© Huygens ING - Amsterdam. Bronvermelding: A.A. de Jonge, 'Wiardi Beckman, Herman Bernard (1904-1945)', in Biografisch Woordenboek van Nederland. URL:http://resources.huygens.knaw.nl/bwn1880-2000/lemmata/bwn1/wiardi [12-11-2013]
WIARDI BECKMAN, Herman Bernard (1904-1945)
Wiardi Beckman, Herman Bernard, politicus (Nijmegen 4-2-1904 - Dachau 15-3-1945). Zoon van Jacob Wiardi Beckman, zenuwarts, en Everdina Suzanna Kuenen. Gehuwd op 3-12-1927 met Maria Petronella Margaretha Wackie Eijsten. Uit dit huwelijk werden 3 dochters geboren.
Wiardi Beckman bezocht het stedelijk gymnasium van zijn geboorteplaats en studeerde vervolgens geschiedenis aan de Rijksuniversiteit te Leiden. Als student was Wiardi Beckman, die gelovig Remonstrants was, lid geworden van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP) en nadat hij in 1927 afgestudeerd was, werd hij het volgend jaar secretaris van de voormalige parlementaire leider dezer partij, mr. P.J. Troelstra, een functie die hij bekleedde tot Troelstra's overlijden in mei 1930. Hij was Troelstra behulpzaam bij het redigeren van de delen III en IV zijner Gedenkschriften; deel IV ('Storm') werd door Beckman een jaar na Troelstra's dood uitgegeven en de twee laatste hoofdstukken van dit deel - waarin o.a. een samenvatting gegeven wordt van Troelstra's denkbeelden over staatkundige hervormingen - zijn door hem geschreven.
Na de dood van Troelstra verbleef Beckman ruim een jaar in Frankrijk voor de voltooiing van een studie over het Franse syndicalisme; het resultaat daarvan was zijn dissertatie Het syndicalisme in Frankrijk, waarmee hij in 1931 te Leiden (met prof. J. Huizinga als promotor) de graad van doctor in de letteren en wijsbegeerte verwierf. In januari 1932 werd hij assistent-hoofdredacteur van het dagblad Het Volk.
Naast zijn journalistieke werkzaamheden speelde Beckman weldra een belangrijke rol in de meningenstrijd binnen de SDAP betreffende de gewenste ontwikkeling van de partij. Hij was een overtuigd voorstander van omvorming der SDAP van half-revolutionaire klassepartij naar principieel-democratische volkspartij. Bij de formulering van een nieuw ontwerp-beginselprogram - hij was secretaris van de daartoe in november 1935 ingestelde commissie - speelde hij een vooraanstaande rol en op het partijcongres van februari 1937 hield hij een referaat ter toelichting van het ontwerp, dat door het congres tot Beginselprogram verheven werd; daarin werd de klassenstrijd niet langer als drijvende kracht voor de maatschappelijke vooruitgang gezien. Ook bij de verandering van inzichten in de SDAP t.o.v. de nationale gedachte en de defensie ging Beckman voorop.
Op 1 april 1937 volgde hij J.F. Ankersmit op als hoofdredacteur van de dagbladen van De Arbeiderspers; als zodanig maakte hij voortaan ambtshalve deel uit van het partijbestuur der SDAP. Daarnaast werd hij op 9 juni 1937 lid van de Eerste Kamer, in welk lichaam hij vooral de militaire zaken behandelde; in zijn redevoeringen legde hij de nadruk op de bereidheid van de SDAP om mee te werken aan een krachtige defensie tegen het van nazi-Duitse zijde dreigende gevaar. Toen het leger in augustus 1939 gemobiliseerd werd, nam Beckman ontslag bij De Arbeiderspers en werd als eerste luitenant voor speciale diensten verbonden aan de persafdeling van GS III (de militaire inlichtingendienst) van het Algemeen Hoofdkwartier. De radiorede, waarin generaal Winkelman op 14 mei 1940 de capitulatie bekend maakte, was door Beckman samen met mr. M. Rooy opgesteld. Ook sprak hij namens de opperbevelhebber op 20 mei 1940 op de Grebbeberg een korte rede uit ter herdenking van de daar gesneuvelde Nederlandse militairen.
