Spelberg, Everhard Dirk (1898-1968)

 
English | Nederlands

SPELBERG, Everhard Dirk (1898-1968)

Spelberg, Everhard Dirk, medeoprichter en predikant-secretaris van de Vrijzinnig Protestantsche Radio-Omroep (Nieuwveen 21-5-1898 - Soest 8-6-1968). Zoon van Gerardus Albertus Lutje Spelberg, hoofd van een school, en Maria Turkenburg. Gehuwd op 29-10-1925 met Laurina Stokmans. Uit dit huwelijk werden 3 zoons en 1 dochter geboren. afbeelding van Spelberg, Everhard Dirk

Spelberg volgde na eindexamen gymnasium te Amersfoort in 1918 een opleiding aan de Landbouwhoogeschool in Wageningen. Na zijn kandidaatsexamen in 1921 besloot hij - onder invloed van de Vrijzinnig Christelijke Jeugd Beweging - predikant te worden. Hij studeerde theologie aan de universiteiten van Utrecht en Leiden. In de laatste stad deed hij in 1923 zijn kandidaatsexamen tweede gedeelte in de Faculteit der godgeleerdheid. In deze periode kreeg hij via de in 1923 opgerichte Centrale Commissie voor het Protestantisme, het organisatorisch centrum voor vrijzinnig-protestantse groeperingen, bemoeienis met het nog jonge medium radio. Tijdens de tweede vergadering van deze commissie op 24 mei 1924 was hij een van de initiatiefnemers van een subcomité voor radiozaken, dat ervoor moest zorgen dat de vrijzinnig-protestanten zo nu en dan een uitzending konden verzorgen. Toen in 1925 de Regeeringscommissie voor den Nationalen Draadloozen Omroep o.l.v. Ch.J.M. Ruijs de Beerenbrouck, adviseerde dat alleen organisaties met rechtspersoonlijkheid in aanmerking konden komen voor zendtijd besloot de Centrale Commissie op 29 mei 1926 het subcomité te veranderen in een vereniging met de naam: de Vrijzinnig Protestantsche Radio-Omroep (VPRO), waarvan mej. Nicolette Bruining voorzitter werd. De inmiddels predikant geworden Evert Spelberg, die zijn bediening uitoefende in Egmond aan den Hoef, werd secretaris van het bestuur. Dit was het begin van een intensieve samenwerking met Nicolette Bruining, die dertig jaar lang tot haar aftreden in 1956 heeft geduurd. Aanvankelijk nam de VPRO een wat wisselende positie in de ether in, maar bij het zendtijdenbesluit van 15 mei 1930 kreeg hij zijn definitieve plaats in het pluriforme omroepbestel. In de eerste jaren was Spelberg niet enkel bestuurslid, maar ook omroeper, programmaleider en programmamaker. Hij verzorgde zelf morgen- en avondwijdingen en hield religieuze voordrachten. Ook was hij een van de redacteuren van het kleine programmablad Vrije Geluiden. Van 1930 tot 1935 was Spelberg predikant te Nijmegen; het radiowerk deed hij erbij. In 1936 echter kwam hij in vaste dienst van de VPRO als 'predikant-secretaris' en hoofdredacteur van het inmiddels volwaardig geworden programmablad, waarin hij wekelijks het hoofdartikel schreef. Naast bestuurder was hij programmaleider en producer van alle uitzendingen, daarbij geholpen door zijn echtgenote, die kinderprogramma's verzorgde en de 'Vreugdecentrale' leidde ten behoeve van 'zieken en ouden van dagen'. Spelberg was ook altijd een van de leidende figuren tijdens de periodieke VPRO-conferenties en -landdagen, die gewoonlijk plaatsvonden in het Gelderse Barchem.

Zijn bekendste en dichtbeluisterde programma was de wekelijkse radiorubriek: 'Gesprekken met luisteraars', waarmee hij in het najaar 1935 begon en die hij voortzette tot aan de opheffing van de VPRO tijdens de Duitse bezetting in 1941. In deze uitzendingen behandelde hij talloze vragen op religieus terrein die hem per brief bereikten. Zij vormden de basis van zijn dissertatie, waarmee hij in 1945 in Groningen bij prof. G. van der Leeuw de doctorstitel behaalde en die hij publiceerde in boekvorm: Een Radiogemeente. Brieven en beschouwingen (Amsterdam, 1945).

