Vogt, Willem (1888-1973)

 
English | Nederlands

VOGT, Willem (1888-1973)

Vogt, Willem, radiodirecteur AVRO (Den Helder 12-8-1888 - Blaricum 18-6-1973). Zoon van Willem Vogt, ambtenaar bij de torpedodienst der marine, en Marijtje Bakker. Gehuwd sinds 5-4-1912 met Catharina Bakker. Uit dit huwelijk werden 1 dochter en 1 zoon geboren. afbeelding van Vogt, Willem

Vogt, die in zijn jeugd al belangstelling had voor de draadloze telegrafie (het was in de tijd dat Marconi zijn belangwekkende experimenten verrichtte) kwam, na de lagere school bezocht te hebben en als jongste bediende bij een krant voor Den Helder en omgeving werkzaam te zijn geweest, in 1904 op de schoolcompagnie van de genie in Utrecht en werd in 1906 aangewezen voor proefnemingen met draadloze telegrafie. Maar ook Nederlandsch-Indië wilde het nieuwe communicatie-middel gebruiken. De Indische PTT klopte bij de genie aan met het verzoek vaklui te leveren die in Indië stations zouden moeten bemannen en er een systeem van draadloze telegrafie moesten opbouwen. Vogt trad in dienst van de Indische PTT en vertrok in 1911 naar Batavia. Hij werkte een jaar op het telegraafkantoor van Weltevreden (waar hij les gaf aan radiotelegrafisten van de Marine) en was vervolgens chef van de radiostations op Timor en Ambon. In 1917 ging hij naar Bandoeng. Zijn chef daar was ir. C.J. de Groot die het jaar tevoren in Delft gepromoveerd was op de dissertatie Radio-Telegrafie in de Tropen ('s-Gravenhage, 1916). Op een berg bij Bandoeng ving Vogt twee jaar lang 's nachts uit Europa legercommuniqués op. Hij maakte er dagelijks bulletins van voor de gouverneur-generaal, die ze later ook beschikbaar stelde aan de Indische pers.

Al in de oorlog had men tevergeefs getracht uit Malabar (ook bij Bandoeng) seinen naar Nederland over te zenden. In 1920 ontving Vogt (met verlof in Nederland) van De Groot het telegram: 'Als je lust hebt in Blaricum te luisteren naar seinen uit Malabar wend je dan tot ir. Dubois NSF Hilversum.'

De NSF was de in 1918 opgerichte N.V. Nederlandsche Seintoestellen Fabriek wier doel was 'het maken van alle installaties, inrichtingen, toestellen en werktuigen, bestemd voor of betrekking hebbende op draadloze telegrafie en telefonie, seinwezen en andere soortgelijke onderwerpen'. De fabriek was gevestigd in Hilversum. Vogt werd nadat hij zijn baan in Bandoeng had opgezegd, belast met de leiding van het ontvangststation voor morsetekens op de Meent in Blaricum. Toen de fabriek apparaten ging maken voor de draadloze telefonie werd hij chef verkoop. In de zomer van 1922 wist hij A. Plesman van de KLM te overtuigen van het nut van radio in vliegtuigen. In 1923 kwam de NSF op de markt met zelf te bouwen radiotoestellen. Het was in de tijd van het prille radio-amateurisme. Teneinde de kopers ook wat meer te kunnen laten ontvangen ging de fabriek uitzenden. Het eerste radioprogramma vond plaats op 21 juli 1923; een Larens strijkje speelde. Tot 13 september van dat jaar vonden er zes proefuitzendingen plaats. Vogt stond daarmee aan het begin van een opzet waaruit de omroep in Hilversum zich zou ontwikkelen, al waren zijn experimenten niet de allereerste in Nederland: reeds in 1919 had ir. H.H. Schotanus à Steringa Idzerda een begin gemaakt met het uitzenden van radioprogramma's en zou dat tot 1924 blijven doen.

Er volgden ondertussen meer uitzendingen van de NSF: in november 1923 een concert van het Utrechtsch Stedelijk Orchest (USO) in Utrecht, in april 1924 de Matthäus Passion uit Haarlem, in oktober La Traviata uit Carré en in januari 1925 het Concertgebouworkest o.l.v. W. Mengelberg. Voor de uitzendingen was geld nodig. Men vroeg steun aan 'luistervinken'. Maar de NSF wenste dat er een groep mensen zou komen die toezicht zou houden op de besteding van de gelden. Het werd het Comité uit de Luisteraars naar de Hilversumsche Draadlooze Omroep - de HDO. Vogt was een van de drie personen die namens de NSF deel van het Comité uitmaakte. Hij was ook omroeper.

Op 8 januari 1925 kwam de eerste Radio Luistergids uit waarvan Vogt redacteur werd. De HDO begon nu een zelfstandig leven te leiden, werd op 1 maart 1926 een stichting en wijzigde op 1 juni 1927 zijn naam in ANRO (Algemeene Nederlandsche Radio Omroep) om van een contract met een drukkerij af te kunnen, een handelwijze die op grond van de daarbij gevolgde procedure kritiek ondervond. Eind 1927 ging de ANRO een fusie aan met de slechts acht maanden bestaan hebbende NOV (Nederlandsche Omroep Vereeniging) en werd op 1 januari 1928 Algemeene Vereeniging 'Radio Omroep' (AVRO), een vereniging met een bestuur en een directie. Vogt werd directeur.