Na de capitulatie wilde Beckman zijn plaats bij De Arbeiderspers - die nu onder Duits toezicht moest werken - niet meer innemen. Zijn taak zag hij nu in het weerbaar houden van het Nederlandse volk tegen nationaal-socialistische invloeden en defaitisme. Zo lang mogelijk bewandelde hij daartoe de legale wegen: lezingen en publikaties. Karakteristiek voor zijn houding in deze periode is de lezing, die hij in september 1940 hield en die, samen met gelijktijdige lezingen van prof. B.M. Telders en prof. Paul Scholten, in 1940 in Haarlem gepubliceerd werd (Den Vaderlant ghetrouwe) ; daarin keerde hij zich scherp tegen de heersende 'mode' om heel onze vooroorlogse parlementaire democratie te verwerpen en te beschimpen.
Illegale activiteiten vulden al spoedig de legale aan en moesten deze ten slotte geheel vervangen. In het contact tussen democratische politici, dat in 1942 uitmondde in de oprichting van het Grootburgercomité, speelde Beckman een vooraanstaande rol. Daarnaast werd hij vanaf begin 1941 door de SDAP-voorzitter J.J. (Koos) Vorrink betrokken in de redactie van het illegale blad Het Parool. Binnen de Parool-redactie viel hij (tegenover de oprichter van het blad, Frans Goedhart) Vorrink bij in de mening, dat men zich gedurende de bezetting diende te onthouden van scherpe kritiek op ons vooroorlogse bestel. Ook deelde hij Vorrinks vrees voor anti-democratische stromingen in de verzetsbeweging en in de Londense emigrantenkringen rond de regering-Gerbrandy. Nadat in 1941 via geheime agenten contact met 'Londen' verkregen was, nodigde koningin Wilhelmina onder meer Wiardi Beckman uit om naar de Britse hoofdstad te komen teneinde haar en het kabinet voor te lichten over de toestand in bezet gebied. Bij een poging om met een Engels oorlogsschip naar Engeland over te steken werden Beckman en Goedhart op 18 januari 1942 op het Scheveningse strand door Duitsers gearresteerd. Beckman wist de aard van zijn zending te verzwijgen en werd dan ook niet voor een krijgsraad gebracht, doch als 'Engelandvaarder' begin 1943 naar het concentratiekamp Natzweiler in de Elzas overgebracht. Na de evacuatie van dit kamp in de herfst van 1944 werd hij naar het kamp Dachau gebracht, waar hij op 15 maart 1945 aan typhus overleed.
Wiardi Beckman was een politicus die ruimheid van blik en soepelheid van optreden verenigde met beginselvastheid en persoonlijke moed. Een combinatie van eigenschappen die hem - ware hij niet te vroeg gestorven - tot een staatsman had kunnen maken.
P: Naast de reeds genoemde: L.D. Frank en H.B. Wiardi Beckman, Geschiedenis van het Leidsch Studentencorps (Leiden, 1927); Het beginselprogram der S.D.A.P. (Amsterdam, [1933]); Doel en wezen der S.D.A.P. (Amsterdam, 1934); In het rode Noorden (Amsterdam, 1935); Sociaal-democratie en nationale gedachte (Amsterdam, 1935); W.R.M. Noordhoff, H.B. Wiardi Beckman en F. Kleyn, Dat, wat blijft (Haarlem, 1941).
L: A. de Roos, Wie was Wiardi Beckman? Rede voor jubileumconferentie van de Wiardi Beckman Stichting van 4 maart 1972; L. de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog ('s-Gravenhage, 1974) V.
I: Johan S. Wijne, Stuuf Wiardi Beckman. Patricier en sociaal-democraat (Amsterdam 1987) 67 [Wiardi Beckman bij Het Volk].A.A. de Jonge
Bovenstaande biografie weerspiegelt de stand van het onderzoek tot aan het jaar van publicatie in het gedrukte deel van het BWN. Dit jaar is hieronder weergegeven. Alle daarna verschenen literatuur is niet in de tekst verwerkt en wordt evenmin vermeld in de literatuuropgave (onder L).
Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 1 (Den Haag 1979)Laatst gewijzigd op 12-11-2013