© Huygens ING - Amsterdam. Bronvermelding: S.B.J. Zilverberg, 'Hulshoff, Abram (1877-1955)', in Biografisch Woordenboek van Nederland. URL:http://resources.huygens.knaw.nl/bwn1880-2000/lemmata/bwn2/hulshoff [12-11-2013]
HULSHOFF, Abram (1877-1955)
Hulshoff, Abram, bibliothecaris (Borne (Ov) 6-11-1877 - Utrecht 13-1-1955). Zoon van Abram Hulshoff, meelfabrikant, en Margaretha Hendrika ten Cate. Gehuwd op 23-8-1910 met Christine Lögters. Uit dit huwelijk werden 3 zoons en 1 dochter geboren.
Hulshoff bezocht de lagere school te Borne en het stedelijk gymnasium te Kampen. Na zijn eindexamen in 1896 liet hij zich inschrijven als student in de theologie aan de Universiteit van Amsterdam en het Doopsgezind Seminarium aldaar. In 1899 werd het kandidaats-, in 1901 het doctoraal examen afgelegd. Vervolgens studeerde hij een jaar te Straatsburg, ook om zich voor te bereiden op zijn proefschrift. In 1905 volgde zijn promotie te Amsterdam bij S. Cramer op een dissertatie Geschiedenis van de Doopsgezinden te Straatsburg van 1525-1557. Zijn belangstelling ging niet uit naar het predikantschap; in 1906 aanvaardde hij een benoeming als conservator van de Universiteitsbibliotheek te Utrecht; in de eerste jaren van zijn verblijf werden in deze stad ook colleges gevolgd bij de hoogleraren G.W. Kernkamp, J.W. Muller en O. Oppermann. Hulsoff verrichtte veel onderzoek in binnen- en buitenland naar voor Nederland belangrijke handschriften en archivalia. Vele bronnen werden uitgegeven in de Werken en Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. In 1913 toegelaten als privaatdocent voor middeleeuwse geschiedenis en paleografie aan de Utrechtse Universiteit opende hij zijn lessen met een redevoering: Historiographie der Middeleeuwsche Geschiedenis van Nederland (Haarlem, 1913). Bekendheid verwierf de uitgave van de paleografische atlas Deutsche und lateinische Schrift in den Niederlanden (1350-1650) (Bonn, 1918). In 1922 volgde Hulshoff J.F. van Someren op als bibliothecaris van de Utrechtse Universiteitsbibliotheek. Door de vele administratieve beslommeringen kon hij nog maar weinig tijd besteden aan de studie der handschriften, de crisisjaren en de hiermee gepaard gaande bezuinigingen bereidden hem vele zorgen. Verdienstelijk maakte Hulshoff zich met zijn bibliografische uitgaven, zoals de Klassieke bibliographie, die hij zelfs na zijn pensionering voortzette. Door het organiseren van tentoonstellingen wist hij zijn bibliotheek bij een breder publiek bekendheid te geven.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog betoonde Hulshoff zich pro-Duits; hoewel hij op 1 december 1944 wegens pensioengerechtigde leeftijd had moeten aftreden, bleef hij tot 1 mei 1945 het directoraat waarnemen omdat zijn opvolger, A.J.C. Rüter, wegens de gevolgen van de spoorwegstakingen Utrecht niet kon bereiken. Hulshoffs privaatdocentenschap werd op zijn verzoek met ingang van 19 september 1946 beëindigd.
P: A. Brom Jr., Lijst van geschriften van dr. A. Hulshoff [Utrecht, 1945] (Aanvulling 1958 door G.A. Evers. Aanwezig in UB Utrecht).
L: D. Grosheide, in Bibliotheekleven 40 (1955) 109-110.
S.B.J. Zilverberg
Bovenstaande biografie weerspiegelt de stand van het onderzoek tot aan het jaar van publicatie in het gedrukte deel van het BWN. Dit jaar is hieronder weergegeven. Alle daarna verschenen literatuur is niet in de tekst verwerkt en wordt evenmin vermeld in de literatuuropgave (onder L).
Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 2 (Den Haag 1985)Laatst gewijzigd op 12-11-2013