Valkhoff, Johan (1897-1975)

 
English | Nederlands

VALKHOFF, Johan (1897-1975)

Valkhoff, Johan, jurist en socioloog (Schiedam 8-3-1897 - Amsterdam 21-7-1975). Zoon van Cornelis Valkhoff, belastinginspecteur, en Gerarda Koker. Gehuwd met Suze Meijboom op 27-7-1921, uit welk huwelijk 2 zoons zijn geboren. Dit huwelijk is op 21-10-1942 door echtscheiding ontbonden. Valkhoff is op 25-5-1945 hertrouwd met Helene Ida Wolff, uit welk huwelijk 2 dochters zijn geboren. afbeelding van Valkhoff, Johan

Vanwege de uit het beroep van zijn vader voortvloeiende verhuizingen heeft Valkhoff nogal eens van school gewisseld. Zo volgde hij de lagere school in Tilburg en Groningen. In die laatste plaats begon ook zijn gymnasiumopleiding, die hij te Maastricht voortzette en in 1916 met het eindexamen afsloot. Van 1916 tot 1921 volgde rechtenstudie aan de Amsterdamse Universiteit, dat met succes beëindigd werd met het doctoraal examen.

Zijn maatschappelijke belangstelling kwam al in zijn studententijd tot uiting in zijn betrokkenheid bij de linkse studentenbeweging en zijn deelneming aan verscheidene demonstraties naar aanleiding van de Russische revolutie, welke gebeurtenis hij met enthousiasme heeft ontvangen. Lange tijd heeft hij de ontwikkelingen in Rusland, speciaal de ontwikkeling van het revolutionaire recht met belangstelling gevolgd en er verscheidene publikaties aan gewijd. Ook zijn proefschrift was een poging om op wetenschappelijke wijze aan zijn sociaal engagement gestalte te geven. Hierin heeft hij als eerste in Nederland een poging gedaan om De marxistiese opvattingen over recht en staat (1928), zoals de titel ervan luidde, te reconstrueren op basis van de verspreide opmerkingen van Marx en Engels over dit onderwerp. Zijn promotor was prof. W.A. Bonger, de criminoloog en socioloog die grote invloed op zijn verdere wetenschappelijke ontwikkeling heeft gehad.

Van grote betekenis voor zijn geestelijke ontplooiing is tevens in die periode zijn lidmaatschap geweest van het Amsterdamse gezelschap Unitas Multiplex, een debating-club voor afgestudeerden met gemeenschappelijke belangstelling voor sociale en wijsgerige problemen. Hier discussieerde hij met mannen als H.J. Pos, J.M.Romein, H.C. Rümke en H.A. Kramers.

Ondertussen voorzag hij - vrij snel na zijn afstuderen in 1921 getrouwd - in zijn levensonderhoud als repetitor voor Amsterdamse rechtenstudenten en als docent aan het Instituut Kuyper te Amsterdam dat o.a. opleidde voor M.O.-examens staatsinrichting en staathuishoudkunde. Hij vond evenwel tijd om wetenschappelijk actief te blijven.

In de jaren dertig publiceerde hij over abortus en echtscheiding, waarbij hij een voor die dagen zeer vooruitstrevend standpunt innam. Onder invloed van Bonger zien we dat Valkhoff steeds meer belangstelling voor de rechtssociologie krijgt en hieraan enkele publikaties wijdt, zoals bijvoorbeeld zijn Rechtssociologische elementen in de Nederlandse rechtswetenschap van de XIXde eeuw (1955), hetgeen hem tot een van de pioniers maakte van de rechtssociologie in Nederland. Tot het uitbreken van de oorlog was hij tevens verbonden aan de Troelstra-school, een opleidings- en vormingsinstituut voor het kader van de socialistische arbeidersbeweging. Als gevolg van de bezettingstijd liep het aantal repetenten terug en gaf hij gedurende een korte periode les aan het Montessori Lyceum.

Zijn onderwijsactiviteiten en zijn geestelijke vorming binnen Unitas Multiplex zijn een goede voorbereiding geweest voor het hoogleraarschap in het recht in de faculteit der economische wetenschappen dat in 1945, na een korte tijd journalist bij Het Vrije Volk te zijn geweest, aan de Universiteit van Amsterdam begon en tot 1966 zou duren. Zijn inaugurele rede ging over Ontwikkeling van het eigendomsrecht in oorlogstijd.

