Beaufort, jkvr. Agathe Henriette Maria de (1890-1982)

 
English | Nederlands

BEAUFORT, jkvr. Agathe Henriette Maria de (1890-1982)

Beaufort, jkvr. Agathe Henriette Maria de, (bekend onder de naam H. Laman Trip-de Beaufort en Henriette L.T. de Beaufort), schrijfster en historica (Baarn 13-10-1890 - Bennekom (Gld.) 26-3-1982). Dochter van jhr. Binnert Philip de Beaufort, burgemeester van Baarn, later van 's-Gravenhage, en Alida Henriette Cornelia van Eck. Gehuwd op 14-5-1914 met jhr. Herman Laman Trip, advocaat. Uit dit huwelijk werden geen kinderen geboren. afbeelding van Beaufort, jkvr. Agathe Henriette Maria de

De jonge Henriette ('Hetty') de Beaufort kreeg de opvoeding van een meisje uit de adelstand. In plaats van naar school te gaan leerde zij thuis wat voor een aankomende freule noodzakelijk heette, in het bijzonder vreemde talen en goede manieren. Haar vrije tijd vulde ze met lezen en verhalen schrijven. Henriette werd vroeg wees. Haar vader stierf in 1898, haar moeder in 1907. Haar tante Henriette van Eck nam de leiding van het huishouden over, op het landgoed 'Mariëndaal' bij Oosterbeek, en Henriette zelf vertrok naar een meisjeskostschool in Genève. In 1909 keerde ze terug naar huis.

In Zwitserland was Henriette gaan inzien hoe ongericht en onsystematisch haar opleiding tot dan toe was geweest. In 1912 besloot zij zich aan de Rijksuniversiteit te Utrecht te laten inschrijven als auditrice. En al was zij niet gerechtigd examens te doen, haar studie in de geschiedenis en de Nederlandse letterkunde vatte ze zeer ernstig op.

In 1914 trad Henriette in het huwelijk met de bijna tien jaar oudere advocaat jhr. Herman Laman Trip. Een jaar later vestigde het jonge paar zich te Oosterbeek. Onder de naam H. Laman Trip-de Beaufort publiceerde zij in 1916 haar eerste boek, Willem van Oranje , een 'historisch tooneelspel in vijf bedrijven'. Succes bleef haar ontzegd. Zij had haar genre nog niet gevonden. Belangrijker voor haar latere ontplooiing was de reis naar de Verenigde Staten van Amerika, in 1918/1919. De Leidse hoogleraar en volkenrechtdeskundige C. van Vollenhoven, tijdelijk in bijzondere missie toegevoegd aan het Nederlandse gezantschap te Washington, had zijn vriend Laman Trip uitgenodigd hem als particulier secretaris te vergezellen. Gedrieën deelden zij ruim een half jaar lang in Washington D.C. een huurwoning. Het was in een van de talloze gesprekken over cultuur en letterkunde dat Van Vollenhoven zich verbaasd afvroeg, waarom nog nooit iemand een biografie gewijd had aan Gijsbert Karel van Hogendorp.

In Oosterbeek teruggekeerd legde Henriette Laman Trip zich weer toe op haar schrijfarbeid, zonder veel aandacht te vinden bij de critici of het lezende publiek. Weldra zouden ook andere zaken haar aandacht opeisen. In 1924 viel haar een grote erfenis ten deel. Het kinderloze echtpaar besloot dit geld een humanitaire bestemming te geven. Zo kwam de stichting 'Hohes Licht' te Oberstdorf in Beieren tot stand, een sanatorium voor zwakke en herstellende kinderen. Na het plotselinge overlijden van haar echtgenoot in 1928 was Henriette Laman Trip steeds vaker op 'Hohes Licht' te vinden, aan de zijde van directrice Elisabeth Dabelstein.

Oorspronkelijk bedoeld voor Nederlandse kinderen, kreeg 'Hohes Licht' spoedig een internationaal karakter. Daardoor werd het gemakkelijker, vanaf 1933 ook joodse kinderen op te nemen en hen vervolgens met vervalste papieren over de Zwitserse grens te helpen. De stichtster van 'Hohes Licht', die de oorlogsjaren afwisselend in Beieren en in Nederland doorbracht, voltooide intussen het manuscript van een boek dat haar naam in de wereld van de Nederlandse letteren zou vestigen, Gijsbert Karel van Hogendorp , verschenen in 1948. Op het titelblad noemde zij zich Henriette L.T. de Beaufort. Die naam zou zij verder als schrijfster uitsluitend gebruiken.

