Hillebrand, Hendrikje Roelofje (1891-1984)

 
English | Nederlands

HILLEBRAND, Hendrikje Roelofje (1891-1984)

Hillebrand, Hendrikje Roelofje, (bekend onder de naam Riek Lotgering-Hillebrand), publiciste en omroepmedewerkster (Meppel 22-3-1891 - Amsterdam 1-3-1984). Dochter van Gerhard Henrich Hillebrand, reizend koopman, en Geertruij Katharina Mahilde Maris. Gehuwd op 17-11-1917 met Jacobus Adrianus Lotgering (1886-1943), inspecteur van de coöperatie 'De Dageraad' en steenhouwer. Dit huwelijk bleef kinderloos.

afbeelding van Hillebrand, Hendrikje RoelofjeSamen met haar drie zusters groeide Riek Hillebrand op in het provinciestadje Meppel. Vader Hillebrand vond dat zijn dochters later voor zichzelf moesten kunnen zorgen. Zo belandde het zeventienjarige meisje in Amsterdam, waar zij in l908 als interne leerling werd ingeschreven voor de leraressenopleiding aan de Amsterdamsche Nieuwe Huishoudschool. De ouders legden zich graag neer bij het advies van de directrice dat Riek nog te jong was om onmiddellijk haar keuzerichting 'koken en voedingsleer' te gaan volgen. Zij kon beter eerst als basis 'huishoudkunde' doen, een vakgebied dat ze later wel als nuttig erkende, maar dat nooit haar enthousiasme verwierf: 'zo pietepeuterig allemaal'.

Na het eindexamen in 1912 kwam de kersverse lerares Riek Hillebrand als reizend propagandiste en voorlichtster in dienst bij de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. Haar opdracht was de huisvrouw te leren goed en goedkoop te koken. Voor instructiecursussen van telkens zes weken doorkruiste zij met haar helpsters per trein het hele land. Als bagage ging een uitgebreide keukeninventaris mee, waaronder honderd kommen, schotels en lepeltjes voor het 'proef-werk'. In de beginjaren van de Eerste Wereldoorlog werd noodgedwongen een nieuwe eenvoudige en voordelige kooktechniek gedemonstreerd : de hooikist.

Het contact met zo heel verschillende groepen huisvrouwen in stad en provincie maakte Riek Hillebrand tot een expert in kennisoverdracht. Zij sprak de huisvrouw aan en liet haar in haar waarde. Zij hield weliswaar rekening met de krappe beurs, maar zocht niet bewust naar maaltijden die zo min mogelijk geld kostten. Daarmee zou, naar haar mening, de armoede slechts op pijnlijke wijze worden geaccentueerd. Hillebrands recepten waren eenvoudig en vooral praktisch uitvoerbaar, maar zij probeerde altijd 'iets hoger te grijpen dan de smaak van de gemiddelde huisvrouw in plaats van altijd maar af te dalen', zoals ze het zelf uitdrukte (De Telegraaf , 27-4-1959).

In 1921 keerde Riek Lotgering-Hillebrand - zoals zij sinds haar huwelijk in 1917 heette - als docente terug naar de Amsterdamsche Nieuwe Huishoudschool. Zij werd er tevens waarnemend directrice. Hoe belangrijk zij het lesgeven aan meisjes en toekomstige leraressen ook vond, het meeste heil zag zij in het geven van voorlichting aan de huisvrouw. Het liefst zou zij daarmee in een nog eerder stadium beginnen: 'Als de tijd nog eens komt, dat op de lagere school ieder meisje naast handwerken ook een beetje voedingskennis en warenleer moet leren, dan ben ik ervan overtuigd, dat het kookonderwijs in het algemeen meer vrucht zal dragen' (geciteerd in: Schenk). Hoewel zij geen romanschrijfster werd, zoals eigenlijk haar droom was, wist zij wel haar kennis en inzichten op allerlei andere manieren over te brengen.

Demonstraties, en later ontelbare lezingen, maakten Riek Lotgering-Hillebrand tot een vertrouwde figuur voor velen. Maar meer nog werd haar stem een begrip. De grootste bekendheid bij de Nederlandse huisvrouw verwierf zij door haar wekelijkse radiopraatjes, die steevast openden met haar vertrouwde 'Goedemorgen dames en heren'. Het was begonnen met een verzoek van AVRO-directeur Willem Vogt aan de Nederlandsche Vereeniging van Huisvrouwen om een programma te verzorgen. Zo werd op 27 november 1930 het eerste Halfuurtje voor de vrouw uitgezonden, een vaste rubriek over koken en alles wat daarmee te maken had. Gedurende 37 jaar, tot 1967, zou Lotgering-Hillebrand dit programma presenteren, met onderbreking van de oorlogsjaren.

Tijdens de Duitse bezetting zette Lotgering-Hillebrand haar programma niet voort. Zij weigerde voor de genazificeerde omroep te werken, hoewel ze mild oordeelde over wie dat wèl deden: 'Ik kon het me veroorloven, voor mij was het geen bestaan'. In april 1941 werd het echtpaar Lotgering wegens illegaal werk als leden van de Groep-Stijkel opgepakt. Terwijl haar man werd gefusilleerd, behoorde zij met drie anderen tot de enige overlevenden van een groep van 47. Vier jaar lang zat Lotgering-Hillebrand, als ter dood veroordeelde, gevangen, laatstelijk in het tuchthuis van het Zuid-Duitse plaatsje Aichach. Zij kwam terug via Parijs, waar zij in het kamp voor gerepatrieerden werd ingeschakeld bij de voedselvoorziening: eten kopen in de Hallen.

