© Huygens ING - Amsterdam. Bronvermelding: H.J. Hazewinkel, 'Smirnoff, Iwan Wasiliwitsj (1895-1956)', in Biografisch Woordenboek van Nederland. URL:http://resources.huygens.knaw.nl/bwn1880-2000/lemmata/bwn2/smirnhoff [12-11-2013]
SMIRNOFF, Iwan Wasiliwitsj (1895-1956)
Smirnoff, Iwan Wasiliwitsj, verkeersvlieger (Wladimir (USSR) 30-1-1895 - Palma de Mallorca (Spanje) 28-10-1956, herbegraven in Heemstede 20-11-1959). Zoon van Wasili Smirnow, hereboer, en Marja Oetkina. Gehuwd op 23-10-1925 met Margot Linnet. Na haar overlijden (3-7-1947) gehuwd op 23-9-1948 met Mina (Niki) Redwood. Uit beide huwelijken werden geen kinderen geboren. Bij Wet 14-11-1929. Stbl. nr. 485 genaturaliseerd.
Iwan Smirnoff werd geboren in het tsaristische Rusland. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, in augustus 1914, meldde hij zich vrijwillig voor militaire dienst, hoewel hij - na het doorlopen van de technische school ingeschreven aan de universiteit te St. Petersburg - als student hiervoor vrijgesteld was. Bij het 96e Infanterieregiment bereikte hij de rang van korporaal en kreeg hij voor zijn dapperheid het Kruis van St. George. Herstellend van een verwonding kreeg hij belangstelling voor de luchtvaart en meldde hij zich aan bij de tsaristische luchtmacht. Na op de vliegschool te Petrograd vliegen te hebben geleerd, werd hij ingedeeld, begin 1915, bij het 19e eskader, een elite-eenheid. Al spoedig bleek hij een bekwaam jachtvlieger en met 12 overwinningen stond hij tegen het eind van de oorlog op de vierde plaats van de lijst van succesvolle Russische piloten. Naast diverse Russische kreeg hij ook een aantal buitenlandse onderscheidingen.
Na het uitbreken van de Revolutie besloot Smirnoff, die inmiddels luitenant was geworden, Rusland te verlaten. Via Siberië bereikte hij Wladiwostok, waar hij scheep ging; over Sjanghai, Hongkong, Saigon, Singapore en Egypte wist hij uiteindelijk in Engeland aan te komen. Hier kwam hij in dienst van de Royal Air Force, maar na het einde van de oorlog was ook daar geen plaats meer voor hem. Hij besloot terug te keren naar Zuid-Rusland, om dienst te nemen in het Witte Leger van generaal A.A. Denikin. Bij aankomst in Noworossiisk bleek deze havenstad reeds door de Rode legers te worden bedreigd en Smirnoff kon slechts als verstekeling -en nu voor het laatst - Rusland verlaten. Enige tijd trad hij vanuit Parijs nog op als inkoper van vliegtuigen voor Denikins opvolger P.N. baron Van Wrangel, maar toen de burgeroorlog in Rusland voorbij was, zag hij zich genoodzaakt een baan aan te nemen als vliegtuigmonteur op Croydon (Londen). Teneinde weer te kunnen vliegen nam hij in 1921 dienst bij de Belgische luchtvaartmaatschappij SNETA. Hieraan kwam een eind toen een groot deel van de vloot van deze maatschappij door brand verloren gegaan was. Op 28 mei 1922 trad Smirnoff in dienst van de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij (KLM), waar hij een kwart eeuw zou blijven.
Smirnoff behoorde tot de kleine groep piloten die vanaf de pionierstijd de opbouw en latere bloei van de KLM meemaakten. Dit ging vanzelfsprekend niet zonder moeilijkheden. Op 19 oktober 1923 moest Smirnoff met drie passagiers in een Fokker F-III een noodlanding maken op de Goodwin Sands, een zandbank in het Kanaal, die bij vloed onder water kwam. Op het nippertje werden zij door een passerende kolenboot gered. Dit incident leverde Smirnoff de bijnaam 'graaf van de Goodwins' op; de herkomst van zijn andere bijnaam, 'de Turk', is niet te achterhalen.