Het is een boek dat steunt op uitvoerig bronnenonderzoek, ook in archieven. Het is niet karig met lange citaten in vreemde talen, vooral in het Frans. Een strikt wetenschappelijk werk is het echter niet. Een biografie was voor Henriette de Beaufort een produkt van verbeelding en studie beide. Waar die twee samenwerkten, kon de biograaf 'de stem van de Tijd' verstaan en zelf het verleden opnieuw beleven, alsof hij erbij geweest was. Henriette de Beaufort schreef dan ook geschiedenis van binnen uit, met kennis van Gijsbert Karels gedachten en ambities. Daarin schuilt ook de kracht van het boek: de hoofdpersoon komt volledig tot leven. De verzorgde, zij het nu en dan enigszins gekunstelde stijl versterkt de illusie van authenticiteit. De zwakte van het boek toont zich vooral als de schrijfster zich van Van Hogendorp afwendt naar zijn historische omgeving. Een eigen beeld van de tijd weet zij niet te scheppen. Dat verlangde het publiek ook niet van haar. Het herkende juist door het puur traditionele van de benadering des te beter zijn eigen tijd in dit relaas van vreemde bezetting en nationaal herstel. In 1950 ontving zij, samen met negen anderen, een speciale prijs van het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Tot de bekroonden behoorden onder meer F. Bordewijk, J.J.P. Oud en H. Roland Holst-van der Schalk, 'waarachtig groten in den lande', naar de woorden van minister F.J.Th. Rutten.

Verscheidene biografieën zouden nog volgen, maar het niveau van de eerste bereikten ze geen van alle. De Beauforts Willem de Zwijger uit 1950 is meer de nobele drager van een groot beginsel dan een mens in eigen kracht en zwakheid. Vaak verdwijnt hij bijna achter het decor van de tijd, en zodra de persoon uit het gezicht raakt, wreekt zich des te meer de uiterst conventionele en onzelfstandige weergave van het verleden. De vier jaar later verschenen biografie Cornelis van Vollenhoven 1874-1933 is vooral belangrijk omdat het hier een goede vriend van het echtpaar Laman Trip betrof. Als bron heeft het boek daarom grote informatieve waarde, maar de geleerde moest haar, bij gebrek aan de nodige toerusting, wel enigszins ontglippen. De in 1956 gepubliceerde levensbeschrijving Rembrandt is de best geslaagde van deze latere geschriften, een poging de kunstenaar direct vanuit zijn werk te verstaan.

Voor 'Hohes Licht' vond Henriette de Beaufort steeds minder tijd. In 1956 verkocht zij het gehele complex aan een kerkelijke instelling. In dat zelfde jaar verhuisde zij naar Bennekom. Als Gelders ingezetene kon ze aldus in 1960 de Culturele Prijs van de Gemeente Arnhem verwerven.

Haar speciale professionele vaardigheden en haar adellijke afkomst leken Henriette de Beaufort te stempelen tot de ideale persoon om het leven van koningin Wilhelmina te beschrijven. Het boek verscheen in 1965, maar stelde teleur. Voor een deel ten onrechte: onthullingen en openhartigheden mocht niemand verwachten van een schrijfster die steeds waardigheid en menselijkheid zowel in haar schrijftrant als in haar persoonlijke levensvoering hulde had bewezen. Toch valt niet te ontkennen dat Wilhelmina 1888-1962. Een levensverhaal een wat zoetsappige en onbestemde indruk nalaat. Het eerste vloeit voort uit respect voor het Koninklijk Huis. Het tweede heeft een persoonlijker oorzaak: de schrijfster had te weinig met de Koningin gemeen om zich werkelijk in haar heldin te kunnen verplaatsen.

Afgezien van een in 1968 uitgegeven reisverslag, Ruimte en zonlicht. Safari in Afrika , was de biografie van Wilhelmina het laatste boek van Henriette de Beaufort. Ofschoon goed gezond, meende zij dat haar krachten te kort schoten voor de fysieke inspanning die een boek van grotere omvang altijd vergt. Een laatste eerbetoon ontving zij bij de viering van haar negentigste verjaardag. Het Tollensfonds, waarvan zij eerder voorzitter geweest was, reikte haar toen de erepenning uit.

Henriette de Beaufort is jong met schrijven begonnen, maar haar doorbraak kwam laat, toen zij de zestig reeds naderde. Eerst in de biografie vond ze de vorm die met haar aanleg strookte. Haar welslagen dankte zij aan haar verzorgde stijl, haar gave van vertellen en haar grondige bronnenstudie. Niet minder belangrijk was echter dat zij precies die waarden vertolkte die indertijd de cultuur van de beschaafde Nederlander bepaalden. Haar succes is sterk gebonden aan een afgesloten tijdvak

A: Het archief van Henriette de Beaufort (gesloten tot het jaar 2050) berust bij het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum te 's-Gravenhage. Hier bevinden zich ook een collectie van aan haar gerichte brieven en een verzameling kranteknipsels.

P: Bibliografie in de onder L genoemde publikatie van Van Eysselsteijn, 137-143.

L: Ben van Eysselsteijn, Henriëtte L.T. de Beaufort. Een schrijfster en haar werk. ('s-Gravenhage, 1970); K.H.R. de Josselin de Jong, in Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden 1982-1983 (Leiden, 1984) 84-92.

I: Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden in woord en beeld. Onder hoofdred. van H.P. van den Aardweg (Amsterdam 1938) 881.

A.Th. van Deursen


Bovenstaande biografie weerspiegelt de stand van het onderzoek tot aan het jaar van publicatie in het gedrukte deel van het BWN. Dit jaar is hieronder weergegeven. Alle daarna verschenen literatuur is niet in de tekst verwerkt en wordt evenmin vermeld in de literatuuropgave (onder L).

Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 4 (Den Haag 1994)
Laatst gewijzigd op 12-11-2013