© Huygens ING - Amsterdam. Bronvermelding: S.B.J. Zilverberg, 'Meinsma, Koenraad Oege (1865-1929)', in Biografisch Woordenboek van Nederland. URL:http://resources.huygens.knaw.nl/bwn1880-2000/lemmata/bwn1/meinsma [12-11-2013]
MEINSMA, Koenraad Oege (1865-1929)
Meinsma, Koenraad Oege, publicist en leraar (Deventer 14-1-1865 - Zutphen 8-10-1929). Zoon van Johannes Jacobus Meinsma, fotograaf, en Margaretha Barbara Visscher. Gehuwd sinds 26-8-1897 met Willemina Overbosch. Uit dit huwelijk werden 2 zoons en 2 dochters geboren.
Meinsma volgde te Deventer de lessen aan de normaalschool en werd in 1883 onderwijzer aan de openbare lagere school te Welsum (gem. Olst). Van hieruit nam hij te Deventer lessen ter voorbereiding van het staatsexamen gymnasium. In 1889 liet hij zich inschrijven als student in de Nederlandse letteren aan de Universiteit van Amsterdam, waar hij in 1900 doctoraal deed. Hoewel nog 'onbevoegd' werd hij in 1896 leraar Nederlands en geschiedenis aan het stedelijk gymnasium te Zutphen, waaraan hij (sedert 1921 als conrector) tot zijn dood verbonden zou blijven. Als student schreef hij het belangwekkende, op uitvoerig archiefonderzoek berustende werk Spinoza en zijn kring. Historisch-kritische studiën over Hollandsche vrijgeesten ('s-Gravenhage, 1896). Voor dit boek, dat in 1909 ook in het Duits werd vertaald, verwierf de auteur in 1911 de gouden medaille van het De Jong van Beek en Donk-fonds.
Meinsma was in zijn jonge jaren een overtuigd vrijdenker en werkte mee aan het tijdschrift De Dageraad; zo verzorgde hij onder het pseudoniem Conrad von Elborgh een vertaling van De tribus impostoribus o.d.t. Over drie bedriegers (Mozes, Jezus en Mahomed) (Amsterdam, 1888) welke ook afzonderlijk werd uitgegeven.
Zijn Amsterdamse dissertatie Middeleeuwsche bibliotheken (Amsterdam, 1902) moge in onderdelen verouderd zijn, maar zij geldt nog steeds als een standaardwerk. Na zijn promotie richtte Meinsma zijn belangstelling voornamelijk op de regionale en lokale geschiedenis. Te Zutphen was hij, hoewel geen lidmaat, archivaris en bibliothecaris van de Nederlandse Hervormde Gemeente. Speciale interesse had hij voor de St. Walburgskerk, waarvan hij de librije inventariseerde; voorts publiceerde hij over deze kerk en andere historische aspecten van zijn woonplaats in diverse dagbladen en ook wetenschappelijke tijdschriften. Meinsma was bovendien vast medewerker van de Zutphensche Courant, zijn artikelen over de zwarte dood werden later in boekvorm gepubliceerd.
A: Collectie-Meinsma in Gemeentearchief Zutphen.
P: Zie voor zijn publikaties: P. Gouda Quint, Grondslagen voor de bibliographie van Gelderland (Arnhem, 1910-1942. 3 dln.).
L: ' Dr. K.O. Meinsma', in Zutphensche Courant 8-10-1929; 'Dr. K.O. Meinsma ', in Het Boek 18 (1929) 369-370.
S.B.J. Zilverberg
Bovenstaande biografie weerspiegelt de stand van het onderzoek tot aan het jaar van publicatie in het gedrukte deel van het BWN. Dit jaar is hieronder weergegeven. Alle daarna verschenen literatuur is niet in de tekst verwerkt en wordt evenmin vermeld in de literatuuropgave (onder L).
Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 1 (Den Haag 1979)Laatst gewijzigd op 12-11-2013