Beschouwen we zijn gehele werk op sociaal-politiek gebied, dan kunnen we daarin een ontwikkeling constateren in zijn politieke stellingneming. Een ontwikkeling die verloopt van orthodox marxist naar sociaal-democraat. In zijn eerste publikaties verkondigde hij vrij uitgesproken marxistische, hier en daar zelfs leninistische ideeën, welke echter in de loop van de jaren '30 worden verzacht en waarin steeds duidelijker naar voren komt dat hij het mogelijk acht dat recht en staat een progressieve rol konden vervullen in de verbetering van de levensomstandigheden van de zwaksten in onze samenleving. Behalve deze meer 'politieke' publikaties heeft hij ook een enorme hoeveelheid artikelen en boeken op specifiek juridisch gebied doen verschijnen. Vele hiervan op sociaal-economisch terrein, waar immers zijn latere onderwijstaak kwam te liggen, maar ook op privaatrechtelijk gebied. Hij was een jurist die meer dan wie ook oog had voor de maatschappelijke achtergrond van de rechtsnorm, die wist dat een goede rechtsnorm nog geen garantie bood voor een rechtvaardige maatschappij, maar dat het recht hieraan wel een bijdrage kon leveren. Deze vermaatschappelijking van het recht was een centraal thema van zijn werk; in het bijzonder was dit reeds tot uitdrukking gekomen in zijn in 1938 verschenen Een eeuw rechtsontwikkeling, waarin hij had laten zien hoe het recht bijdraagt aan het verbeteren van de positie van de zwaksten op alle gebieden van het leven.

Naast zijn wetenschappelijke werkzaamheden ontplooide hij een grote maatschappelijke activiteit die tijdens zijn studententijd al tot uiting was gekomen. Zo was hij lid van een groot aantal commissies en verenigingen. Waarvan te noemen zijn, het lidmaatschap van de redactie van Mens en Maatschappij, van het bestuur van de Vereeniging voor de wijsbegeerte des Rechts en van de regeringscommissie tot herziening van de pachtwetgeving.

Valkhoff genoot een groot aanzien, hetgeen bijvoorbeeld blijkt uit het 'liber amicorum' dat hem door vrienden en oud-leerlingen werd aangeboden ter gelegenheid van zijn afscheid als hoogleraar. Hij wordt hierin geroemd als een groot wetenschapsman, een veelzijdig jurist, een bekwaam bestuurder, en docent in hart en nieren.

In de laatste jaren is een groeiende belangstelling voor Valkhoffs publikaties op het terrein van abortus, huwelijkswetgeving en invloed van de staat op de maatschappij. Het is niet onwaarschijnlijk dat juist dit deel van zijn werk waarmee hij zijn tijd vooruit was, van blijvende waarde zal blijken te zijn.

A: Valkhoff-archief, aanwezig op de Juridische Faculteit van de Universiteit van Amsterdam.

P: Een tot medio augustus 1967 bijgewerkte bibliografie, inclusief boekbesprekingen, in het tijdschrift Sociaal-Economische Wetgeving 1967, 519-531 (SEW) en een complete bibliografie, echter zonder boekbesprekingen in onder L genoemde Recht en Kritiek, 355-362.

L: G.E. Langemeijer, 'De plaats van Valkhoff onder de Nederlandse Juristen' in SEW 1976, 420-424; M.G. Levenbach, 'Johan Valkhoff, ibidem, 411-419; G.E. van Maanen, 'Johan Valkhoff, van marxist tot sociaaldemokraat', in Recht en kritiek 1976, no. 4, 339-354.

I: Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden in woord en beeld. Onder hoofdred. van H.P. van den Aardweg (Amsterdam 1938) 1496.

G.E. van Maanen


Bovenstaande biografie weerspiegelt de stand van het onderzoek tot aan het jaar van publicatie in het gedrukte deel van het BWN. Dit jaar is hieronder weergegeven. Alle daarna verschenen literatuur is niet in de tekst verwerkt en wordt evenmin vermeld in de literatuuropgave (onder L).

Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 1 (Den Haag 1979)
Laatst gewijzigd op 12-11-2013