Romburgh, Pieter van (1855-1945)

 
English | Nederlands

ROMBURGH, Pieter van (1855-1945)

Romburgh, Pieter van, chemicus (Leiden 30-9-1855 - Baarn 27-5-1945). Zoon van Hubertus van Romburgh, eigenaar van een zaak in ijzerwaren, en Cornelia Gerarda Maria van Trotsenburg. Gehuwd op 24-5-1881 met Wilhelmina Catharina Georgina Rademaker. Uit dit huwelijk werden 3 zoons geboren. afbeelding van Romburgh, Pieter van

Van Romburgh behaalde het eindexamen HBS in 1874, deed vervolgens admissie-examen voor de Universiteit te Leiden en studeerde daar wis- en natuurkunde. Hij deed zijn kandidaatsexamen in 1876, zijn doctoraal examen in 1879 en promoveerde bij A.P.N. Franchimont op 22 januari 1881 op een proefschrift Over isomere chloorsubstitutieproducten van propaan en propyleen. Hij was toen al sinds 1878 collegeassistent bij Franchimont aan het organisch-chemisch laboratorium te Leiden. In 1881 werd Van Romburgh laboratoriumassistent en daarnaast was hij van 1879 tot 1889 leraar in natuur- en scheikunde, beschrijvende meetkunde en perspectief aan het Leidse genootschap Mathesis Scientiarum Genitrix en vanaf 1881 bovendien leraar in de kennis van de natuur aan de Leidse Kweekschool voor Onderwijzers en Onderwijzeressen. In 1890 ging hij naar Nederlands-Oost-Indië als chef van de derde afdeling van 's Lands Planten-tuin te Buitenzorg (Java), die de cultuurtuin en het agricultuur-chemisch laboratorium omvatte.

Daar hield Van Romburgh zich bezig met uitvoerige onderzoekingen over de samenstelling van een groot aantal plantenstoffen. Hij onderzocht de vluchtige bestanddelen van enige duizenden planten zowel uit wetenschappelijk oogpunt als om na te gaan of zich daaronder Produkten bevonden die van nut konden zijn voor de landbouw of de industrie. In de feestbundel die in 1892 bij de gelegenheid van het 75-jarig bestaan van de Hortus Bogoriensis verscheen, publiceerde hij een verhandeling over 'Gekweekte gewassen in den cultuurtuin te Tjikeumeuh' in 's Lands Plantentuin te Buitenzorg 18 Mei 1871 - 18 Mei 1892 (1892) 381-508. De bedoeling van de schrijver was '...een Gids te geven waarin de belangstellende bezoeker van den Cultuurtuin van elke plant, die hier in cultuur is, een en ander in 't kort vermeld vindt, waarbij ik gelet heb op de cultuurmethode, de bereiding der producten en op de voornaamste bestanddeelen' (p. 381). Naast zuiver wetenschappelijke arbeid verrichtte Van Rom-burgh in Ned.-Indië tal van ambtelijke bezigheden. Tijdens het ziekteverlof van de directeur van de plantentuin, M. Treub, nam hij in 1895 diens functie waar en vanaf hetzelfde jaar was hij redacteur van het in 1890 opgerichte tijdschrift Teysmannia. In 1900 werd door hem als deel 29 van de Mededeelingen van 's Lands Plantentuin een verslag gepubliceerd van zijn dienstreizen in 1898 en 1899 naar Zuid- en West-Sumatra, Borneo en de Riouw archipel: 'Caoutchouc en Getah-Pertja in Nederlandsch-Indië'.

In 1902 werd Van Romburgh benoemd tot hoogleraar in de organische scheikunde aan de Utrechtse Universiteit als opvolger van Ed. Mulder. Hij aanvaarde zijn ambt op 4 mei 1903 met een oratie over De beteekenis van het wetenschappelijk onderzoek van organische natuurproducten. Zijn wetenschappelijke verdiensten vonden erkenning in de benoeming tot lid van de Koninklijke Akademie van Wetenschappen te Amsterdam op 11 mei 1905. Gedurende zijn hoogleraarschap in Utrecht deed hij experimenteel organisch werk. Hij onderzocht vooral de nitraminen en nitroverbindingen, de inwerking van mierezuur op meerwaardige alcoholen en de samenstelling van natuurprodukten. Na zijn emeritaat in 1925 werd hem in de cursus 1929/1930, toen zijn opvolger L. Ruzicka naar Zürich was teruggekeerd en F. Kögl nog niet was benoemd, de tijdelijke vervulling van de vacante leerstoel opgedragen.

P: Bibliografie in Chemisch Weekblad 23 (1926) 53-57.

L: E. Cohen en C.F. van Duin, 'Zeventig jaren uit het leven van Pieter van Romburgh', ibidem, 22-53; F. Kögl, in Jaarboek der Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen 1944-1945, 141-144; H.R. Kruyt, in Chemisch Weekblad 41 (1945)26.

I: Jaarboek der Koninklijke Nederlandsche Akademie van Wetenschappen 1944-45, afbeelding tegenover pagina 141.

H.A.M. Snelders


Bovenstaande biografie weerspiegelt de stand van het onderzoek tot aan het jaar van publicatie in het gedrukte deel van het BWN. Dit jaar is hieronder weergegeven. Alle daarna verschenen literatuur is niet in de tekst verwerkt en wordt evenmin vermeld in de literatuuropgave (onder L).

Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 2 (Den Haag 1985)
Laatst gewijzigd op 12-11-2013