© Huygens ING - Amsterdam. Bronvermelding: A.J.C.M. Gabriëls, 'Otte, Sara Catharina (1917-1991)', in Biografisch Woordenboek van Nederland. URL:http://resources.huygens.knaw.nl/bwn1880-2000/lemmata/bwn5/otte [10-09-2015]
OTTE, Sara Catharina (1917-1991)
Otte, Sara Catharina, actrice (Amsterdam 26-4-1917 - Amsterdam 19-5-1991). Dochter van Carel Otte, decoratieschilder, en Sara Catharina Swagerman. Gehuwd op 11-2-1942 met Johannes Marinus Gijsbertus Retel (bekend onder de naam Jan Retèl) (1918-1984), acteur. Dit huwelijk bleef kinderloos. Na echtscheiding (3-7-1946) gehuwd op 25-7-1946 met Fritz Helmuth Landshoff (1901-1988), uitgever. Uit dit huwelijk werden 1 zoon en 2 dochters geboren.
Eigenlijk wilde ze tekenares worden, maar het liep anders, zoals er veel anders liep in het leven van Rini Otte. Om schetsen te kunnen maken in de Cinétone-Studio's meldde zij zich in 1935 als figurante aan voor de opname van de film Suikerfreule . Door haar uiterlijk en optreden trok het zeventienjarige meisje hier de aandacht van een cameraman. Deze raadde haar aan auditie te doen voor Jonge harten , de film die het jaar daarop door Charles Huguenot van der Linden en Heinz Josephson zou worden opgenomen.
Rini Otte kreeg onmiddellijk een van de hoofdrollen. Dat zij niet over acteerervaring beschikte, werkte in haar voordeel, omdat de regisseurs wilden breken met de gewoonte filmrollen te laten vertolken door beroepsacteurs en -actrices van wie het optreden als te toneelmatig werd ervaren. Ook in menig ander opzicht was Jonge harten vernieuwend, maar het grote publiek kwam er niet op af. Voor Otte persoonlijk betekende de film daarentegen wel een succes. In haar rol van 'Annie' viel zij direct op, niet alleen door haar uiterlijk - het halflange, blond krullende haar, het regelmatige ovale gezicht met de brede mond en de donkere ogen -, maar ook door haar ongekunstelde, spontane manier van acteren. 'Dit is een ''natuur''-talent, dat de beste verwachtingen wettigt', aldus een recensent.
Rini Ottes debuut maakte ook indruk op de voor de nazi's gevluchte Duitse regisseur Max Ophüls. Haar 'proletarische Ursprünglichkeit' (Ophüls, 195) bracht hem ertoe haar een van de hoofdrollen te geven in zijn Nederlandse speelfilm Komedie om geld , die in 1936 werd gedraaid. Naast acteurs van naam als Herman Bouber, Cor Ruys en Matthieu van Eysden speelde Otte hierin wederom geheel naturel de rol van 'Willy'. Deze film werd al evenmin een bioscoopsucces, hoewel de recensies overwegend positief waren. Men was vol lof over de originele fotografie, montage en decors, en de hoofdrolspeelster werd geprezen om haar talent en haar uiterlijk. Sterallures kreeg Otte hierdoor niet. Haar werk op de set bleef zij combineren met het tekenen van reclamekaarten voor Amsterdamse winkeliers.
Via Ophüls ontmoette Rini Otte een andere emigrant, de zestien jaar oudere Fritz Landshoff, hoofd van de Duitse afdeling van uitgeverij Querido in Amsterdam, met wie zij een verhouding aanging. Hij nam haar mee op zijn zakenreizen naar het buitenland en introduceerde haar in de kringen van de 'Exil'-kunstenaars waarin hij verkeerde. Onder hen bevond zich ook de schrijver Klaus Mann, die eveneens zeer onder de indruk was van dit 'reizvolles Geschöpf'. Zij deed hem denken aan de Zweedse filmactrice Greta Garbo, een vergelijking die ook door anderen werd gemaakt.
