde op 8 dec. [sprak] met Sunarjo conform instructies. Sunarjo sprak vertrouwen uit, dat de Indonesische Regering de toestand in de hand kon houden en ging accoord, dat deze verzekering aan de Australische Regering werd doorgegeven'. Archief BZ, ingekomen codetel. Canberra 1954.
Zie ook 5112: Beyen 66
PDF afbeelding (209 KB)