Haas, Marc de (1866-1951)

 
English | Nederlands

HAAS, Marc de (1866-1951)

Haas, Marc de, natuurkundige (Leiden 2-7-1866 - Eindhoven 13-10-1951). Zoon van Pieter de Haas, beambte secretarie, en Cornelia Magdalena Japikse. Gehuwd op 15-8-1895 met Maria Cornelia Japikse. Uit dit huwelijk werden 2 zoons geboren. afbeelding van Haas, Marc de

Marc de Haas legde, na de HBS te Leiden te hebben doorlopen, het admissie-examen voor de universiteit af. Zijn studie in de wis- en natuurkunde aan de Leidse universiteit (1887-1894) bij H.A. Kamerlingh Onnes en H.A. Lorentz werd op 10 juli 1894 afgesloten met een promotie op: Metingen in absolute maat van wrijvingscoëfficiënten van vloeistoffen tusschen het kookpunt en den kritischen toestand. Promotor was Kamerlingh Onnes. In zijn proefschrift mat hij de wrijvingscoëfficiënt van water en van vloeibaar methylchloride bij verschillende temperaturen en toetste hiermede de wet van de overeenstemmende toestanden, die ook op de wrijvingscoëfficiënten kon worden toegepast.

In 1893 werd hij assistent voor natuurkunde bij Lorentz, in 1895 leraar natuurkunde aan de HBS te Zierikzee en in 1897 te Amersfoort. In hetzelfde jaar volgde zijn benoeming tot docent aan de Polytechnische School te Delft als opvolger van R. Sissingh. Hij aanvaardde dit ambt op 8 november 1897 met een rede: De natuurkunde en de techniek ([S.l.], 1897). Toen de Polytechnische School in 1904 werd omgezet in de Technische Hoogeschool werd De Haas benoemd tot gewoon hoogleraar in de toegepaste natuurkunde.

Tijdens zijn hoogleraarschap - hij was in 1919/1920 tevens rector magnificus - lag het accent meer op het onderwijskundige dan het zuiver wetenschappelijke vlak, al kunnen van het laatste aspect onderzoekingen met J.W. Gilthay over de beweging van de kam van de viool (1909) en met L.H. Siertsema metingen over de brekingsindices en dispersies van gassen onder hoge druk (1911) genoemd worden. De Haas speelde een grote rol bij de opbouw van het natuurkundeonderwijs in Delft. Alleen of in samenwerking met anderen schreef hij verschillende leerboeken. Mede dank zij zijn steun werd bij de wet van 2 juli 1928 een afzonderlijk diploma voor natuurkundig ingenieur ingesteld. In zijn boeiende colleges legde hij vooral de nadruk op de technische toepassingen van de fysica. Omdat deze toepassingen hoge wetenschappelijke eisen stelden, werden ook de theoretische grondslagen van de natuurkunde uitvoerig behandeld. Hij streefde er steeds naar de wetenschap naar de techniek te brengen. Deze gedachte vindt men niet alleen terug in zijn rede De opening van het laboratorium voor technische physica te Delft ('s-Gravenhage, 1931), maar ook in zijn ijveren naar normalisatie van de symbolen voor natuurkundige grootheden en eenheden - zo sloot Nederland zich na De Haas' onophoudelijk aandringen in 1922 bij de 'meterconventie' aan - een activiteit die van grote betekenis was voor de toepassing in de techniek en voor het onderwijs, alsmede in zijn medewerking aan de oprichting van de Nederlandse Vereniging voor Koeltechniek (1908), waarvan hij in 1926 voorzitter werd. In 1936 was de organisatie van het 7e Internationale Koude Congres in Den Haag in zijn handen. In dat zelfde jaar ging hij, na zijn afscheidscollege over De taak van den natuurkundigen ingenieur ('s-Gravenhage, 1936), met emeritaat; Zijn belangstelling voor het onderwijs behield De Haas ook daar na: hij verzorgde herdrukken van zijn leerboeken, en schreef nieuwe publikaties op dat terrein. Ook was hij een gewaardeerd examinator.

P: J.C. Poggendorff, Biographisch-literarisches Handwörterbuch für Mathematik, Astronomie, Physik... Chemie... und verwandte Wissenschaftsgebiete (Leipzig [etc.], 1937) VI, 991; Practische oefeningen in natuurkunde voor aanstaande natuurkundig- en scheikundig ingenieurs 5e dr. (Delft, 1929); Vraagstukken over thermodynamika met oplossingen (Delft, 1950).

L: J.A. Snijders, 'Het onderwijs in de natuurkunde voor aanstaande ingenieurs', in Gedenkschrift van de Koninklijke Akademie en van de Polytechnische School 1842-1905. Samengesteld ter gelegenheid van de oprichting der Technische Hoogeschool (Delft, 1906) 241-256; L.H. Siertsema, 'Prof.Dr. M. de Haas', in Physica. Nederlandsch Tijdschrift voor Natuurkunde 2 (1922) 288-293; A.D. Fokker, 'Doctor Marc de Haas 1894 - 10 Juli 1944', in Nederlandsch Tijdschrift voor Natuurkunde 11 (1944) 93-94; J. de Boer, ' Marc de Haas †, ibidem 17 (1951) 310; H.B. Dorgelo, 'Ter herdenking. † Prof.dr. M. de Haas 1866-1951', in De Ingenieur 63 (1951) A459-A460.

I: De Ingenieur 63 (1951) A459.

H.A.M. Snelders


Bovenstaande biografie weerspiegelt de stand van het onderzoek tot aan het jaar van publicatie in het gedrukte deel van het BWN. Dit jaar is hieronder weergegeven. Alle daarna verschenen literatuur is niet in de tekst verwerkt en wordt evenmin vermeld in de literatuuropgave (onder L).

Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 2 (Den Haag 1985)
Laatst gewijzigd op 12-11-2013