Al vóór de Tweede Wereldoorlog kwam Riek Lotgering-Hillebrand nog op andere wijze - indirect - de Nederlandse keukens binnen. In 1938 trok Unilever haar aan als voedseladviseuze. Dit concern was sterk gericht op de levensomstandigheden en het gedrag van de huisvrouw. Wie anders dan de ervaren kookdeskundige had goede kijk op eetpatronen en de bereidingswijze van voedsel en voelde misschien zelfs de onbewuste wensen van de huisvrouw op dit gebied aan? Lotgering-Hillebrand werd beschouwd als de ideale schakel tussen fabrikant en consument, tot voordeel van beide partijen. Haar taak als voedseladviseuze bij Unilever bestond uit het uitproberen van recepten in fabrieks- en eigen keuken en vooral uit het keuren en proeven tot en met het kleinste korreltje kruiderij voor pakjes soep. Op beurzen was Lotgering-Hillebrand in de stand aanwezig om nieuwe producten te introduceren en het publiek raad te geven. Zij beëindigde het onderwijs aan de Amsterdamsche Nieuwe Huishoudschool, maar via het Voorlichtingsinstituut voor Huisvrouwen van Unilever bleef haar bereik ongekend groot. Evenals bij de radio leverde deze activiteit een stroom brieven op, die altijd beantwoord werden, zo mogelijk door haarzelf.

Vele kookboeken van verschillende aard dragen de naam Lotgering-Hillebrand, doordat zij ze zelf schreef, met anderen samenstelde, bewerkte, ofwel ze een gedegen voorwoord meegaf. Talrijk zijn de al dan niet naamloze brochures, reclameboekjes met recepten of productinformatie en kookrubrieken in krant en tijdschrift. Want het terrein van Unilever verbreedde zich, en ook anderen benutten haar advies, zoals de KLM voor de aan boord van de vliegtuigen verstrekte maaltijden. Voedzaam, gezond, smakelijk, gevarieerd - zo werd koken van een dagelijks moeten tot een ware kunst verheven. Zij bracht nieuwe producten en gerechten onder de aandacht, en op veranderde eetgewoonten speelde zij in met tips hoe bijvoorbeeld nasi of pasta niet als kleffe brij, maar op authentieke wijze op de Nederlandse borden kon komen.

Het belang van een goed kookboek werd in 1950 door Riek Lotgering-Hillebrand beklemtoond in haar voorwoord bij het uit 1910 stammende Kookboek van de Amsterdamsche Huishoudschool van C.J. Wannée. Gesteld werd dat zo'n handleiding dikwijls tegelijk met het bruidspaar het zilveren jubileum viert. Inderdaad beleefde dit werk herdruk na herdruk. Tekenend voor het vakmanschap, de intelligentie en de creatieve geest van Lotgering-Hillebrand is de bereidheid om te schakelen en ook de tijd van de stijgende welvaart te verstaan. Na moeilijke laatste jaren in een verzorgingshuis overleed zij op 92-jarige leeftijd.

Een paar generaties vrouwen zijn door Riek Lotgering-Hillebrand 'opgevoed' in de kookkunst, waarbij zij altijd het accent legde op warenkennis en daarbij in haar voorlichting toch vooral uitging van de positie en mogelijkheden van de huisvrouw.

P: O.a. Kook voordeelig. Meer dan 300 recepten voor eenvoudige voeding die past in een zuinige huishouding (Amsterdam [1935]); Ieder z'n meug... Smulboek van Nederlandsche volksgerechten (Baarn [1935]); Ons huis met Kerstmis (Rotterdam 1938); Wij bakken zelf! Ruim 250 recepten voor het bakken van koekjes, taarten, gebakjes .... (Amsterdam 1938); Het coöperatie kook- en huishoudboek (Rotterdam 1938); [samen met H.J. Dommerhold,] De weg tot het hart. VI: Vruchten, inmaak, gebak, snoeperijen, dranken en ijs ('s-Gravenhage 1954); 200 recepten die men niet in elk kookboek tegenkomt. Ingedeeld naar de seizoenen (Baarn 1959); [samen met H.J. Dommerhold,] De weg tot het hart. VII: Provisiekast, borrelhapjes, tafelversieringen, menu's, lunchschotels ... ('s-Gravenhage [etc.] z.j.).

L: Behalve een necrologie door Jan van Herpen in Televizier, 24-3-1984: [M.G. Schenk,] 'Mevrouw Lotgering-Hillebrand, een begrip, maar bovenal een hulpvaardige wijze vrouw', in De Vrouw en haar Huis 50 (1956) 61-64; interview door Hieke Jippes, in NRC Handelsblad, 22-11-1980; Joep Habets, 'De oogst van onze eeuw: C.J. Wannée, Kookboek van de Amsterdamse Huishoudschool, 1910', ibidem, 3-7-1998.

I: De Vrouw en haar Huis 50 (1956) 61.

Coks van Eysden


Bovenstaande biografie weerspiegelt de stand van het onderzoek tot aan het jaar van publicatie in het gedrukte deel van het BWN. Dit jaar is hieronder weergegeven. Alle daarna verschenen literatuur is niet in de tekst verwerkt en wordt evenmin vermeld in de literatuuropgave (onder L).

Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 5 (Den Haag 2002)
Laatst gewijzigd op 12-11-2013