Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 5843

Nummer 5843
Datum 22-8-1957
Soort memorandum
Kenmerk No. 65
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Luns, J.M.A.H. (info)
Ontvanger(s) Tuyll van Serooskerken, S.J. van (info)
Plaats van opmaak Den Haag
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, GS 1955-1964
Dossiernummer 1616
Trefwoorden Afro-Aziatisch(e) blok/conferenties/landen
Amerika, houding/positie van -
Australië, houding/positie van -
Canada, houding/positie van -
Casey, Robert G., minister van Buitenlandse Zaken van Australië '51-'60
Hasluck, Paul M.C., Minister for Territories van Australië
Latijns-Amerikaanse landen, houding/positie van de -
MacClure Smith, H.A., ambassadeur van Australië te Den Haag '55-'58
Malakka/Maleisië/Malaya
Menzies, Sir Robert G., minister-president van Australië '49-'66; 4/2/'60 - 22/12/'61 tevens minister van Buitenlandse Zaken
NG, Nederlands-Australische bestuurlijke/militaire samenwerking inzake -
NG-kwestie in de vergaderingen van de Verenigde Naties
voorlichting/propaganda/publicatie/verklaring/communiqué, Australische
voorlichting/propaganda/publicatie/verklaring/communiqué, Nederlandse
Annotatie noot bij de laatste alinea:
Ook op 12 augustus had Luns met MacClure-Smith gesproken. Met betrekking tot de beoogde 'paralelle Nederlands-Australische verklaring over de toekomst van Nieuw-Guinea' noteerde Luns in zijn voor Tuyll bestemde memorandum no 54 over dit gesprek: 'De ambassadeur dacht niet dat zijn regering  in staat zou zijn mede te werken aan een "joint statement", doch hij had hoop dat het mogelijk zou zijn, dat door de Australische en Nederlandse regeringen op het juiste ogenblik een paralelle verklaring zou worden afgelegd, waarbij de regeringen zich zouden uitspreken over de toekomstige politieke ontwikkeling van het gehele eiland. Op mijn verzoek zegde de heer MacClure-Smith toe Canberra onmiddellijk te benaderen en te vragen hoever de Australische regering eventueel bereid zou zijn te gaan. Een termijnstelling voor wat betreft de honorering van het principe van zelfbeschikking achtte hij niet mogelijk, al was het alleen omdat Australië nog verleden jaar in de trustschapsraad heeft verklaard onmogelijk voor het eigen trustgebied een datum te kunnen vaststellen. Strikt vertrouwelijk deelde de ambassadeur mede, dat een kleine studiegroep op External Affairs het gehele Nieuw-Guineaprobleem had bestudeerd ten behoeve van minister Casey. Daarbij was men eenstemmig tot de conclusie gekomen, dat een trustschap onder de Verenigde Naties onmogelijk te realiseren was, o.m. omdat geen tweederde meerderheid te vinden zou zijn om Nederland tot de beherende mogendheid te benoemen, tenzij op onmogelijke condities, terwijl mede-zeggenschap van Indonesië zeker zou worden ingevoegd en het zelfs niet uitgesloten zou zijn, dat Indonesië de beherende mogendheid zou worden, hetgeen voor Australië ten enenmale onaanvaardbaar is.' T.a.p.
        De inhoud van dit memorandum was  m.m. op 13 aug. onder no Luns 35 aan Canberra geseind. Hierop had Winkelman op 15 aug. onder no 84 geantwoord, dat hij met Casey het gesprek van Luns met Macclure Smith, waar deze nog niet van op de hoogte was, had besproken. 'Ik gaf hem een korte uiteenzetting', aldus Winkelman, 'waarop zijn reactie was, dat joint statement ongewenst was, doch geen bezwaar tegen een aparte verklaring van gelijke strekking.'  - - - T.a.p.
        Op 19 aug. had Winkelman vervolgens onder no 89 geseind, dat hij tijdens zijn afscheidsreceptie gesproken had met een ambtenaar van External Affairs. Uit dit gesprek bleek 'wel degelijk dat External Affair over joint statement of paralelle declaraties had nagedacht. De moeilijkheid lag echter bij het department of Territories, waar Hasluck lijnrecht tegenover Casey stond. Het boterde niet tussen de twee ministers. De minister van Buitenlandse Zaken heeft overigens in het kabinet te weinig overwicht teneinde zonder minister Hasluck iets tot stand te kunnen brengen. De enige, die krachtige stoot in de goede richting zou kunnen geven is Menzies' - - -.  Archief BZ, uitgaande en ingekomen codetel. Canberra 1957. Zie recordnummer 6085.

slotnoot:
Over de 'wijze van steunverlening door de Australiërs' bij het voorkomen dat de Nieuw-Guineakwestie in de Verenigde Naties zou worden behandeld, seinde Van Schelle, ambassaderaad te Ottawa, op 21 aug. onder no 2 aan Luns dat Holmes hem in strikt vertrouwen, terwijl hij verzocht om bronbescherming, verteld had 'dat hij de indruk had gekregen dat [die steunverlening] bij de vorige behandeling van het Nieuw-Guineavraagstuk in de Verenigde Naties niet altijd gelukkig was' geweest. Immers, 'de argumenten van Sir Percy Spender [getuigden] van achterdocht tegenover de Aziatische nabuurstaat Indonesië, die een bedreiging zou kunnen vormen voor Australië', hetgeen 'ook bij niet-Aziatische landen wrevel en verlies van sympathie tengevolge [had gehad]. Ik wees erop dat de ontwikkeling van de toestand in Indonesië deze achterdocht in toenemende mate blijft rechtvaardigen. Het leek mij nuttig bovenstaande indruk aan u door te geven.' T.a.p.
Zie ook 6042: Celer 166; Celer 168
6085: Luns 37
PDF afbeelding (92 KB)