In de jaren dertig maakte hij op uitnodiging van de Groep van Vrijzinnig Godsdienstigen in Ned.-Indië een tournee door Sumatra, Java en Bali. Voor geloofsgenoten daar zond de VPRO op gezette tijden programma's uit via de kortegolfzender PHOHI (Philips Omroep Holland-Indië). Spelberg was als VPRO-bestuurder voorstander van een Nationale Omroep als 'een centraal geleid orgaan waarin de geestesstromingen evenredig aan bod komen'. Hij achtte de verzuiling 'een van de kwalen van ons volksbestaan' en was een tegenstander van het zg. particularisme. Het is voor hem een blijvende desillusie geweest dat zijn idealen op dit punt nooit gerealiseerd zijn. Toen in het najaar van 1940 de omroepverenigingen op last van de Duitse bezetter moesten opgaan in de Rijksradio De Nederlandsche Omroep heeft Spelberg korte tijd gehoopt dat zijn wens vervuld zou worden, tot hij inzag dat het nieuwe instituut een propagandainstrument werd voor het nationaal-socialisme. Wel heeft hij toen nog gepoogd door middel van een 'Vrijzinnig Protestantsch Kerkcomité' via de radio pastoraal werk te doen, maar eind 1941 werd zowel het comité als het blad Vrije Geluiden verboden. Na de bevrijding in 1945 herleefde met de komst van omroep 'Herrijzend Nederland' zijn verwachting van een Nationale Omroep, waarvoor het kabinet Schermerhorn-Drees vanuit de 'doorbraakgedachte' zeer geporteerd was. De vier grote vooroorlogse omroepen eisten echter herstel van hun rechten; dit leidde tot een compromis: de Stichting Nederlandsche Radio-Omroep in Overgangstijd. Spelberg kreeg daarin de functie van programmadirecteur. Als gevolg van de politieke ontwikkelingen kregen de omroepen begin 1947 hun oude posities terug, zij het dat op bepaalde terreinen een samenwerkingsverband kwam in de Stichting de Nederlandsche Radio-Unie. Spelberg keerde terug naar de VPRO en nam al zijn vroegere taken en activiteiten weer op tot aan zijn pensionering in 1964.

Spelberg was een principieel en strijdvaardig idealist, maar geen fanaticus. Hij vervulde zijn functies gedreven door pastorale bewogenheid. Hij was een vriendelijk, gastvrij en toegankelijk man, hoofs in de omgang, ook met hen met wie hij van mening verschilde. Bij zijn collega-omroepbestuurders was hij zeer gezien, evenals bij zijn medewerkers, van wie hij, zelf nauwgezet, weliswaar veel eiste, maar over wie hij bij gemaakte fouten mild oordeelde. Hij was de stuwkracht van 'zijn' VPRO. Met zijn programma's heeft hij veel luisteraars aan zich verplicht. Zijn activiteiten werden met enkele onderscheidingen gewaardeerd. Na zijn overlijden werd hij begraven op het kerkhof van zijn eerste gemeente Egmond aan den Hoef.

A: Archief-VPRO; Afd. documentatie van de Stichting Nederlands Omroepmuseum in Hilversum; Archief Centrale Commissie voor het Vrijzinnig Protestantisme in het Rijksarchief Utrecht.

P: Behalve het al genoemde proefschrift artikelen in het programmablad Vrije Geluiden jrg. 1926-1941; 1947-1964: Voordat de nacht valt (Amsterdam, 1942); Ons allen nabij (Amsterdam, 1947); Aan de avond van deze dag (Delft, 1952).

L: Interviews en herdenkingsartikelen in Haagsch Dagblad, 9-1-1954; Vrije Geluiden, 6-6-1963; Vrij Nederland, 6-2-1965; NRC , 18-5-1968; Het Parool, 10-6-1968; Trouw, 10-6-1968; Vrije Geluiden, 16-6-1968, 3-5-1986.

Rond radio en televisie. Een bundel opstellen voor dr. Spelberg bij zijn afscheid van de VPRO (Arnhem, 1963); D. Verkijk, Radio Hilversum 1940-1945 (Amsterdam, 1974); H. v.d. Heuvel, Nationaal of verzuild (Baarn, 1976); Anne H. Mulder, 'Van afkorting tot vierletterwoord', in De potentie van een dwerg. Een halve eeuw VPRO... . Ad Kooyman [en] Max van Rooy (Amsterdam, 1976) 49-65; Een vrijzinnige verhouding. De VPRO en Nederland 1926-1986. Door J.H.J. van den Heuvel [et al.] (Baarn, 1986) 75-146 en passim; De wortels. Portret van Nicolette Bruining en ds. Spelberg. Cassette radioprogramma 'Het Spoor', 3-5-1986.

I: Rond radio en televisie. Een bundel opstellen voor Dr.E.D. Spelberg bij zijn afscheid van de VPRO (Arnhem 1963) afbeelding op achterzijde voorkaft.

H.W.A. Joosten


Bovenstaande biografie weerspiegelt de stand van het onderzoek tot aan het jaar van publicatie in het gedrukte deel van het BWN. Dit jaar is hieronder weergegeven. Alle daarna verschenen literatuur is niet in de tekst verwerkt en wordt evenmin vermeld in de literatuuropgave (onder L).

Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 3 (Den Haag 1989)
Laatst gewijzigd op 12-11-2013