Intussen waren er ook andere omroepen ontstaan. Op 15 mei 1930 werd bij ministeriële beschikking, bekend als het Zendtijdenbesluit, bepaald dat op één zender de KRO en de NCRV zouden uitzenden en op een andere zender de AVRO en de VARA (en nu en dan de VPRO). De AVRO protesteerde tegen het besluit o.a. door een demonstratie op Houtrust in Den Haag. Onder de leus 'Zendtijd gehalveerd, bijdragen verdubbeld' begon een actie waarin Vogt zowel voor de microfoon als in artikelen in de Radiobode een bezielend propagandist was. Hij ontwikkelde bovendien in die jaren dertig (samen met zijn programmastaf) vele ideeën die de AVRO een grote populariteit gaven zoals uitzending van de Troonrede, voetbalinterlands, boekbesprekingen, amusementsavonden, hoorspelen, een wereldschaaktoemooi, bridgedrives, tournees enz. In 1933 opende de AVRO zijn nieuwe kantoorgebouw in Amsterdam, in 1936 de nieuwe studio in Hilversum.

Op 15 mei 1940 werd de studio door de Duitsers bezet. Vogt trachtte door middel van een later door hem genoemde houding van 'slikken en schikken' de AVRO nog te redden, echter tevergeefs. In maart 1941 hielden de omroepen op te bestaan. Eind 1941 werd Vogt op wachtgeld gesteld. Toch zou Vogts streven om zijn omroep door de moeilijke bezettingsperiode heen te helpen veel kritiek losmaken en tot een zuiveringsprocedure na de bevrijding leiden, waarbij hij ten slotte toch de directie van de AVRO opnieuw kon aanvaarden. Vogt zelf had zich die bevrijding anders voorgesteld. Al in 1943 kwamen te zijnen huize vertegenwoordigers van de vooroorlogse omroepen bijeen teneinde zich te beraden over de vraag: wat zal er na de bevrijding gebeuren? Uit de besprekingen ontstond medio 1944 de Federatie van Omroepverenigingen. Na de oorlog kwamen na een periode van Militair Gezag, Herrijzend Nederland en Radio Nederland in Overgangstijd de AVRO en Vogt terug.

Maar tussen hem en de voorzitter van de AVRO G. de Clercq ontstonden ernstige tegenstellingen over het voeren van de dagelijkse leiding in het bedrijf die Vogt op 1 juli 1952 noopten zijn ontslag in te dienen. Het werd hem op 4 juli verleend. Na een jaar technisch directeur van de Nederlandse Radio Unie geweest te zijn werd hij in 1953 administrateurpenningmeester van de Nederlandse Omroep Zender Maatschappij, een functie die hij tot zijn dood bekleed heeft. In 1957 werd hij in het Gulden Boek der gemeente Hilversum ingeschreven. De AVRO benoemde hem op 25 mei 1963 tot lid van verdienste en honorair adviseur.

Willem Vogt, die zich een humanistisch relativist noemde en die in 1973 overleed, een maand vóór de AVRO zijn 50-jarige bestaan zou vieren, was een bekwaam manager, een dynamisch man met vele belangstellingen, een uitstekend stilist (die tientallen jaren het hoofdartikel in de Radiobode schreef), iemand die al snel na de Tweede Wereldoorlog de mogelijkheden van de televisie en vooral de kleurentelevisie inzag en onderzocht en bovenal een man die begreep hoe radio en televisie in dienst van de cultuur gesteld konden worden.

P: Radio-leven... (Amsterdam, [1933]; Hoe het den omroep verging... (Amsterdam, 1945); Wat er met den Omroep verder gebeurde... (Amsterdam, 1945); De Atoombom... (Amsterdam, 1946); AVRO 1923-1948 (Amsterdam, 1948); Spanne en spanningen. De veertigjarige geschiedenis van de N.V. Philips' Telecommunicatie Industrie voorheen N.V. Nederlandsche Seintoestellen Fabriek (Amsterdam, [1958]); Nozema, 1936-1961... [Hilversum, 1961]; Een leven met radio (Apeldoorn, [1973]).

L: Historie en perspektieven; 50 jaar AVRO. Samengest. onder red. van W. Huygen (Hilversum, 1973); L. de Jong, Het Koninkrijk... IV, passim; H. van den Heuvel, Nationaal of verzuild... (Baarn, 1976).

I: Hans de la Rive Box, Bonte Parade. Een revue van bekende Nederlandse radiosprekers en artisten (Amsterdam [1948]) 18.

J.J. van Herpen


Bovenstaande biografie weerspiegelt de stand van het onderzoek tot aan het jaar van publicatie in het gedrukte deel van het BWN. Dit jaar is hieronder weergegeven. Alle daarna verschenen literatuur is niet in de tekst verwerkt en wordt evenmin vermeld in de literatuuropgave (onder L).

Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 1 (Den Haag 1979)
Laatst gewijzigd op 12-11-2013