Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 6630

Nummer 6630
Datum 13-1-1959
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Celer 23
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Luns, J.M.A.H. (info)
Ontvanger(s) Hasselman, A.H. (info)
Plaats van opmaak Den Haag
Plaats van bestemming Djakarta
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, uitgaande codetel. Djakarta 1959
Dossiernummer
Trefwoorden ARP, Anti Revolutionaire Partij
CHU, Christelijk Historische Unie
Hoge Commissariaat/Dipl. Vertegenwoordiging te Den Haag; zie ook diplomatieke en consulaire betrekkingen Ned.-Ind. vanaf februari '56
KVP, Katholieke Volkspartij
Lapian, sous-chef Directie Europa van het ministerie van Buitenlandse Zaken van Indonesiƫ
Maramis, A.A., diplomatie vertegenwoordiger van Indonesiƫ te Den haag; ambassadeur te Bonn
pers/publieke opinie, Indonesische
pers/publieke opinie, Nederlandse
PvdA, Partij van de Arbeid
verkiezingen in Nederland
Annotatie slotnoot:
Onder verwijzing naar Celer 23 seinde Hasselman op 17 jan. onder no 44: '"Suluh Indonesia" bericht heden onder 4 koloms kop "Nederlandse toenaderingspogingen" dat er aanwijzingen zijn van veranderende houding van Nederland ten opzichte van Indonesiƫ, hetgeen onder andere zou blijken uit opvallend hartelijk onderhoud van uwe excellentie met Maramis op uw nieuwjaarsreceptie (alsmede bij gelijksoortige gelegenheid alhier tussen Subandrio en mij). Het blad vervolgt, dat uw houding wellicht verklaarbaar is als "propagandastunt", doch dat in elk geval vaststaat, dat in de komende verkiezingscampagne diverse partijen met name de PvdA, de CHU en de AR verlangend zijn om betere Nederlands-Indonesische betrekkingen te gebruiken als "politiek issue", terwijl ook de KVP in dit opzicht blijkbaar niet achter wil blijven.' Archief BZ, ingekomen codetel. Djakarta 1959.
    Op 26 jan. seinde Hasselman onder no 61, opnieuw onder verwijzing naar Celer 23, dat hij 'bij toevallig gesprek met Lapian de indruk [kreeg], dat Maramis uw boodschap misschien in enigszins andere vorm aan Djakarta had overgebracht. Ik meende dan ook goed te doen Lapian op ministerie te bezoeken en hem de letterlijke tekst van uw mededeling aan Maramis voor te lezen. Lapian vertelde mij niet in duidelijke bewoordingen wat Maramis gerapporteerd had doch ik kreeg de indruk dat mijn bezoek nuttig en verhelderend was. Indien Maramis uw boodschap ook al duidelijk heeft overgebracht, dan was toch op Luar Negeri de indruk ontstaan dat hier sprake was van nieuw Nederlands initiatief. Ik heb gemeend in uw geest te handelen door erop te wijzen dat uw mededeling niets nieuws inhield daar u immers duidelijk hebt gemaakt dat geen wijziging gekomen is in houding van Nederlandse regering.' T.a.p.
Zie ook
PDF afbeelding (97 KB)