In deze jaren was Rini Otte werkzaam als reclametekenares en als illustratrice, onder meer van boekomslagen. Om zich verder in dit vak te bekwamen verbleef zij in 1939 enige tijd in Londen, waar ze ook acteerlessen nam. Toen de bevriende, eveneens uit Duitsland gevluchte regisseur Ludwig Berger begin 1940 opnamen ging maken voor de film Ergens in Nederland , een liefdesdrama bij de Koninklijke Marine in mobilisatietijd, vroeg hij haar mee te spelen. De vrouwelijke hoofdrol was echter voor Lily Bouwmeester, zodat Otte genoegen moest nemen met het bijrolletje van de boerendochter 'Marijke'. Ook met deze bescheiden bijdrage trok 'het meisje met het sprekende gezicht' de aandacht van de recensenten: 'Hier was geen spoor van tooneel meer te ontdekken, doch slechts zuiver filmspel'. Ergens in Nederland was een succes, maar draaide slechts kort, omdat de film, gezien de inhoud, na de Duitse inval werd verboden.
De bezetting maakte definitief een einde aan Rini Ottes carrière op het witte doek. Landshoff was op het moment van de inval in Londen en zou zich later in New York vestigen. Om aan de kost te komen ging Otte naar het toneel. In het seizoen 1940/1941 speelde zij bij Het Masker, het ensemble van Ko Arnoldi, en van 1941 tot en met 1946 was ze verbonden aan Het Residentie Tooneel, waartoe zij van Amsterdam naar Den Haag verhuisde. Ze vertolkte er bijrollen in stukken onder regie van Johan de Meester. Hoewel Otte later beweerde op het toneel 'pas een echte actrice [te zijn] geworden' (Sanders, 51), viel zij niet of nauwelijks op. Bij beide gezelschappen speelde de acteur Jan Retèl, met wie ze in 1942 trouwde en zich in Voorburg vestigde: 'We konden anders geen woning krijgen' (ibidem), zo motiveerde zij deze beslissing.
Toen Landshoff begin 1946 uit New York terugkeerde, kwam er zowel aan Rini Ottes huwelijk als aan haar toneelloopbaan een einde. Zij volgde Landshoff naar de Verenigde Staten, waar ze met hem in het huwelijk trad en waar hun eerste kind werd geboren. Na terugkeer in Nederland in 1947 woonde het echtpaar Landshoff eerst in Amsterdam, vervolgens vanaf 1950 in Bentveld bij Zandvoort. Otte hield zich hier bezig met beeldhouwen. Nog af en toe kwam haar naam in de publiciteit, wanneer zij werd geïnterviewd bij de hervertoning van een van de films waarin ze meespeelde. Zij overleed op 74-jarige leeftijd in een Amsterdams verpleeghuis.
Hoe kort Rini Ottes filmcarrière ook duurde, haar naam blijft verbonden met de bloeiperiode die de Nederlandse speelfilm in de tweede helft van de jaren dertig onder invloed van vooral Duitse filmmakers doormaakte. De drie filmrollen van Otte hielden een belofte in, een belofte die niet werd ingelost. Zowel haar spel als haar uiterlijk en uitstraling lieten echter niet na indruk te maken, toen niet en later niet.
A: Persdocumentatie betreffende Rini Otte en de drie films waarin zij speelde in het Nederlands Filmmuseum te Amsterdam.
P: Een overzicht van Rini Ottes film- en toneelrollen in Piet Hein Honig, Acteurs- en kleinkunstenaarslexicon (Diepenveen 1984) 717. Over de films waarin Lily Bouwmeester optrad: Henk van Gelder, Hollands Hollywood (Amsterdam 1995).
L: Max Ophüls, Spiel im Dasein. Eine Rückblende (Stuttgart 1959) 194-197; Henk van der Meyden, in De Telegraaf , 21-12-1973; Ineke van den Bergen, 'Comedie om geld', in VPRO [Radio- en televisiegids], 24-4-1982; Klaus Mann. Tagebücher 1936 bis 1937 en Tagebücher 1938 bis 1939 . Bezorgd door Joachim Heimannsberg [e.a.] (München 1990); Fritz H. Landshoff, Amsterdam, Keizersgracht 333: Querido Verlag. Erinnerungen eines Verlegers. Mit Briefen und Dokumenten (Berlijn [etc.] 1991); Hans Sanders, 'Een Hollandse Garbo', in Vrij Nederland , 22-6-1991.
I: Vrij Nederland , 22-6-1991, p. 48 [Otte in 1936. Foto door I. Merkelbach].
A.J.C.M. Gabriëls
Bovenstaande biografie weerspiegelt de stand van het onderzoek tot aan het jaar van publicatie in het gedrukte deel van het BWN. Dit jaar is hieronder weergegeven. Alle daarna verschenen literatuur is niet in de tekst verwerkt en wordt evenmin vermeld in de literatuuropgave (onder L).
Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 5 (Den Haag 2002)Laatst gewijzigd op 10-09-2015