Tussen 11 oktober en 16 november 1928 voerde Smirnoff de eerste geregelde KLM-vlucht Amsterdam-Batavia en terug uit. Dit zou het begin zijn van de beroemde Indiëlijn, de langste luchtlijn ter wereld en vóór de Tweede Wereldoorlog het paradepaard van de KLM. Op deze lijn ook oogstte Smirnoff zijn grootste triomf, toen hij in december 1933 met de Fokker F-XVIII PH-AIP 'Pelikaan' een versnelde kerstvlucht naar Indië maakte. Dit slaagde, ondanks het feit dat Smirnoff en zijn medebemanningsleden, P. Soer (piloot), J.M.H. Grosfeld (boordwerktuigkundige) en C.H. van Beukering (marconist), gebruik moesten maken van een gewone lijnmachine, en niet van de nieuwe Fokker F-XX, die op de avond van vertrek door motorstoring uitviel. De heenvlucht werd gemaakt tussen 18 en 22 december in 100 uur en 35 minuten. De retourvlucht - onder slechte weersomstandigheden -duurde tussen 27 en 30 december nog 10 minuten korter. Naar schatting 22.000 mensen waren in de koude en mistige nacht naar Schiphol gekomen om de aankomst van de 'Pelikaan' mee te maken. Smirnoff en de andere bemanningsleden ontvingen voor hun prestatie een koninklijke onderscheiding.
In de volgende jaren zette Smirnoff, in november 1929 Nederlander geworden, zijn werkzaamheden als verkeersvlieger gewoon voort. Ten tijde van de Duitse inval in Nederland in mei 1940 bevond hij zich in Napels, sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog het Europese eindpunt van de Indiëlijn. Met zijn vrouw ging hij daarop naar Indië, van waaruit deze lijndienst nog een tijd werd voortgezet, nu met Lydda (Palestina) als eindpunt. In december 1941 kwam met de intrede van Japan in de oorlog ook hieraan een einde. Smirnoff was inmiddels beëdigd als reservekapitein, maar bleef ook in de oorlogsmaanden als verkeersvlieger in en rond Indië actief. Op een van de laatste vluchten vanaf Java, op 3 maart 1942, werd zijn vliegtuig door de Japanners neergeschoten en moest hij een noodlanding maken op het strand bij Carnot Bay, Australië. Eerst op 9 maart werden Smirnoffen de overlevende leden van het gezelschap ontdekt en gered.
De vliegtuigen van de Koninklijke Nederlandsch-Indische Luchtvaart Maatschappij (KNILM) werden in Australië aan de Amerikaanse luchtmacht overgedragen, en in 1942 en 1943 vloog Smimoff voor het 39e en 21e Transport Command Squadron van het United States Army Air Corps. In november 1943 ging hij naar de Verenigde Staten, waar hij voor de KLM onder meer nieuwe vliegtuigen beproefde. Ook vloog hij enige tijd vanuit Engeland op de KLM-lijn naar Lissabon. Begin 1946 keerde hij definitief uit de Verenigde Staten naar Nederland terug.
In 1947 nam de loopbaan als actief verkeersvlieger voor Smirnoff, die inmiddels de vijftig was gepasseerd, een einde. Een tijdlang werkte hij nog voor de KLM in bijzondere opdrachten en als inspecteur, tot hij op 22 augustus 1949 bij de maatschappij zijn ontslag uit actieve dienst nam. Zijn laatste levensjaren bracht hij door in Cala d'Or op Mallorca.
Mede gezien zijn kleurrijk verleden en zijn spectaculaire prestaties was Smirnoff in de jaren dertig een van de bekendste en ook populairste vliegers van de KLM, ook bij een breder publiek. Behalve een groot vlieger was hij overigens ook een hartelijk en sympathiek mens, die in de luchtvaart vele vrienden wist te verwerven.
P: Smirnoff vertelt (Amsterdam, [1938]); De toekomst heeft vleugels (Amsterdam, 1947).
L: De wereldrecordvlucht van de Pelikaan. Samengest. door H.H.J. van de Pol ('s-Gravenhage, 1934); Anne Robertson Coupar, Iwan Smirnoff, een leven vol avontuur (Amsterdam, 1959); G. J. Hagens. De KNILM vloog door... (Haarlem, 1972); H. Rol, Vliegen naar de Oost (Haarlem, 1980).
I: Beeldbank van het Nationaal Archief in Den Haag [Foto: KLM; Collectie ANEFO; Smirnoff in december 1948].
H.J. Hazewinkel
Bovenstaande biografie weerspiegelt de stand van het onderzoek tot aan het jaar van publicatie in het gedrukte deel van het BWN. Dit jaar is hieronder weergegeven. Alle daarna verschenen literatuur is niet in de tekst verwerkt en wordt evenmin vermeld in de literatuuropgave (onder L).
Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 2 (Den Haag 1985)Laatst gewijzigd op 12-11-2013